Een levensverzekering vervroegd beëindigen

Heb je nu geld nodig en wil je daarom af van je levensverzekering? Of ben je ontevreden over de opbrengst van die belegging en wil je iets anders aanvangen met het geld? Wat zijn de mogelijkheden?
Je denkt beter twee keer na alvorens een levensverzekering te sluiten (individueel of groepscontract, spaarverzekering zonder belastingvoordeel, pensioenspaarverzekering, “gewone” levensverzekering, schuldsaldoverzekering). Zowel over het soort contract als over de noodzaak, want wie eenmaal een slecht contract heeft, zit daar in de praktijk zo goed als aan vast gezien het grote aantal obstakels. Het is financieel veelal niet interessant om vervroegd een punt te zetten achter zo’n contract.
Veelgestelde vragen
In wat volgt, vind je het antwoord op deze tien vragen.
- Ik heb pas een contract getekend voor een individuele levensverzekering en heb er al spijt van ...
- Ik wil verbouwen en heb geld nodig Kan ik de spaarpot die met mijn individuele levensverzekering al is opgebouwd, nu volledig opvragen?
- Mijn individueel contract liep al enige tijd toen ik het afkocht. Hoe komt het dat ik toch zo weinig kreeg?
- Kan ik me ertoe beperken om slechts een deel van het geld nu op te vragen?
- Mijn pensioenspaarverzekering brengt veel minder op dan jullie Beste Koop. Kan ik het geld naar dat contract overdragen, waar het beter lijkt te worden belegd?
- Kan ik gewoon stoppen met premies te betalen, zonder geld op te vragen?
- Mag ik het aanvullend pensioen van mijn groepsverzekering op mijn 60e al opnemen?
- Ik stort zelf ook bijdragen voor mijn groepsverzekering. Die mag ik toch op elk ogenblik tijdelijke stopzetten?
- Ik ga scheiden. Wat nu met de schuldsaldoverzekering die aan onze hypotheeklening is gekoppeld?
- Zou ik niet beter mijn geld opnemen al ik lees dat een bepaalde verzekeraar in slechte papieren zit?
Versta ons goed
Een korte verduidelijking bij enkele vaak terugkerende termen.
- Klassiek contract: je bent in principe verplicht om elk jaar een vaste premie te storten op een vooraf vastgelegde datum, en op de einddatum zul je een vooraf vastgelegd minimumkapitaal krijgen.
- “Soepel” contract: je bepaalt zelf wanneer en hoeveel premie je stort (vaak is er wel een minimum). Hoeveel je op de einddatum zult krijgen, hangt af van je spaarinspanning en de intrestvoet die werd toegekend (die wordt vaak herzien voor toekomstige stortingen).
- “Gewone” levensverzekering: dat is een contract dat belastingvoordeel kan opleveren, maar volgens andere spelregels dan die van het pensioensparen. Velen spreken van het "langetermijnsparen". Een belangrijk verschilpunt is bv. dat je een hoger bedrag fiscaal kunt inbrengen.
Je denkt beter twee keer na alvorens een levensverzekering te sluiten (individueel of groepscontract, spaarverzekering zonder belastingvoordeel, pensioenspaarverzekering, “gewone” levensverzekering, schuldsaldoverzekering). Zowel over het soort contract als over de noodzaak, want wie eenmaal een slecht contract heeft, zit daar in de praktijk zo goed als aan vast gezien het grote aantal obstakels. Het is financieel veelal niet interessant om vervroegd een punt te zetten achter zo’n contract.
Veelgestelde vragen
In wat volgt, vind je het antwoord op deze tien vragen.
- Ik heb pas een contract getekend voor een individuele levensverzekering en heb er al spijt van ...
- Ik wil verbouwen en heb geld nodig Kan ik de spaarpot die met mijn individuele levensverzekering al is opgebouwd, nu volledig opvragen?
- Mijn individueel contract liep al enige tijd toen ik het afkocht. Hoe komt het dat ik toch zo weinig kreeg?
- Kan ik me ertoe beperken om slechts een deel van het geld nu op te vragen?
- Mijn pensioenspaarverzekering brengt veel minder op dan jullie Beste Koop. Kan ik het geld naar dat contract overdragen, waar het beter lijkt te worden belegd?
- Kan ik gewoon stoppen met premies te betalen, zonder geld op te vragen?
