De S&P 500 steeg met 0,6% en de Nasdaq met 1,6%.
De Stoxx Europe 50 bleef vrijwel stabiel, evenals de beurs van Frankfurt, die ongetwijfeld werd beïnvloed door het dalende vertrouwen van bedrijfsleiders die voor de maand augustus werd opgetekend.
De Bel 20 betreft deed beter dan het Europese marktgemiddelde en won 0,8%.
Beleggers wachtten geduldig op het symposium van centrale bankiers in Jackson Hole, dat vrijdag van start ging, en op de toespraak van de voorzitter van de Fed. De markten tasten in het duister over hoe de steun aan de Amerikaanse economie verder zal evolueren. De obligatiemarkt gaat er alvast vanuit dat er binnenkort een iets minder soepel beleid zal worden gevoerd. De langetermijnrentes zijn over de hele lijn licht gestegen.
De toeristische sector kreeg bij het begin van de week een duw in de rug. Nu het Amerikaanse gezondheidsagentschap zijn definitieve goedkeuring heeft gegeven voor het vaccin van Pfizer-BioNtech, speculeerden beleggers dat de vaccinatiecampagne zou worden versneld.
Hierdoor ging de luchtvaartsector er met 2,6% op vooruit en veerde de toerismesector in Europa met 3,1% op.
Pfizer had daarentegen te lijden onder winstnemingen en verloor 2,8%.
BioNTech deed het beter en steeg met 6,1%.
Uiteindelijk daalde de gehele gezondheidssector met 1,9%.
De halfgeleidersector won 3,7%.
TSMC, 's werelds grootste halfgeleiderproducent, is van plan zijn prijzen tegen 2022 met 10 à 20% te verhogen.
Samsung Electronics kondigde een investeringsplan ter waarde van 175 miljard euro over 3 jaar aan en zal dit doen om met name zijn aanbod van halfgeleiders te versterken.
De sector werd ook gesteund door het gerucht van een mogelijke fusie tussen het Amerikaanse Western Digital en het Japanse Kioxia.
Binnen de Bel20
Het resultatenseizoen is voorbij en kan als ‘grand cru’ worden bestempeld. In vergelijking met het tweede kwartaal van 2020, dat werd geteisterd door covid-beperkingen, zijn de winsten van de Bel 20-leden met gemiddeld 87% gestegen. De winsten liggen gemiddeld nog onder het niveau van voor de crisis, maar over het geheel genomen zijn de verwachtingen overtroffen, gemiddeld met zo’n 20%.
Argenx (houden), dat zopas een aanvraag heeft ingediend om efgartigimob op de markt te brengen voor de behandeling van myasthenia gravis (ernstige spierzwakte), is 8,7% gestegen. Dit was verwacht, maar de koers van het aandeel blijft erop vooruitgang nu analisten van grote internationale banken positieve rapporten over het bedrijf publiceren. Het aandeel heeft zijn verliezen bijna goedgemaakt en staat nu dicht bij zijn recordhoogte van afgelopen februari (312,20 EUR).
UCB verloor 1,3% en profiteerde dus niet van het groene licht van de Europese Commissie voor het op de markt brengen van bimekizumab tegen psoriasis. Maar dit was geen verrassing.
Melexis steeg met 2,8% en profiteerde van de sterke vorm van de halfgeleidersector (zie ook hierboven).
Aperam is met 2,7% gestegen, in lijn met de trend in zijn sector.
Solvay, dat onlangs een partnerschap is aangegaan met het Taiwanese Shinkong voor de levering van waterstofperoxide aan de halfgeleiderindustrie, gebruikt bij het reinigen en etsen van chips, klom 0,8%. De eerste leveringen worden pas in 2023 verwacht en de bijdrage aan de omzet zal dan nog gering zijn. Maar dit onderstreept eens te meer de marktmogelijkheden van de groep.
De eerder rentegevoelige aandelen zetten de slechtste prestatie van de week neer.
De GVV’s Aedifica, WDP en Cofinimmo verloren respectievelijk 1,5%, 3,4% en 3,7%.
Voor Cofinimmo is de premie op de waarde van haar portefeuille aanzienlijk lager (44%) en het verwachte dividendrendement aanzienlijk hoger (4,5% bruto).
Buiten de Bel 20
De resultaten voor het tweede kwartaal zijn blijven dalen.
EVS steeg in de loop van de week met 15,6% en met 18% sinds 16 augustus, na een zeer goed semester.
