- Beleggen
- Fondsen- en ETF
- Nieuws over fondsen en ETF’s
- PRIIPS en MIFID II: twee belangrijke nieuwe Europese wetgevingen
PRIIPS en MIFID II: twee belangrijke nieuwe Europese wetgevingen
5 jaar geleden - woensdag 21 maart 2018De nieuwe regels zijn complex en er wordt volop gewerkt om ze allemaal geïmplementeerd te krijgen. Schrik dus niet wanneer uw instelling bijvoorbeeld knipt in het fondsenaanbod (al dan niet tijdelijk) of wanneer u bij het intekenen op een fonds nog geen kostensimulatie te zien krijgt.
De nieuwe financiële regelgeving zal o.a. de transparantie nog verder verbeteren. Vooral wat de kosten betreft zal de belegger voortaan een beter overzicht krijgen. Beleggers zullen beter in staat zijn om de verschillende instellingen met elkaar te vergelijken. Dat zou de concurrentie moeten aanwakkeren en leidt hopelijk tot het dalen van de totale kostprijs om te beleggen.
De regelgeving zorgt er ten slotte ook voor dat u in een adviesomgeving in principe slechts producten kunt kopen die passen bij uw risicoprofiel en beleggingshorizon. Dat moet u een extra beschermingslaag bieden.
PRIIPs staat voor ‘Packaged Retail and Insurance based Investment Products’
Deze wetgeving voorziet hoe de uitgever van een bancair beleggingsproduct zijn zogenaamde Key Information Document (KID) moet opstellen.
Zo’n gestandaardiseerde infofiche of KID bestaat uit twee, soms uit drie, pagina’s en bespreekt in één oogopslag het beleggingsbeleid, de risico’s en de kosten van het beleggingsproduct in kwestie. Daarmee kunt u als belegger beter inschatten aan welk avontuur u begint. Het maakt het ook eenvoudiger om verschillende beleggingsproducten met elkaar te vergelijken.
Voor bancaire beleggingsfondsen bestaat zo’n document (genaamd KIID) al een aantal jaren. Dat wordt nu uitgebreid naar o.a. gestructureerde obligaties en beleggingsverzekeringen (tak 23).
Sinds 1 januari mag een financiële tussenpersoon geen product meer aanbieden zonder een KID (of KIID) in de taal van de belegger. Dat heeft geen impact op het bancaire fondsenaanbod, maar des te meer op het trackeraanbod. Nu de verplichting geldt om zo’n document in de taal van de belegger te leveren, zal het ETF-aanbod voor de Belgische belegger verschralen. Heel wat Amerikaanse trackers, te herkennen aan hun ISIN die met US begint, zult u niet meer kunnen kopen omdat de uitgevers van die trackers geen Europese KIID voorzien, laat staan een document vertaald in het Nederlands.
Wat Europese trackers betreft (ISIN beginnend met bijvoorbeeld IE(rland), FR(ankrijk) en LU(xemburg)) zijn de uitgevers druk in de weer met het opstellen van een KID/KIID in verschillende talen. Het kan nog voorkomen dat bepaalde trackers nog niet te krijgen zijn omdat hun KID nog niet in orde is. Van zodra dat wel het geval is, zult u in principe de tracker opnieuw kunnen kopen bij uw tussenpersoon.
Doordat tal van Amerikaanse trackers niet meer bij uw instelling mogen worden gekocht en in onze fondsenselectie enkele voorkwamen, hebben we ze vervangen door evenwaardige alternatieven. Een voorbeeld is het in goud beleggende iShares Gold Trust dat we vervangen hebben door o.a. iShares Physical Gold.
Voor alle andere gevallen, gebruik onze fondsenselector.
MiFID of Markets in Financial Instruments Directive
Dit is een handleiding (maar ook veel meer dan dat) die uw tussenpersoon strikt moet volgen bij het aanbieden van beleggingen of bij het verlenen van beleggingsadvies. MiFID II is de strengere opvolger van MiFID, die in oktober 2007 werd ingevoerd. MiFID II is grotendeels een reactie op de financiële crisis van 2008.
Onder MiFID II is uw financiële tussenpersoon verplicht om te kiezen tussen het verlenen van afhankelijk beleggingsadvies of onafhankelijk beleggingsadvies. Een ingrijpende keuze voor uw tussenpersoon waarbij bepaald wordt of hij nog retrocessies op fondsen mag ontvangen of niet.
– Afhankelijk advies
De Belgische financiële tussenpersonen kozen echter massaal voor het afhankelijke advies. De instellingen mogen daardoor nog altijd retrocessies blijven ontvangen, zoals vroeger. Wat wél verandert, is dat ze daarover transparanter moeten communiceren. Zo zal het voor u als klant nu haarfijn duidelijk worden hoeveel uw tussenpersoon aan u zal verdienen.
– Onafhankelijk advies
Als uw tussenpersoon heeft gekozen om onafhankelijk advies te verlenen, dan moet er een ruim voldoende beleggingsaanbod zijn in de zin dat er niet enkel beleggingen te krijgen zijn van de instelling zelf maar ook beleggingen van verschillende andere aanbieders.
Hij mag in dat geval ook geen retrocessies meer aanvaarden van de fondsenhuizen. Indien hij er wel nog ontvangt, moet hij die aan u terugstorten.
Laat u uw geld beheren door uw tussenpersoon onder een (discretionair) mandaat, geldt dezelfde regeling. Ter compensatie van dat verlies aan inkomsten werden de jaarlijkse beheerkosten voor het discretionaire beheer opgetrokken. In principe zou de eindfactuur voor u als klant wel lager moeten liggen als voorheen.
– Risicoprofiel
Vooraleer uw tussenpersoon u beleggingsadvies mag geven en om te weten welke type beleggingen bij uw profiel passen, dient hij te beschikken over uw risicoprofiel. Dat wordt bepaald aan de hand van uw beleggingsdoelstellingen, uw financiële situatie en uw kennis en ervaring als belegger. Onder MiFID II zal bijvoorbeeld meer aandacht worden besteed aan hoezeer u als belegger bereid bent om uw kapitaal te riskeren. Uw tussenpersoon zal u op basis van uw antwoorden niet zomaar elk beleggingsproduct mogen aanraden.
– Transparantie
Alle instellingen moeten voortaan duidelijker over de kosten communiceren aan de klant. Zowel over de effectief betaalde kosten als over een simulatie van de kosten bv. bij het intekenen van een fonds.
Geheel nieuw is het kostenoverzicht dat uw tussenpersoon u jaarlijks zal bezorgen. Daarop zult u in detail alle kosten terugvinden die uw financiële tussenpersoon u dat jaar heeft aangerekend, rechtstreeks of onrechtstreeks. Ook de kosten die u op het eerste gezicht niet ziet (bv. retrocessies), zult u dan ook in detail kunnen bekijken.
Ook zult u bij de aankoop van uw belegging een simulatie krijgen van de kosten en de impact ervan op het rendement. In het verleden gaf uw tussenpersoon al de eventuele in- en uitstap-kosten als de beheervergoeding in een percentage weer. Nieuw is dat de kosten nu ook in een absoluut bedrag moeten worden uitgedrukt. Het voorbeeld hieronder geeft weer hoe zo’n kostensimulatie eruit kan zien.