- Mag ik het aanvullend pensioen van mijn groepsverzekering op mijn 60e al opnemen?
- Ik stort zelf ook bijdragen voor mijn groepsverzekering. Die mag ik toch op elk ogenblik tijdelijke stopzetten?
- Ik ga scheiden. Wat nu met de schuldsaldoverzekering die aan onze hypotheeklening is gekoppeld?
- Zou ik niet beter mijn geld opnemen al ik lees dat een bepaalde verzekeraar in slechte papieren zit?
Versta ons goed
Een korte verduidelijking bij enkele vaak terugkerende termen.
- Klassiek contract: je bent in principe verplicht om elk jaar een vaste premie te storten op een vooraf vastgelegde datum, en op de einddatum zul je een vooraf vastgelegd minimumkapitaal krijgen.
- “Soepel” contract: je bepaalt zelf wanneer en hoeveel premie je stort (vaak is er wel een minimum). Hoeveel je op de einddatum zult krijgen, hangt af van je spaarinspanning en de intrestvoet die werd toegekend (die wordt vaak herzien voor toekomstige stortingen).
- “Gewone” levensverzekering: dat is een contract dat belastingvoordeel kan opleveren, maar volgens andere spelregels dan die van het pensioensparen. Velen spreken van het "langetermijnsparen". Een belangrijk verschilpunt is bv. dat je een hoger bedrag fiscaal kunt inbrengen.
In de praktijk zul je er soms nog zonder kosten van af kunnen. Er geldt immers een bedenkperiode van 30 dagen.
Met deze precisering: die termijn gaat in zodra de verzekeraar je ervan op de hoogte heeft gebracht dat je over een herroepingsrecht beschikt gedurende 30 dagen, bv. op het ogenblik dat je het contract tekende. Hij moet dat kunnen bewijzen. Als hij dat niet kan, kun je argumenteren dat hij je heeft misleid door niet de nodige info te geven, en dat geeft je, op grond van een arrest van het Europees Hof van Justitie d.d. 19/12/2013, het recht om het contract alsnog te verbreken en alle gestorte sommen terug te eisen.
Normaliter wel ja, behalve in heel specifieke gevallen (bv. een lijfrente). De werkwijze verschilt volgens het soort contract:
- Met een klassieke levensverzekering zul je je beslissing hoe dan ook aan de verzekeraar moeten melden (liefst met een aangetekende brief) want je wijkt af van het afgesproken premieplan. Je zult hem moeten vragen om het contract “af te kopen” en je de spaarpot uit te keren waarop je recht hebt volgens de premies die je al hebt betaald. Maar die oplossing is verre van ideaal: afkoop is niet met elke levensverzekering mogelijk, en in de andere gevallen stelt de uiteindelijke uitkering dikwijls zwaar teleur (meer daarover in vraag 3).
- Als je daarentegen een soepel contract hebt, zoals wij altijd aanbevelen voor een spaarverzekering, kun je op elk ogenblik beslissen om er vervroegd een punt achter te zetten. De uitkering zal vaak minder tegenvallen dan met een klassiek contract, maar de afkoop is eveneens zelden een goede zaak.
Goed om te weten: als je de afkoopwaarde niet volledig nodig hebt, is een andere oplossing te overwegen (cf. vraag 4). Vergeet ook je eventuele groepsverzekering niet (cf. vraag 7).
Ten eerste is het fout te denken dat al het geld dat je hebt gestort, integraal voor jou werd belegd door de verzekeraar:
- Hij heeft op elke premie instap- en beheerskosten ingehouden. Zeker bij klassieke contracten kunnen die erg hoog liggen: soms 10 % of meer van de premie. Bij soepele contracten zijn de instapkosten vaak iets beter verteerbaar: rond 3 % (bij onze Beste Kopen meestal maximaal 1 %). Daarnaast worden van de premie of de spaarpot soms ook kosten afgetrokken voor een bijkomende overlijdensdekking.
- Behalve voor een pensioenspaarverzekering moet hij daarnaast voor rekening van de fiscus 2 % taks inhouden op elke premie.
Ten tweede heeft de verzekeraar je wellicht beboet omwille van de vervroegde opzegging:
- Van de net uitgelegde waarde trekt hij meestal uitstapkosten af. Die zijn in bepaalde gevallen degressief: je moet minder betalen naarmate het contract al langer loopt (soms zijn er geen kosten als u pas na drie of vijf jaar geld opvraagt) of wanneer je nog hooguit vijf jaar van de einddatum verwijderd bent.
