Nominale waarde uitgelegd
De nominale waarde is de waarde waartegen de obligatie wordt uitgegeven en die de emittent op de eindvervaldag zal terugbetalen, op voorwaarde dat de emittent geen financiële moeilijkheden kent. De nominale waarde van een obligatie is doorgaans 1 000 euro of 1 000 dollar per stuk (in vakjargon per ‘coupure’). De rente van een obligatie hangt af van de coupon, die berekend wordt op basis van de nominale waarde. Stel dat een obligatie met een nominale waarde van 1 000 euro een coupon van 2% biedt, dan levert u dat elk jaar 20 euro (1 000 euro × 2%) aan rente op.
Tussentijdse prijsevolutie
Een obligatie kan tijdens de looptijd worden gekocht en verkocht. De prijs wordt dan uitgedrukt als een percentage van de nominale waarde. Een prijs van 98% betekent dat de obligatie 980 euro waard is. De prijs kan ook hoger liggen dan de nominale waarde, bv. als de prijs 102% is, dan wordt de obligatie op 1 020 euro gewaardeerd. De prijs van een obligatie kan tijdens de looptijd door meerdere factoren afwijken van de nominale waarde.
Een belangrijke factor is de evolutie van de rentevoeten. Een daling van de rente doet de prijs van een obligatie stijgen. Omgekeerd geldt ook. Een andere belangrijke factor is de financiële situatie van de emittent. Als die tijdens de looptijd verslechtert, kan dat zich vertalen in een daling van de prijs. En een verbetering van de financiële situatie zal net het omgekeerde teweegbrengen.
De prijs van een obligatie kan tijdens de looptijd dus afwijken van de nominale waarde. Afhankelijk van de prijsevolutie kan het verkopen van een obligatie u een min- of meerwaarde opleveren. De belegger die een obligatie tot de vervaldag aanhoudt, is er zeker van dat hij of zij de nominale waarde terugkrijgt (tenzij de emittent failliet gaat).
Profiteer gratis van al onze uitleg rond obligaties. 1 maand gratis!