Artikel

2019 was een schitterend jaar voor de pensioenspaarder in fondsen

2019 was een schitterend jaar voor de pensioenspaarder in fondsen

2019 was een schitterend jaar voor de pensioenspaarder in fondsen

Publicatiedatum: 16 januari 2020
##TIME## min leestijd

Deel dit artikel

2019 was een schitterend jaar voor de pensioenspaarder in fondsen

2019 was een schitterend jaar voor de pensioenspaarder in fondsen

De 19 pensioenspaarfondsen in ons land hebben alle een uitstekend jaar achter de rug. Gemiddeld bedroeg hun winst 15,4%. Dat is het hoogste rendement sinds 2009!

De winst staat ook in schril contrast met 2018, toen de pensioenspaarfondsen gemiddeld 8% in waarde daalden. Het best presterende pensioenspaarfonds is niet toevallig één die zwaar mikt op aandelen in de portefeuille. Argenta Pensioenspaarfonds won 20,6%. Aan de keerzijde van het rendementsspectrum vinden we Belfius Pension Low Equities met een winst van 9,6%. Dat fonds belegt slechts een derde van de portefeuille in aandelen en profiteerde dan ook minder van de beurshausse in 2019.
Om alles te weten te komen over pensioensparen, raadpleeg ons dossier.

Aandelen en obligaties

De Belgische pensioenspaarfondsen zijn zogenaamde gemengde fondsen. Anders gezegd, hun portefeuille is samengesteld uit twee ingrediënten: aandelen én obligaties. Die samenstelling verschilt per fonds en is bepalend voor het risicogehalte en het rendement. Dat laatste kon u bijvoorbeeld al merken aan de rendementen van bovenvermelde twee fondsen die elk in een andere vijver zwemmen.

We kunnen de 19 pensioenspaarfondsen in drie categorieën onderverdelen: dynamisch, neutraal en defensief. De dynamische pensioenspaarfondsen beleggen het grootste deel in aandelen ten koste van obligaties. Zo bestaan er elf op onze markt. De neutrale pensioenspaarfondsen (drie mogelijkheden) zoeken eerder naar een evenwicht tussen aandelen en obligaties. Een laatste categorie zijn de defensieve pensioenspaarfondsen, die vooral in obligaties beleggen en veel minder in aandelen. Defensief wil echter niet zeggen dat u kapitaalbescherming geniet.

Spreidingsregels zijn van tel

Het ene pensioenspaarfonds kan iets defensiever of risicovoller zijn dan het andere, maar de rendementen van de soortgelijke fondsen liggen op lange termijn vrij dicht bij elkaar, enkele uitzonderingen niet te na gesproken. 

Hoe komt dat? Door de spreidingsregels waaraan de fondsenbeheerders zich moeten houden. Die bepalen immers de samenstelling van de portefeuille. Enkel dan mag zo’n fonds worden erkend als een pensioenspaarfonds met belastingvoordeel. Die regels zijn te vinden in het fondsenprospectus.

De belangrijkste zijn:
– maximaal 75% van het fonds mag in aandelen zijn belegd en maximaal 75% in obligaties;
– maximaal 10% in cash;
– maximaal 20% in een andere munt dan de euro;
– maximaal 30% in aandelen van bedrijven met een beurskapitalisatie van drie miljard euro of minder.

De gevolgen laten zich raden. Zo wordt in het aandelengedeelte vooral gekozen voor de grootste beurskapitalisaties binnen de eurozone. Deels omdat het grootste stuk van de portefeuille in euro belegd moet zijn (80%), maar ook deels door de hoge verhandelbaarheid van dat soort aandelen. Aandelen die in heel wat portefeuilles zitten, zijn grote Europese kleppers als AB InBev, Santander, Sanofi, Total. Gemiddeld ging dat soort aandelen 27% hoger. Wall Street dikte aan met 33%!

