Het wetsvoorstel kan nog worden aangepast en moet nog door de Kamer worden gestemd vooraleer het in voege treedt. We zetten alles op een rij.
Voor de spaarder
De vrijstelling van interesten op gereglementeerde spaarrekeningen wordt teruggeschroefd van 990 euro naar 980 euro. De meeste spaarders zullen dit plafond echter niet overschrijden gezien de spaarrente erg laag ligt.
Voor de belegger
Wie in 2020 dividenden ontvangt van aandelen of coöperatieve aandelen, kon de eerste schijf van 812 euro volgend jaar in zijn belastingaangifte aangeven en tot 243,60 euro aan roerende voorheffing terugvorderen (30% van 812 euro).
Dat bedrag wordt echter verlaagd naar 800 euro. U kunt in uw volgende belastingaangifte bijgevolg tot slechts 240 euro terugvorderen (30% van 800 euro).
Voor de pensioenspaarder
Het terugdraaien van de indexering geldt niet voor het individueel pensioensparen. U mag dit jaar nog steeds tot 990 euro in een pensioenspaarverzekering of pensioenspaarfonds storten waarna u een belastingvoordeel van 30% geniet. U kunt ook tot 1 270 euro storten, maar dan is het belastingvoordeel beperkt tot 25%. Ook dit bedrag wordt voor de volgende drie jaar bevroren.
Voor het langetermijnsparen daarentegen wordt het plafond wel teruggeschroefd van 2 390 euro naar 2 350 euro. Als u uw contract voor 2020 nog niet hebt volgestort en uw stortingen automatisch gebeuren, dan raden we u aan uw verzekeraar te vragen rekening te houden met het verlaagde plafond.
Hebt u uw contract dit jaar wel al volgestort? Dan levert de 40 euro die u te veel stortte, u geen belastingvoordeel op. Wel zult u op dit bedrag eindbelasting moeten ophoesten. Bovendien betaalde u hierop een premietaks van 2% en eventuele instapkosten.
We vinden dat de verzekeringsmaatschappijen deze 40 euro op aanvraag zouden moeten terugstorten. Een andere oplossing is dat, zoals dit in het verleden al werd toegepast, het bedrag als een voorschot wordt beschouwd voor 2021.
Profiteer gratis van al onze info’s ivm de fiscaliteit van uw beleggingen 1 maand gratis!