Meer info in onze analyse EVS heeft zijn beste 1ste halfjaar van de voorbije 5 jaar achter de rug
Agfa-Gevaert won 2,3%. Het resultaat overtrof enigszins de verwachtingen. Zijn omzet steeg met 11% in het tweede kwartaal en zijn bedrijfsmarge herstelde van 3,9% tot 5,6%. De groep kon de stijging van de grondstofprijzen en van de transportkosten gedeeltelijk doorrekenen in de verkoopprijzen. Uiteindelijk sloot de groep het kwartaal in het groen af met een winst van 0,09 EUR per aandeel. Hoewel alle activiteiten van de groep zich herstellen van de door de pandemie veroorzaakte zwakte, ligt de omzet in het afgelopen kwartaal nog steeds onder het niveau van vóór de pandemie en zet de structurele achteruitgang in de offsetdivisie zich voort. Deze divisie zal in de tweede helft van het jaar nog meer te lijden krijgen van prijsstijgingen van grondstoffen.
Tessenderlo steeg met 1,7%. Zijn halfjaarlijkse omzet steeg met 9,2% en het bedrijfsresultaat vóór afschrijvingen met 1,5%. Dit is iets beter dan de markt had verwacht. Voor het gehele jaar blijft de groep evenwel bij zijn vorige prognoses (bedrijfsresultaat vóór afschrijvingen en waardeverminderingen over het algemeen stabiel), hetgeen de markt enigszins heeft teleurgesteld. De winst voor het eerste halfjaar bedraagt 2,26 EUR per aandeel, een stijging met 13%. Maar exclusief wisselkoerseffecten is er sprake van een lichte daling ten opzichte van een jaar eerder.
Picanol, dat 49,3% van Tessenderlo in handen heeft, steeg 2%. De groep heeft de verwachtingen ruimschoots overtroffen. De verkoop van weefgetouwen, die vorig jaar zwaar te lijden had onder de pandemie, heeft zich hersteld (+66%). Dankzij het hefboomeffect en het vermogen van de groep om de stijging van de grondstofprijzen door te berekenen in haar verkoopprijzen, werd het bedrijfsresultaat van de afdeling (die 25% van de geconsolideerde omzet van de groep vertegenwoordigt) vermenigvuldigd met 5,8. Samen met de resultaten van Tessenderlo steeg de halfjaarwinst op één jaar tijd van 2,10 naar 4,30 EUR per aandeel. Picanol heeft zijn verwachtingen voor het volledige jaar opgetrokken en verwacht nu dat het bedrijfsresultaat vóór afschrijvingen en waardeverminderingen met 10% zal stijgen (voorheen stabiel). Wij zullen onze prognoses (die al iets optimistischer waren dan de vorige doelstellingen van de groep) licht verhogen.
Bij IBA (+5,3%) is de omzet in het eerste halfjaar met 25% gestegen en met 7,1% in vergelijking met het eerste halfjaar van 2019. Het orderboek heeft nieuwe records bereikt. Maar de groep lijdt nog steeds verlies (-0,06 EUR per aandeel), ondanks een strikte kostenbeheersing. Terwijl de verkoop in de categorie andere versnellers het goed doet, blijft de verkoop van protontherapie anemisch en worden nieuwe installaties nog steeds afgeremd door de pandemiebeperkingen. De tweede helft van het jaar zou iets beter moeten zijn op het vlak van rentabiliteit. De koers van het aandeel is gestegen tot het niveau van tijdens de zomer van 2019.
Recticel steeg 3,2% na een weinig verrassend halfjaarresultaat. De omzet is met 59,3% gestegen (+39,7% zonder overnames en wisselkoerseffecten). De vraag naar isolatie- en flexibele schuimproducten blijft sterk. Het verlieslatende bedding begint zich te herstellen. De stijging van de grondstoffenprijzen houdt aan, maar Recticel slaagt erin de effecten ervan door te rekenen in zijn verkoopprijzen. Uiteindelijk heeft de groep, zonder rekening te houden met niet-recurrente elementen, opnieuw winst gemaakt, namelijk 0,49 EUR per aandeel. Voor het hele jaar 2021 bevestigt ze haar streefcijfer voor het bedrijfsresultaat vóór afschrijvingen (123 à 133 miljoen EUR, rekening houdend met de bijdrage van FoamPartner, dat sinds 1 april geconsolideerd is). Wij stellen onze verwachtingen iets naar boven bij. Geen verder nieuws over het overnamebod van Greiner ter waarde van 13,50 EUR.
Koersvariaties van maandagmorgen tot vrijdagmiddag.
Profiteer gratis van al onze aanbevelingen betreffende aandelen! 1 maand gratis!