- Naast die “normale” uitstapkosten hanteren almaar meer verzekeraars “bijzondere” kosten die ze in speciale omstandigheden als een soort boetebeding kunnen toepassen, bv. wanneer de obligatierente op dat ogenblik hoger blijkt te liggen dan bij de intekening. Je weet vooraf niet of die kosten effectief in rekening zullen worden gebracht, en soms ook niet hoeveel ze maximaal kunnen bedragen. In de praktijk ben je dikwijls pas na acht jaar zeker dat de verzekeraar die kosten sowieso niet zal toepassen. Bepaalde verzekeraars laten de kosten in specifieke situaties echter vallen, bv. bij langdurige werkloosheid of ziekte of als het de bedoeling is om vastgoed te kopen.
Het huidige niveau van de uitstapkosten maakt een afkoop veelal oninteressant: ze verlagen de waarde snel met 5 % of méér, vooral de eerste acht jaar.
Een derde niet te onderschatten factor is dat je in veel gevallen ook fiscaal wordt beboet bij een vervroegde opvraging. Zie “De fiscale spelregels” voor meer details.
Door dat alles samen is de afkoop van een levensverzekering in de praktijk meestal een afknapper. En met de nieuwe contracten, die qua opbrengst sterk verbleken in vergelijking met de oude, zal het nog erger zijn.
Jazeker, behalve met heel specifieke contracten (bv. een lijfrente).
Enerzijds kun je in principe bij alle individuele contracten elk jaar sowieso een gedeelte van de spaarpot opvragen. Soms kan dat, als de opvraging beperkt is (bv. 10 %), zonder enige kosten. Maar de fiscale boete blijft veelal een feit. Bovendien mag de verzekeraar kiezen van welk gedeelte van de spaarpot hij het geld haalt. Met wat geluk heb je immers een gedeelte waar een hoge gewaarborgde intrestvoet op wordt toegepast, bv. 4,75 %, terwijl een ander gedeelte, dat afkomstig van recentere stortingen, het vaak met 2 % of nog minder moet stellen. En dan is het erg jammer als het geld wordt gehaald uit het deel met de hoogste gewaarborgde intrestvoet. Bij sommige contracten wordt de opvraging niet van één bepaald gedeelte genomen, maar proportioneel gespreid over de verschillende gedeeltes. Informeer je dus goed op voorhand!
Anderzijds kun je in een aantal gevallen een zogenoemd voorschot op polis vragen. In principe zul je nooit héél de spaarpot kunnen krijgen die reeds is opgebouwd, maar bv. slechts 80 %. In feite kent de verzekeraar je dan een lening toe, wat betekent dat je intresten zult moeten betalen op het toegestane bedrag. Het voordeel van zo’n voorschot is dat je ermee aan de zware belasting op de afkoop ontsnapt, en dat het een zeer soepele kredietvorm is. Je mag terugbetalen wanneer je wilt en daarna kun je de premiebetaling desgewenst hervatten. Indien niet alles is terugbetaald vóór de einddatum van je levensverzekering, wordt je schuld in mindering gebracht van het eindkapitaal. Maak hoe dan ook beter niet te lang gebruik van die formule. Vraag duidelijk hoeveel de intrestvoet bedraagt en of je het recht op winstdeelneming (het extraatje dat vaak boven op het gewaarborgde kapitaal wordt uitgekeerd) of op de gewaarborgde intrestvoet niet verliest.
Dat is niet per se een goed idee, want het bedrag dat zal worden overgedragen, riskeert laag te zijn, vaak even weinig als bij een afkoop (zie vraag 3).
Het positieve is dat er bij de overdracht van het kapitaal van een pensioenspaarverzekering naar een andere pensioenspaarverzekering geen fiscale aderlating volgt.
Als je hetzelfde zou willen doen met een “gewone” levensverzekering waarmee je al belastingvoordeel had genoten, zou je veelal wel worden belast (zie “De fiscale spelregels” voor meer details), waardoor de overdracht over het algemeen af te raden is.
Ja, en vaak is dat beter dan een afkoop.
- Indien je een klassiek individueel contract hebt, moet je je verzekeraar dan (liefst in een aangetekende brief) vragen om het contract te reduceren zoals dat heet. Het contract blijft lopen, maar de verzekeraar verlaagt de oorspronkelijk verzekerde bedragen.