Al die regels dwingen de beheerders uiteraard om binnen de lijntjes te kleuren. Een beheerder die positief staat tegenover Amerikaanse aandelen mag daar slechts beperkt in beleggen. Maximaal zelfs 15% (= 20% in vreemde munt van maximaal 75% aandelen). En indien dat maximum gehaald wordt, kan niet meer in bijvoorbeeld Britse aandelen worden belegd. Pensioenspaarfondsen verliezen op die manier aan flexibiliteit, zeker in vergelijking met de gewone gemengde fondsen

Tak 21 + tak 23 = tak 44

Ook via een levensverzekering kunt u aan pensioensparen en fiscaal langetermijnsparen doen. Daarbij zijn we vooral geïnteresseerd in een zogenaamd tak 44-contract. 

Dat bestaat uit twee luiken, waarbij u de vrije keuze hebt om te storten in het luik naar wens: de spaarverzekering tak 21 (kapitaalbescherming, vast en momenteel laag rendement) en het verzekeringsfonds tak 23 (risicovol, hoog potentieel rendement). Dat laatste is in feite een beleggingsfonds in een verzekeringsjasje. 

Onze voorkeur gaat uit naar Plan For Life+ van Allianz. Binnen dat plan kunt u kiezen uit een van de drie fondsen die we aanraden: Allianz Strategy Neutral (defensieve portefeuille), Allianz Strategy Balanced (neutrale portefeuille) en Allianz Strategy Dynamic (dynamische portefeuille). Bij het langetermijnsparen komt daar ook AXA Pension Plan R Valor bij.

Hoe presteerden de verzekeringen?

De spreidingsregels die de bancaire pensioenspaarfondsen in acht moeten nemen, gelden NIET voor de verzekeringsproducten. Dat is ook de reden dat een product als AXA Pension Plan R Valor een rendement heeft behaald van 28,1% in 2019. 

De levensverzekering belegt voor het volle pond in het flexibel gemengde fonds R-co Valor, beheerd door Rothschild & Co Asset Management. Eind vorig jaar stak meer dan 40% van de portefeuille in Amerikaanse en Canadese aandelen. Slechts 10% ging naar aandelen uit de eurozone. 

Allianz Strategy Dynamic, dat kan worden gekocht in het kader van pensioensparen en langetermijnsparen, ging vorig jaar 23% hoger. Met dank aan de forse weging in Amerikaanse aandelen. 

Welke opties

Aan pensioensparen doen via een goedgekozen levensverzekering biedt twee grote voordelen tegenover de bancaire beleggingsfondsen. Enerzijds is er de mogelijkheid om uw kapitaal vanuit een risicovol fonds (tak 23) naar een portefeuille met kapitaalbescherming (tak 21) over te hevelen. Anderzijds hebben de beheerders van de fondsen meer vrijheid om te beleggen waar ze willen. In capabele handen is dat een voordeel. 

– Bent u tevreden met uw pensioenspaarfonds en ziet u er geen graten in om uw opgebouwde kapitaal tot aan uw opvraging te laten deinen op de golven van de financiële markten, blijf dan gerust zitten waar u bent. 

– Vindt u het daarentegen belangrijk dat u het risico op kapitaalverlies volledig kunt uitbannen wanneer u dat wilt, dan raden we u aan om te stoppen met storten in uw pensioenspaarfonds en voortaan verder te storten in een tak 44 in het kader van pensioensparen. Dat zal uiteraard des te meer nut hebben des te jonger u bent. Zo kunt u het gros van uw kapitaal opbouwen mét beurspotentieel (en -risico) om het vervolgens risicoloos te maken. 

– 55-plussers die al begonnen zijn met pensioensparen of langetermijnsparen raden we aan om niet te beginnen met tak 44 om fiscale redenen.

Goede jaren voor pensioenspaarfondsen zijn eerder de regel dan de uitzondering

De pensioenspaarfondsen zijn al op onze markt sinds 1987. Gemiddeld boekten ze een winst van 6,7% per jaar. In de 33 jaar dat ze al bestaan, verloren ze in slechts tien gevallen terrein op jaarbasis. 2008 was daarbij het slechtste jaar in de geschiedenis met een verlies van 24% gemiddeld. En 2019 was uiteindelijk het op zeven na beste jaar. Uitstekend dus.

De 8 beste jaren waren de volgende: 
1998 (31,9%), 1997 (23,4%), 1993 (21,8%), 1988 (18,8%), 1996 (17,2%), 2009 (16,2%), 2005 (15,7%) en 2019 (15,4%).