Europa: zeldzame aardmetalen?
Europa heeft zojuist zijn nieuwe strategie gepresenteerd om de afhankelijkheid van buitenlandse strategische grondstoffen te verkleinen.
Europa heeft zojuist zijn nieuwe strategie gepresenteerd om de afhankelijkheid van buitenlandse strategische grondstoffen te verkleinen.
De vraag naar aardmetalen zal de komende jaren nog toenemen, maar de markt blijft erg volatiel door de lage verhandelde volumes: in 2024 bedroeg de wereldproductie van de 17 zeldzame aardmetalen minder dan 400 000 ton (t.o.v. 20 miljoen ton voor koper bijvoorbeeld). Een nieuwe mijn, een onverwachte stijging van de vraag, of politieke beslissingen (zoals de Chinese restricties) kunnen de prijzen sterk beïnvloeden.
Beleggers met een hoge risicotolerantie mogen positie innemen via VanEck Rare Earth and Strategic Metals ETF.
In onze aandelenselectie is Solvay koopwaardig: de fabriek in het Franse La Rochelle is de enige buiten China die alle 17 zeldzame aardmetalen op industriële schaal kan raffineren. Ze kan uitgroeien tot de draaischijf van de Europese productie.
De zeldzame aardmetalen en andere kritieke grondstoffen zoals lithium en kobalt zijn onmisbaar in heel wat sectoren: hernieuwbare energie, technologie, defensie, autosector, enz. Door de energietransitie en de digitale revolutie is de vraag fors toegenomen, met sinds 2015 een gemiddelde groei op jaarbasis van 13%. In tegenstelling tot wat hun naam laat vermoeden, komen zeldzame aardmetalen relatief overvloedig voor in de aardkorst, maar niet in ontginbare hoeveelheden (technisch complex om ze boven te halen, vergt veel energie, water en chemicaliën).
Zeldzame aardmetalen zijn bovendien zeer ongelijk verdeeld over de wereld. Sinds de jaren 1980 heeft China, dat ongeveer 40% van de wereldreserves bezit, zijn productie massaal uitgebouwd. Vandaag staat het in voor meer dan de helft van de ontginning en maar liefst 90% van de raffinage. Dat laatste is te danken aan een doelbewuste strategie om zich te verzekeren van extra bevoorrading uit de groeilanden, en aan een technologische knowhow die China een onaantastbaar kostenvoordeel geeft. Die dominante positie maakt 's werelds economieën, en in het bijzonder de Europese Unie, met een eigen productie die marginaal blijft, heel sterk afhankelijk van China.
Of het nu gaat om kobalt en lithium voor batterijen, om magneten die van essentieel belang zijn voor elektrische auto's, windturbines en defensiesystemen, Europa is vandaag bijna volledig afhankelijk van het buitenland voor zijn bevoorrading van kritieke materialen. Die afhankelijkheid vormde decennialang geen probleem, maar in de huidige context van gespannen handelsrelaties is dat niet langer zo. De controle over deze strategische grondstoffen is uitgegroeid tot een wapen, en China aarzelt niet om het te gebruiken. Om Washington te dwingen zijn douanerechten te verlagen, beperkte Peking de export van sommige aardmetalen en van de technologische producten waarin ze verwerkt zitten. Dat hebben de Europese bedrijven, in de tang genomen door het conflict tussen China en de VS, meteen gevoeld. Hoewel die beperkingen sinds de daling van de Amerikaanse invoertarieven voorlopig opgeschort zijn tot november 2026, hebben ze de grote kwetsbaarheid van Europa pijnlijk blootgelegd. Dat is meteen ook de reden waarom de Commissie nu haar programma voor bevoorradingszekerheid wil versnellen.
In 2023 heeft de EU zichzelf uiterst ambitieuze doelstellingen opgelegd tegen 2030: 10% van haar behoeften zelf produceren, 40% raffineren, en 25% recycleren. Bovendien mag de afhankelijkheid van één leverancier niet uitstijgen boven de 65%. En dat in een markt die dus helemaal door China wordt gedomineerd. Die doelstellingen werden op 3 december jongstleden bevestigd in het plan REsourceEU, dat steunt op 47 projecten voor ontginning, recyclage en verwerking, aangevuld met partnerschappen met producerende landen zoals Australië, Canada en Chili. Ook zal er een Europees centrum voor strategische grondstoffen komen, om aankopen en voorraden te centraliseren. Dat Europa zijn doelstellingen zal halen, lijkt weinig waarschijnlijk: heel wat projecten liepen al vertraging op door administratieve obstakels en strenge milieunormen. De meest veelbelovende mijnbouwprojecten, o.a. in het noorden van Zweden, zullen pas over een tiental jaar operationeel zijn. Bovendien zijn de budgetten ontoereikend: de EU voorziet 3 miljard euro over twaalf maanden om haar strategische autonomie te versterken. Ter vergelijking: China investeerde in het eerste halfjaar van 2025 alleen al 23 miljard dollar in de ontginning van grondstoffen in Kazachstan.