De drie pijlers van het pensioen in België
In België steunt het pensioenstelsel op drie aanvullende niveaus.
De eerste pijler, het wettelijk pensioen, wordt gefinancierd via de sociale zekerheid. Het is een vervangingsinkomen dat door de overheid wordt uitbetaald vanaf de wettelijke pensioenleeftijd. De hoogte ervan hangt af van je loopbaan, je professionele statuut en je sociale bijdragen. Maar in de meeste gevallen volstaat het niet om je levensstandaard te behouden.
De tweede pijler omvat de aanvullende pensioenen die via de werkgever worden georganiseerd: groepsverzekering, individuele pensioentoezegging (IPT) of VAPZ (voor zelfstandigen). Dit systeem biedt een aanvulling op het wettelijk pensioen, maar is enkel beschikbaar via een arbeidsovereenkomst of specifieke beroepsstructuur.
De derde pijler draait rond individueel sparen met fiscaal voordeel, pensioensparen dus. Je bouwt op eigen tempo een kapitaal op, met steun van de fiscus, en los van je beroepsstatuut. In deze opleiding focussen we op deze derde pijler.
Een wettelijk pensioen dat niet volstaat
Je wettelijk pensioen ligt vaak flink lager dan je laatste loon. Het is meestal niet genoeg om je dagelijkse uitgaven te blijven dragen of om je levensstijl na je pensioen te behouden. Zeker niet als je eigenaar bent van een woning met vaste lasten, als je wilt reizen, je kinderen wilt helpen, of gewoon comfortabel wilt blijven leven.
Met andere woorden: je kunt niet uitsluitend op de overheid rekenen voor je financiële toekomst.
Een aanvullend kapitaal is onmisbaar
Zelf een kapitaal opbouwen is vandaag essentieel. Niet alleen om het inkomensverlies na je pensioen op te vangen, maar ook om inflatie en de stijgende kosten van levensonderhoud het hoofd te bieden.
Pensioensparen is een van de manieren om dat te doen - al zal het waarschijnlijk ook niet volstaan op zich - en het biedt je tegelijk een fiscaal voordeel. Met enkele honderden euro's per jaar bouw je systematisch kapitaal op. Het dwingt je tot regelmaat, en je krijgt er een belastingvermindering voor in de plaats.
Dat kapitaal kun je later flexibel gebruiken: als extra inkomen, voor een persoonlijk project of om onverwachte kosten op te vangen.
Voor wie? En wanneer begin je best?
Elke Belgische belastingplichtige vanaf 18 jaar kan een pensioenspaarproduct openen en genieten van het fiscale voordeel (op voorwaarde dat je effectief belastingen betaalt). De laatste storting moet gebeuren uiterlijk op 31 december van het jaar waarin je 64 wordt.
Hoe vroeger je start, hoe sterker het effect van kapitalisatie in jouw voordeel speelt. Zelfs met kleine jaarlijkse bedragen kun je over 30 of 40 jaar een mooi kapitaal opbouwen.
Maar het is nooit te laat om te beginnen. Zelfs als je pas op je 45e of 50e start, kun je via pensioensparen nog een aanvullend kapitaal opbouwen en jaarlijks een fiscaal voordeel meepikken. Waarom zou je dat laten liggen?
Pensioensparen en andere opties
Pensioensparen is niet de enige manier om een aanvullend pensioen op te bouwen. Andere mogelijkheden zijn:
- Langetermijnsparen, via een klassieke levensverzekering. Dit kan ook een fiscaal voordeel opleveren, maar onder andere voorwaarden.
- Zelf beleggen, zonder fiscaal voordeel, maar met meer vrijheid. Men noemt dit ook wel de vierde pijler.
Je kunt die opties gerust combineren.
Takeaways
- Het Belgische pensioenstelsel steunt op drie pijlers, waarvan jij enkel op de derde echt invloed hebt.
- Het wettelijk pensioen volstaat vaak niet om jouw levensstandaard te behouden.
- Pensioensparen laat je toe zelf kapitaal op te bouwen, met fiscaal voordeel.
- Iedereen tussen 18 en 64 jaar kan eraan deelnemen.
- Hoe vroeger je start, hoe groter het kapitaal én het belastingvoordeel op lange termijn.