Urine-incontinentie


Er bestaan verschillende vormen van urine-incontinentie. De belangrijkste zijn inspannings- en drangincontinentie.
Inspanningsincontinentie
Urineverlies door inspanningsincontinentie is te wijten aan verslapte bekkenbodemspieren door een zwangerschap, een bevalling, de leeftijd of zwaarlijvigheid. Aangezien de bekkenbodemspieren helpen om de urinebuis af te sluiten, doet het urineverlies zich voor bij dagelijkse activiteiten waarbij de druk in de buik toeneemt, bijvoorbeeld als je iets zwaars optilt, loopt, lacht, springt, niest of hoest.
Drangincontinentie
Urineverlies door drangincontinentie komt door onvrijwillige samentrekkingen van de blaas, waardoor je hoge aandrang voelt en je moeilijk je plas kunt ophouden. Dit type van incontinentie kan het gevolg zijn van een blaasontsteking, neurologische problemen of blaasstenen. Ook diabetes, bepaalde geneesmiddelen (zoals diuretica, antidepressiva of oestrogenen) en roken kunnen tot urine-incontinentie leiden.
Er bestaan verschillende vormen van urine-incontinentie. De belangrijkste zijn inspannings- en drangincontinentie.
Inspanningsincontinentie
Urineverlies door inspanningsincontinentie is te wijten aan verslapte bekkenbodemspieren door een zwangerschap, een bevalling, de leeftijd of zwaarlijvigheid. Aangezien de bekkenbodemspieren helpen om de urinebuis af te sluiten, doet het urineverlies zich voor bij dagelijkse activiteiten waarbij de druk in de buik toeneemt, bijvoorbeeld als je iets zwaars optilt, loopt, lacht, springt, niest of hoest.
Drangincontinentie
Urineverlies door drangincontinentie komt door onvrijwillige samentrekkingen van de blaas, waardoor je hoge aandrang voelt en je moeilijk je plas kunt ophouden. Dit type van incontinentie kan het gevolg zijn van een blaasontsteking, neurologische problemen of blaasstenen. Ook diabetes, bepaalde geneesmiddelen (zoals diuretica, antidepressiva of oestrogenen) en roken kunnen tot urine-incontinentie leiden.
De arts zal naar je klachten en familiale voorgeschiedenis vragen. Hij zal je ook vragen om enkele dagen een plaskalender bij te houden om een algemeen beeld te krijgen van het probleem. Op die kalender noteer je wanneer en hoeveel je drinkt, hoe vaak je moet plassen en wanneer je overdag of ’s nachts urineverlies hebt gehad.
Eventueel kan de arts bijkomende onderzoeken doen, bijvoorbeeld een urineonderzoek om bepaalde aandoeningen uit te sluiten, zoals een urineweginfectie.
Als je last hebt van urineverlies, neem dan geen genoegen met lapmiddelen, zoals speciale verbanden. Bespreek met je arts wat de mogelijke oplossingen zijn.
Er bestaan verschillende behandelingen naargelang van het type van incontinentie. In geval van inspanningsincontinentie zal de arts eerst en vooral aanraden om je perineum of bekkenbodemspieren te verstevigen bij je thuis of bij een kinesist. Als die oefeningen na 6 tot 12 weken geen verbetering opleveren, kan een operatieve ingreep worden overwogen. Die is echter aanbevolen als laatste redmiddel in geval van zware inspanningsincontinentie bij vrouwen die geen kinderen (meer) willen. De ingreep bestaat uit de ophanging van de urinebuis en de plaatsing van een band om de blaas te ondersteunen en de urinebuis bij druk gesloten te houden. Hoewel een chirurgische ingreep de klachten kan verminderen, houdt ze ook risico’s in (zoals letsels, infecties of slechtwerkende urinewegen).
Bij drangincontinentie hangt de behandeling van de oorzaak af. De eerste stap is blaastraining om de tijd tussen twee toiletbezoeken te verlengen, en eventueel medicatie, zoals spierverslappers. Men kan het probleem ook behandelen met botoxinspuitingen of neuromodulatie om de zenuwen in het urinewegstelsel te stimuleren. Maar die alternatieve behandelingen helpen niet altijd en kunnen bovendien neveneffecten opleveren.
Behalve goede plasgewoonten en een versteviging van je bekkenbodemspieren, vooral tijdens de zwangerschap en na de bevalling, zijn er nog andere manieren om urineverlies te voorkomen. Als je een body mass index (BMI) van meer dan 30 hebt, kan afvallen helpen. In sommige gevallen is het ook aan te raden om het urineverlies te verminderen door niet meer dan 1,5 liter per dag te drinken en door cafeïne, alcohol en koolzuurhoudende dranken te beperken.