Ofwel verlaagt hij alleen de dekking bij leven. Als er ook een overlijdensdekking was, blijf je dus verzekerd voor overlijden tot dat risico zich voordoet, of tot de spaarpot volledig is opgegaan aan de kosten om dat risico te dekken. Sommige verzekeraars passen die methode automatisch toe als je zonder te verwittigen bent gestopt met betalen en ook niet reageert op hun (aangetekend) schrijven.
Ofwel verlaagt hij zowel de dekking bij leven als die bij overlijden. De meeste verzekerden kiezen ervoor om de verhoudingen van de oorspronkelijke verzekeringscombinatie te behouden, bv. 10/20 wanneer je als overlijdensdekking de helft van het kapitaal bij leven had laten verzekeren.
- Indien je een soepel individueel contract hebt, moet je geen enkel initiatief nemen tegenover de verzekeraar, je kunt het contract gewoon tot de einddatum laten doorlopen. Besef wel dat het risico bestaat dat de toekenning van winstdeelneming wordt gestopt, en bij contracten met een laag gewaarborgd rendement waarbij de winstdeelneming bepalend is om aan een redelijk totaal rendement te geraken, loop je dan flink wat opbrengst mis. Als dat het geval is, stort je misschien beter eerst nog wat verder premie.
Neen, in principe zul je moeten wachten tot je 65e, wat in veel gevallen nog altijd de leeftijd is die overeenstemt met de einddatum vermeld op de jaarlijkse fiche van je pensioenplan. Die 65 is de wettelijke pensioenleeftijd, maar aangezien de grens opschuift naar 66 vanaf 1/2/2025 en naar 67 vanaf 1/2/2030, zullen veel fiches moeten worden bijgewerkt.
Wettelijk gezien zul je het geld alleen reeds op je 60e kunnen opvragen als je in een van deze drie gevallen bent:
- Je hebt de wettelijke pensioenleeftijd bereikt. De kans daarop is zeer klein want de meeste mensen kunnen momenteel pas op hun 65 met pensioen gaan.
- Je voldoet aan de vereisten om vervroegd met pensioen te gaan (ook al ga je op dat eigenste ogenblik nog niet met pensioen). Dat is lang niet meer voor veel mensen weggelegd, je moet vandaag de dag al een behoorlijk lange beroepsloopbaan achter de rug hebben. Je kunt op www.mypension.be terugvinden welke voor jou de vroegst mogelijke pensioendatum is.
- Je bent vóór 1959 geboren én het pensioenplan dateert van vóór 2016. In dat geval behoor je tot de categorie van werknemers voor wie een overgangsmaatregel geldt. Die maatregel bevat nog enkele andere uitzonderingen: wie in 1959 is geboren, mag het geld opvragen vanaf 61; wie van 1960 is, mag dat vanaf 62 en als 1961 je geboortejaar is, vanaf 63.
Maar zelfs dan is er nog een spelbreker mogelijk. Zolang je niet effectief met pensioen gaat, zal het in de praktijk toch niet altijd lukken om het geld reeds te krijgen. In veel pensioenreglementen staat namelijk dat je het geld niet mag opnemen zolang bijdragen voor je worden gestort en je dus in dienst bent. In dat geval is het dus sowieso wachten tot je stopt met werken.
Ook al zou je het geld vervroegd kunnen opvragen, hou er rekening mee dat:
- de meeste groepsverzekeringen de laatste jaren ten minste 2 % hebben opgebracht, een opbrengst die je wellicht niet zult halen als je het geld gewoon op een spaarrekening zet;
- je een fiscale boete riskeert (zie “De fiscale spelregels” voor meer details).
Het hangt ervan af of je het over de verplichte werknemersbijdragen hebt, dus die welke je werkgever aan alle betrokken werknemers heeft opgelegd, of over de vrijwillige werknemersbijdragen. Je mag namelijk alleen de vrijwillige werknemersbijdragen stopzetten.
- Soms is het interessant om de premies te blijven betalen. Bijvoorbeeld omdat je anders niet over een overlijdensdekking beschikt en die goed kunt gebruiken. Of omdat je het huis met de lening overneemt. Maak wel van de gelegenheid gebruik om te checken of je niet goedkoper af kunt zijn (speciale voorwaarden voor onze leden). Maar verander niet te snel: soms verlies je de korting die was toegekend op de intrestvoet van je hypotheeklening en misschien is voor een nieuwe polis een bijpremie vereist omdat je gezondheid erop is achteruitgegaan.
