De Nederlandse regering liet eind 2017 weten dat ze van plan was om vanaf 2020 de dividendbelasting af te schaffen. De Belgische belegger met Nederlandse aandelen zou dan niet meer dubbel worden belast en daardoor netto meer overhouden van zijn dividenden. Helaas werd eindelijk besloten om de dividendbelasting dan toch te behouden.
Over het algemeen zullen Nederlandse dividenden dus nog altijd dubbel worden belast
Eerst wordt de Nederlandse roerende voorheffing afgehouden van 15%, en vervolgens de Belgische roerende voorheffing van 30%. Van elke 1 EUR aan Nederlands dividend houdt u netto 0,595 EUR over, ofwel een verschil van 40,5% (= belastingdruk).
Positief voor vastgoedvennootschappen
Volgens de berekeningen van de Nederlandse regering zou de factuur van de afschaffing van de dividendbelasting uitkomen op 1,9 miljard euro. Om dit verlies te compenseren, werd in het regeerakkoord gesuggereerd de winst van Nederlandse vastgoedvennootschappen te belasten tegen 21%. Dit zou echter op hun rendabiliteit wegen en bijgevolg op het dividendpotentieel. Een hogere belastingdruk zou tevens een weerslag hebben op de Nederlandse vastgoedactiva van sommige Belgische vastgoedvennootschappen zoals WDP, Retail Estates…
De Nederlandse premier Rutte kondigde op 16 oktober echter aan dat de Nederlandse vastgoedsector toch geen hogere belastingen zal moeten ophoesten, nu de Nederlandse dividendbelasting blijft. Dit is goed nieuws voor de Belgische GVV’s die actief zijn in Nederland. Ter illustratie: de logistieke vastgoedspeler WDP rekende op een negatieve impact van 3% op de winst.
Keuzedividend in aandelen: vrijgesteld
In sommige gevallen hoeft u geen Nederlandse roerende voorheffing (15%) te betalen, namelijk wanneer een Nederlands bedrijf zoals Aegon of PostNL een keuzedividend uitkeert (= aandeelhouder krijgt de keuze om het dividend in cash of in aandelen te ontvangen, of een combinatie van beide) en u voor bijkomende aandelen kiest.