De eerste pijler
De eerste pijler staat voor uw wettelijk pensioen en wordt door de overheid aan u uitgekeerd eens u op pensioen bent. Voor werknemers ligt het gemiddelde pensioen rond 1 281 euro bruto. Voor zelfstandigen is dat gemiddeld slechts 751 euro bruto terwijl ambtenaren kunnen rekenen op gemiddeld 2 511 euro bruto.
Het wettelijk pensioen zal vaak niet volstaan om uw levensstandaard aan te houden, waardoor u zelf via de andere pijlers een extra pensioen kunt opbouwen.
De tweede pijler
Als werknemer kunt u via de werkgever een aanvullend pensioen opbouwen via een groepsverzekering of pensioenfonds. Zowel de werknemer als de werkgever kunnen bijdragen storten. Zelfstandigen kunnen een aanvullend pensioen opbouwen via een VAPZ-contract (Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen).
De derde pijler
Onder de derde pijler valt het pensioensparen en het langetermijnsparen. Daarmee bouwt u individueel een aanvullend pensioen op en genieten de stortingen een belastingvoordeel (de fiscus helpt dus een handje mee).
Dat belastingvoordeel bedraagt, voor het pensioensparen, 30% als u maximaal 990 euro stort in 2021 en 25% als u meer stort dan 990 euro en maximum tot 1 270 euro. Voor het langetermijnsparen is het belastingvoordeel 30% en kan in 2021 maximaal 2 350 euro worden gestort (dit plafond hangt van uw inkomsten af).
De vierde pijler
Deze pijler omvat alles wat niet onder de vorige drie valt. Het gaat om pensioenopbouw zonder fiscale voordelen door te sparen of te beleggen voor de oude dag.
Ons advies
Het opbouwen van een aanvullend pensioen via de derde pijler (individueel pensioensparen) bevelen we zowel jong als oud sterk aan.
Voor meer praktische informatie, surf naar onze rubriek pensioensparen.