- Indien je niet verder wilt betalen, moet je hoe dan ook initiatief nemen. Je laat het contract in de regel het best reduceren, en dan wordt het verzekerde kapitaal verlaagd (cf. vraag 6). Een afkoop (cf. vraag 2 en vraag 3) is aangewezen als je via een andere weg al een voldoende grote overlijdensdekking hebt of daar geen behoefte aan hebt (je bent bv. een vrijgezel zonder kinderen en hebt een groepsverzekering met een voldoende grote overlijdensdekking). Let wel: soms heeft een schuldsaldoverzekering noch een reductie- noch een afkoopwaarde.
Weet dat je totale spaarpot bij een verzekeraar in veel gevallen tot € 100 000 per persoon wettelijk beschermd is. Dat geldt meer bepaald voor veel individuele levensverzekeringen naar Belgisch recht met een gewaarborgd rendement. Bovendien worden de verzekeraars streng gecontroleerd en moeten ze reserves aanhouden die in geval van problemen prioritair ten goede komen aan de verzekerden. Maar ook de Franse bescherming, die bv. geldt voor de spaarverzekering zonder belastingvoordeel die wij aanbevelen (Waarborgfonds van AFER Europe), is met € 70 000 niet onaardig.
Als je twijfelt aan de stabiliteit van een verzekeraar, kun je overwegen om de som boven die € 100 000/€ 70 000 naar een andere verzekeraar over te brengen. Vraag wel wat je netto aan die overdracht overhoudt, dus min de kosten en de belastingen (cf. vraag 5).
Met een individuele levensverzekering
Indien een “gewone” levensverzekering die belastingvoordeel heeft opgeleverd
- Meestal 33 % op de “gewaarborgde” spaarpot (dus zonder de winstdeelnemingen) opgebouwd met premies gestort vanaf 1993 en de marginale aanslagvoet (dus tot 50 %) voor het gedeelte opgebouwd met premies gestort vóór 1993, telkens plus gemeentelijke opcentiemen.
- Voor de meeste 60-plussers geen belasting op dat ogenblik omdat ze reeds eerder werden belast.
Indien een pensioenspaarverzekering die belastingvoordeel heeft opgeleverd
- In geval van afkoop: dezelfde grootte-orde als voor een “gewone” levensverzekering.
- In geval van overdracht naar een andere pensioenspaarverzekering: geen belasting.
Indien een contract dat nooit belastingvoordeel heeft opgeleverd
- Geen belasting als het contract op het ogenblik van de opvraging al meer dan acht jaar geleden was gesloten of als je een overlijdensdekking hebt genomen ten belope van minimum 130 % van de gestorte premies.
- Anders 30 % roerende voorheffing op een fictief rendement van jaarlijks 4,75 %.
Met een groepsverzekering opgebouwd met werkgeversbijdragen
Het percentage dat op de “gewaarborgde” spaarpot (dus zonder de winstdeelnemingen) wordt geheven, bedraagt 10% als je een volledige beroepsloopbaan achter de rug hebt (45 jaar, behalve voor bepaalde beroepen zoals piloot).
De meeste gepensioneerden komen echter niet aan een volledige beroepsloopbaan. In dat geval verschilt het percentage volgens je leeftijd bij de opvraging:
- 60 jaar: 20 % indien vóór het wettelijke pensioen, en anders 16,5 %;
- 61 jaar: 18 % indien vóór het wettelijke pensioen, en anders 16,5 %;
- 62, 63 of 64 jaar: 16,5 %;
- vanaf 65 jaar: 10 % mits je effectief tot 65 jaar beroepsactief bent gebleven, en anders 16,5 %.
Daar komen nog andere taksen bovenop. Rekening houdend met 3,55 % RIZIV-bijdrage, 2 % solidariteitsbijdrage en bv. 7 % gemeentelijke opcentiemen wordt 20 %, 18 %, 16,5 % en 10 % resp. 25,75 %, 23,74 %, 22,23 % en 15,66 %. Op de winstdeelnemingen wordt alleen RIZIV- en solidariteitsbijdrage geheven.