Goudmijnen op recordniveau
Goudmijnen bieden een groot potentieel dankzij het hefboomeffect, maar hun volatiliteit is hoog.
Goudmijnen bieden een groot potentieel dankzij het hefboomeffect, maar hun volatiliteit is hoog.
Beperk het gewicht van goudmijnaandelen tot 5% van je portefeuille via een gespreid fonds zoals L&G Gold Mining UCITS ETF. Het belegt in de grootste goudproducenten ter wereld. Het fonds heeft in het verleden al meermaals bewezen zijn mannetje te staan tegenover de concurrentie op het vlak van prestaties, risico en spreiding. Het is wat ons betreft een uitstekend product om de markt te betreden.
Dit fonds behaalde een rendement van 90,6% over 1 jaar en een gemiddeld jaarlijks rendement van 48,8% over 3 jaar en 17% over 5 jaar.
Het is belegd in Canada (45% van de portefeuille), de Verenigde Staten (30%), Zuid-Afrika (13%) en Australië (11%), met sterke namen zoals Newmont, Agnico-Eagle Mines, AngloGold Ashanti, Kinross Gold en Gold Fields.
In januari hebben we in een analyse van de veelbelovendste sectoren voor 2025 gepleit voor een belegging in goudmijnen. De reden was simpel. Goud presteerde zeer goed op de beurs, maar de beleggers in gouddelvers bleven ferm op hun honger zitten. Nochtans moeten zo’n bedrijven met een hefboom reageren op de evolutie van het edelmetaal. Omdat we ervanuit gingen dat het gele metaal opnieuw een goed jaar tegemoet ging gaan, leidde dat volgens ons tot een onhoudbare situatie die vroeg of laat moest keren. En óf het tij keerde in het voordeel van de bedrijven uit de sector.
Dit jaar breekt de sector immers alle records, zowel op als naast de beursvloer. Zo stond dé referentie in de sector, VanEck Gold Miners ETF (GDX), op 16 oktober op een winst van 108% sinds januari. Eind oktober bleef daar nog altijd een winst van 90% van over (zie verder). Die klim is gewettigd als we kijken wat er naast de beursvloer gebeurde. De omzet-, cashflow- en winstcijfers van de bedrijven uit de sector – denk daarbij aan klinkende namen zoals Newmont, Agnico Eagle Mines, Barrick Gold, Anglogold Ashanti en Gold Fields – scheren de hoogste toppen ooit. Binnenkort krijgen we wellicht te horen dat de winstgroei voor het negende kwartaal op een rij dubbele cijfers zullen vertonen. En dat alles dankzij een combinatie van kostenbesparingen, beter omspringen met reserves (minder doorverkoop tegen vaste prijzen in de toekomst bijvoorbeeld), vernieuwde infrastructuur en beter management.
De enige smet op de cijfers is de daling van de goudproductie bij de grote jongens zoals Barrick (-8% op jaarbasis) en Newmont (-16%).
De sector was meer dan ooit klaar om te oogsten. En omdat niemand had voorspeld dat de goudprijs zo’n enorme klim zou maken (+52% in dollar dit jaar, +36% in euro), viel het geld dan ook met bakken uit de hemel. De gemiddelde productiekosten om goud uit de grond te halen bedragen zo’n 1 600 dollar per goudons. Tegen een goudprijs van 3 979 dollar betekent dat een brutomarge van 2 379 dollar, ook een absoluut record. Vorig jaar bedroeg die marge 950 dollar. De koersverdubbeling die we bij de goudproducenten hebben gezien, is dus allesbehalve overdreven en eigenlijk nog aan de lage kant.
Hefboomeffect van goud?
Een goudproducent heeft hoge vaste kosten. Denk aan personeel, materiaal, infrastructuur. Wanneer de goudprijs stijgt, stijgen de inkomsten van de mijn aanzienlijk, terwijl de vaste kosten constant blijven. Hoe hoger de goudprijs, hoe meer winst er gemaakt wordt. Stel dat een bedrijf 10 euro winst maakt bij een goudprijs van 100. Klimt het edelmetaal naar 110 (+10%), dan maakt dat bedrijf plots 20 euro winst (+100%). Dat exponentiële hefboomeffect stuwde de koersen fors hoger in 2025.
Sinds half oktober tuimelden de goudkevers zowat 18% lager. Dat heeft te maken met de daling van de goudprijs (-8%). Het hefboomeffect werkt nu eenmaal aan beide kanten. De dip in het edelmetaal was voor veel beleggers een goed excuus om winst te nemen op goudmijnen. Maar dat doet niets af aan de kwaliteit van de cijfers van de marktspelers.
Die blijft uitstekend en er is, ondanks de dip, eigenlijk niets aan de hand. Meer nog, als we kijken naar de gespecialiseerde nieuwsbrieven uit de VS, dan gingen hun verkoopadviezen bijna altijd gepaard met de disclaimer dat het slechts tijdelijk zal zijn en dat er op een later moment zal worden ingestapt.
Wat ons betreft is dat een gevaarlijke strategie en enkel weggelegd voor diegenen die de sector van nabij opvolgen en er geen graten in zien om aan markttiming te doen. De meeste beleggers raden we aan te blijven zitten en de dips, die er nog zeker zullen komen, uit te zweten. De langetermijntrend blijft positief.
Wij blijven fan, zelfs aan de huidige koersen. De sector profiteert van de hoge goudprijs om buffers aan te leggen en de nodige verbeteringen aan infrastructuur en materiaal aan te brengen. Daarnaast heeft de hoge goudprijs een positieve impact op de waarde van alle reserves in de grond, wat de bedrijven nog aantrekkelijker maakt en de kredietverlening vergemakkelijkt.
Wat ons ook positief stemt, is dat die onverwachte gouden bonus niet leidt tot torenhoge – en voor de aandeelhouders op termijn vaak nefaste – overnames en fusies. Men heeft geleerd uit de fouten uit het verleden. De tijd dat goudmijnen louter bestempeld werden als ‘een gat in de grond met een leugenaar ernaast’ lijkt achter ons.
Ondanks onze positieve visie raden we de belegging enkel aan voor beleggers met een dynamisch risicoprofiel. De aandelen kunnen hard schommelen in beide richtingen, blijven afhankelijk van de goudprijs en hebben nog nooit zo veel nieuwe particuliere beleggers als aandeelhouder gehad. Zij hebben vaak zwakke handjes die bij de minste deining het schip verlaten. De volatiliteit zal dus hoog blijven en elke dip kan een koopkans betekenen. Beperk de belegging tot 5% van je portefeuille.