Les 2 : Hoe werkt een ETF?

1. Een ETF volgt een index

De basis van een ETF is de index die hij nabootst. Zo'n index is eigenlijk een mandje met aandelen of obligaties, samengesteld volgens vaste regels.

Enkele bekende voorbeelden van indexen:

• BEL 20: de 20 grootste beursgenoteerde bedrijven in België

• S&P 500: 500 grote Amerikaanse ondernemingen

• MSCI World: meer dan 1.500 aandelen uit 23 ontwikkelde landen

Een ETF geeft je in één klap een stukje van alle bedrijven erin, elk volgens zijn gewicht in de index.

2. Fysieke of synthetische replicatie

Een ETF kan op twee manieren een index volgen:

• Fysieke replicatie: de ETF koopt effectief de aandelen of obligaties die in de index zitten. Dit is de meest transparante en klassieke aanpak.

• Synthetische replicatie: de ETF gebruikt een financieel contract (meestal een swap) om hetzelfde rendement te behalen, zonder de onderliggende activa echt te bezitten.

Voor particuliere beleggers is fysieke replicatie meestal het meest toegankelijk en wordt ze als iets veiliger beschouwd.

3. Uitkering of herbelegging van dividenden

Wanneer de onderliggende bedrijven in een ETF dividenden uitkeren, kan de ETF daar op twee manieren mee omgaan:

• Uitkerende ETF (DIS): de dividenden worden regelmatig doorgestort naar jou als belegger.

• Kapitaliserende ETF (ACC): de dividenden worden automatisch herbelegd in het fonds, waardoor de waarde van je belegging stijgt.

De keuze tussen beide hangt af van je doel: wil je een regelmatig inkomen, of mik je op langetermijngroei?

4. Hoe vaak wordt een ETF geherbalanceerd?

Indexen veranderen doorheen de tijd: sommige bedrijven verdwijnen eruit, andere komen erbij. Om goed te blijven aansluiten bij de index, past een ETF zijn samenstelling regelmatig aan.

In de meeste gevallen gebeurt die herbalancering elk kwartaal of halfjaar, afhankelijk van de regels van de index. Zo blijft de ETF de prestaties van zijn index zo nauwkeurig mogelijk volgen.