De futloze olieprijs blijft wegen op het aandeel.
Dat is sinds begin dit jaar met slechts 7,4% gestegen.
Om de koers aan te zwengelen, zal er méér nodig zijn dan enkel het plan 2026-2030.
HOUDEN.
Chevron stelt zijn plan 2026-2030 voor. Grote verrassingen bevat dat niet. De Amerikaanse oliemaatschappij blijft de nadruk leggen op de jaarlijkse toename van de beschikbare liquiditeiten (cash na investeringen). Ze wil die met minstens 10% doen aandikken, dit teneinde over voldoende middelen te blijven beschikken om cash terug te laten vloeien naar de aandeelhouders. Tegelijk verlaagt Chevron de vork van de bedragen die het zal besteden aan investeringen (maar de exploratiekosten gaan wel nog altijd in stijgende lijn…).
Qua uit te keren bedragen trekt Chevron zijn doelstellingen echter niet op, iets wat bij de aandeelhouders wellicht beter zou zijn gevallen.
Voorts wil Chevron de winst per aandeel met minstens 10% per jaar zien stijgen. Voorwaarde is wel dat een vat Brent-olie 70 USD kost (thans 64 USD). Een redelijke hypothese, zelfs als we rekening houden met de prognoses van het Internationaal Energieagentschap (IEA), dat verwacht dat de vraag naar olie van nu tot 2050 met hooguit 13% zal toenemen.
Om de winst en de beschikbare cash te doen aandikken, rekent Chevron op een toename van de productie van fossiele brandstoffen met 2 à 3% per jaar (een gelijkaardig plan zien we bij concurrent Exxon). Zowel voor olie, gas als lng zal het bedrijf zijn grote winningszones (Perm-bekken, Guyana, Golf van Mexico, Australië) blijven ontwikkelen.
Maar aangezien Chevron zijn productie gaat opdrijven om cash te genereren, werkt het (net als zijn concurrenten) de toename van het wereldwijde aanbod en dus het risico op een overaanbod in de hand. En dat drukt de olieprijs.
Koers op het moment van de analyse: 153,62 USD
De Amerikaanse olie- en gasmaatschappij Chevron beslaat de hele keten (exploratie, productie, raffinage, distributie). Ze haalt het leeuwendeel van haar winst uit de activiteit exploratie/productie.
