OPLOSSING: ORGANISEER (DE INHOUD VAN) JE KOELKAST
- Stel de pootjes onder de koelkast zo af dat het toestel waterpas staat.
- Wissel liggende glazen flessen af met plastic flessen of plaats ze in de flessenhouder. Zo voorkom je dat ze tegen elkaar tikken telkens wanneer de compressor start of stopt.
- Controleer of er een probleem met de compressor is.
OPLOSSING: CHECK RUIMTE, COMPRESSOR EN KOELGAS
Vergroot de ruimte achter je koelkast
Als je koelkast niet voldoende koelt, kan dit te wijten zijn aan een gebrekkige luchtcirculatie. Om de lucht voldoende te laten circuleren, moet er minimaal 5 cm ruimte zitten tussen de achterkant van de koelkast en de muur. Schuif zo nodig de koelkast een beetje naar voren.
Laat een defecte compressor herstellen
Een kapotte compressor verhindert een goede luchtcirculatie en dus een goede koeling. De compressor is het bolvormige element achter de koelkast. Deze zelf vervangen is niet makkelijk vanwege de verbindingsdraden. Doe liever een beroep op een technicus.
Controleer verlies van koelgas
Een probleem met de koeling kan ook liggen aan een verlies van koelgas. Als het rooster beschadigd is, kan er gas ontsnappen. Wil je de staat van het rooster onderzoeken, schakel dan eerst de koelkast uit. Je moet óf de achterwand óf de onderkant van de koelkast losschroeven. Kijk daarvoor in de handleiding van het toestel. Vind je een beschadiging, dan moet je een technicus inschakelen.
Tip: gebruik je koelkast op een andere manier
Koelingsproblemen kunnen ook het gevolg zijn van slechte gewoonten. Wie zijn koelkast niet juist gebruikt, kan de goede werking ervan in het gedrang brengen en/of het energieverbruik beïnvloeden.
- Ontdooi statische koelkasten minstens één keer per jaar, of zodra je binnenin rijp opmerkt.
- Laat warme maaltijden eerst afkoelen tot kamertemperatuur voordat je ze in de koelkast zet.
- Maak af en toe het rooster aan de achterkant schoon. Als het stof zich ophoopt, komt de warmte-uitwisseling in het gedrang.
- Zorg ervoor dat de lucht rond het toestel kan circuleren.
- Zet een koelkast nooit in een te koude (bevriezing) of te warme (oververhitting) kamer.