De autosector en de elektrische transitie

De overgang naar elektrische auto's verloopt trager dan verwacht.
De overgang naar elektrische auto's verloopt trager dan verwacht.
De overgang naar elektrische auto’s vertraagt. Overheden en verschillende grote fabrikanten temperen hun ambities.
Hoe dan ook, onze waakzaamheid tegenover de autosector blijft noodzakelijk.
De waarderingen van grote groepen zoals Volkswagen of BMW lijken aantrekkelijk (de koersen vertegenwoordigen 5 tot 7 keer de verwachte winsten per aandeel).
Maar de onzekerheid vraagt om voorzichtigheid.
Houd Volkswagen VZ, BMW, Mercedes en Porsche.
Verkoop Tesla, Renault en Stellantis, waarvoor het risico groter is.
De doelstellingen voor de geleidelijke elektrificatie van auto’s worden versoepeld.
Dat vermindert een groot risico: dat van een te snelle overgang, die de Europese autosector had kunnen destabiliseren.
De groepen kunnen nu onrendabele projecten schrappen of uitstellen, en zich richten op goedkopere modellen die beter aansluiten bij de massamarkt.
Bovendien kunnen de enorme investeringen die vooraf gepland waren (zoals batterij-gigafabrieken en mijnbouwpartnerschappen) over een langere periode worden uitgesmeerd, wat de financiële druk op sommige fabrikanten verlicht.
Maar de transitie wordt alleen vertraagd, niet opgegeven.
En de uitdagingen blijven: Chinese concurrentie, industriële overcapaciteit, afhankelijkheid van zeldzame materialen die nodig zijn voor batterijen, technologische complexiteit en geopolitieke spanningen. Daarbovenop komen nog de conjuncturele problemen: inflatie, stijgende productiekosten en een aarzelende vraag.
De weg naar duurzamere mobiliteit blijft vol hindernissen, met technologische, geopolitieke en financiële uitdagingen.
De Chinese concurrenten die naar Europa komen, bepalen het tempo met betaalbare voertuigen en een hoge industriële flexibiliteit.
De onzekerheid over het regelgevend kader en de hoge prijzen drukken de vraag.