Of wij daarvan schrikken? Allerminst, we hadden het zelfs voorspeld. Net zoals bij de speculatietaks op meerwaarden bij de herverkoop van aandelen binnen de 6 maanden (die taks was een nog korter leven beschoren), waren ook bij de effectentaks de gebreken al duidelijk van bij de start. Op 12 maart 2018, drie dagen na de publicatie van de wet, schreven wij:
“Hoewel de taks de ‘sterkste schouders’ viseert (lees: hoogste capaciteit om bij te dragen), zijn blijkbaar toch niet alle spaarders gelijk voor de wet. Zo blijven o.a. effectenrekeningen van vennootschappen, aandelen op naam, levensverzekeringen en vastgoed buiten schot. Dat zijn toch zaken die het Grondwettelijk Hof, dat zich eerstdaags al zou moeten buigen over een bezwaar, als discriminerend zou kunnen beschouwen.
Bovendien heeft de nieuwe taks de negatieve bijwerking dat hij beleggers in de richting van producten zal duwen die niet noodzakelijk het meest aangewezen voor hen zijn. Om die vervolgens in de toekomst misschien ook te gaan belasten. Los van deze specifieke maatregel pleiten wij al geruime tijd voor een stabiele, neutrale en samenhangende benadering van de spaar- en beleggingsfiscaliteit in zijn totaliteit. Spaarders en beleggers moeten vrij kunnen kiezen voor producten die daadwerkelijk beantwoorden aan hun profiel en hun financiële behoeften, zonder dat ze zich bij hun keuzes (noodgedwongen, want het niet doen, zou onverstandig zijn) laten leiden door fiscale overwegingen.”
Vandaag, 1 jaar en 7 maanden later, moeten we geen letter van die woorden terugnemen. Je kan zelfs luidop de vraag stellen of het hier om amateuristisch geklungel gaat, dan wel om opgezet spel (lees: politieke berekening). Nu er onderhandeld moet worden over een nieuw federaal regeerakkoord, brengen we graag alle partijen de noodzaak van een rechtvaardig beleid in herinnering, en dan met name de nood aan een coherente aanpak van inkomsten uit sparen en beleggen en van de stimuleringsmaatregelen voor langetermijnsparen.
Ongrondwettelijke taks
Dat het Grondwettelijk Hof de effectentaks vernietigd heeft is geen grote verrassing, maar helaas worden de gevolgen van deze discriminerende wet voor de belastingen van 2018 en 2019 door het Hof bevestigd.
Dat het Hof de taks handhaaft die in december door de banken moet worden betaald, of later voor wie de aangifte in juni/juli 2020 zelf zal doen, is schokkend. Te meer omdat het erop neerkomt dat de regering ongrondwettelijke belastingen kan invoeren en dat alles wat geïnd zal kunnen worden (en zelfs nog meer) zonder al te veel problemen door het Hof zal worden bevestigd. En dat is eens zo gunstig naarmate een taks meer oplevert aangezien de teruggave ervan budgettaire gevolgen heeft voor de Staat. Dit is de voornaamste reden om de gevolgen van deze ongrondwettelijke taks te handhaven. Dit is resoluut een stap terug voor de rechtsstaat.
Er mag verwacht worden dat nieuwe beroepsprocedures zullen worden aangetekend, met name tegen de nog te betalen belastingen. Helaas is het moeilijk om nu al te zeggen wat de rechtbanken zullen beslissen.
Wat gaat de huidige (in lopende zaken) regering doen, en wat gaat de toekomstige regering doen als zij wordt gevormd? De taks aanpassen om tegemoet te komen aan de opmerkingen van het Hof of ze gewoonweg schrappen? Het groen licht dat het Hof heeft gegeven om de taks voor 2019 verder te innen en daarbij het risico te lopen dat er nieuwe gerechtelijke beslissingen worden genomen die de teruggave van de geïnde taksen zouden kunnen gelasten?
De onzekerheden zijn talrijk.
Wat betekent deze situatie voor u?
– De belasting voor 2018 (periode van 31 maart 2018 tem 30 september 2018) wordt niet geannuleerd.
– De belasting voor 2019 (periode van 31 december 2018 tem 30 september 2019) eveneens niet. De banken zullen de belasting bij hun klanten waarvan de gemiddelde waarde van de belastbare effecten meer dan 500 000 euro bedraagt, innen en deze belastingen uiterlijk op 20 december 2019 aan de belastingdienst betalen. Als u effectenrekeningen heeft die verdeeld zijn over meerdere banken en u de drempel van 500 000 euro bij één of meer van deze banken niet bereikt, kunt u er binnenkort voor kiezen dat de banken de belasting inhouden en aan de fiscus betalen (lees: opt-in).
– Voor de volgende periode, van oktober 2019 tot september 2020, zal er geen belasting op effectenrekeningen worden geheven, tenzij een nieuwe wet een gecorrigeerde belasting weer in het zadel helpt. Rekening houdend met de wijzigingen die in de belasting moeten worden aangebracht, achten wij dit onwaarschijnlijk. Voor de belastingen van 2018 (periode: 1 januari 2018 tot 30 september 2018) en 2019 (periode: 1 oktober 2018 tot 30 september 2019) is in theorie nog steeds beroep mogelijk, maar het is zeer moeilijk om de slaagkans en de duur van de procedure in te schatten. Voor de belasting van 2018 moet het verzoek tot teruggave uiterlijk eind 2019 worden ingediend. Voor de belasting van 2019 kan beroep worden aangetekend tot eind 2020.
Voor wie de mogelijkheid heeft om te kiezen voor het afhouden van de taks door de banken waar u gemiddeld minder dan 500 000 euro had voor de periode van oktober 2018 tot september 2019, raden wij af om hiervoor te kiezen. Als de overheid medio 2020 (periode wanneer de aangifte moet worden ingediend indien nog niet ingehouden) van deze belasting zou moeten afzien, kunt u zich de moeite besparen van het indienen van een bezwaarschrift om de verschuldigde belasting terug te krijgen. Gebeurt echter niets, dan moet u zelf online aangifte doen.