Met petroleumkachels bespaar je weinig of niets

In onder meer doe-het-zelfzaken zie je nu een ruim assortiment petroleumkachels staan: zowel modellen met een wiek (met een zichtbare vlam) als duurdere toestellen met een elektrische brander (elektronische of lasermodellen). Je vindt ze voor € 120 tot € 500.
Daarnaast vind je toestellen die op butaan of propaan uit flessen werken. Die kacheltjes kosten € 140 tot € 300.
Vaak onderworpen aan een maximumprijs
Petroleumkachels werken veelal op lampolie, ook paraffine of kerosine genoemd. Lampolie voor huishoudelijk gebruik aangeduid als “type C” is onderworpen aan een maximumprijs, zoals dat het geval is voor stookolie. Je vindt ze in bepaalde tankstations (bv. van TotalEnergies en Maes), waar je dan een jerrycan kunt vullen. Je zult dit product echter niet in elk tankstation terugvinden.
In bv. doe-het-zelfzaken en andere winkels vind je dan weer brandstoffen voor petroleumkachels die niet onder de noemer van type C vallen en niet aan een maximumprijs onderhevig zijn.
Butaan- en propaangas uit flessen is trouwens evenmin aan een maximumprijs onderworpen.
Wat kost zo’n brandstof?
Lampolie type C vond je begin oktober in tankstations tegen een prijs van € 1,43 per liter. Deze is gemiddeld 25 % duurder dan stookolie.
De petroleumbrandstoffen in doe-het-zelf- en andere zaken zijn duurder, vooral als je ze in kleine volumes koopt. De prijs schommelde begin oktober tussen € 2,50 en € 6,69 per liter. Bidons van 10 à 20 liter vind je tegen € 2,50 à € 4 per liter, bidons van 1 à 5 liter kosten veeleer € 5 à € 6 per liter. Die prijs kan dus sterk oplopen.
Butaan- en propaangas uit flessen kostte begin oktober dan weer gemiddeld tussen € 0,18 en € 0,23.
Kun je hiermee effectief besparen?
Dit zijn onze conclusies op basis van de prijzen van oktober, met tarieven aardgas en elektriciteit op hun hoogst.
- Ten opzichte van een centrale verwarming met propaangas of stookolie kun je niet echt besparen, noch met een petroleumkachel noch met een gaskacheltje.
- In vergelijking met een ketel op aardgas kun je wel besparen met een petroleumkachel die werkt op lampolie type C (50 %) of met een kachel op propaan of butaan uit flessen (28 %). Maar je moet die lampolie dan wel dicht bij huis vinden want dat voordeel verdwijnt snel als je je met petroleumproducten uit de doe-het-zelfzaak bevoorraadt, of je bent zelfs duurder af als je daar een gemiddelde of hoge prijs voor betaalt.
- Als je elektrisch verwarmt, kun je wel fors besparen (48 % met petroleumkachel; tot 75 % met een kacheltje op butaan of propaan uit flessen) voor zover je de brandstof tegen een lage prijs kunt aankopen. Maar hier zouden we eerder aanraden om sowieso over te schakelen op een lucht-luchtwarmtepomp – gekend als een airco – die 2,5 tot 3 keer efficiënter is dan klassieke elektrische verwarming.
De eventuele besparing weegt niet op tegen de mogelijke gevaren
De hier genoemde kacheltjes zijn niet zonder gevaar, en dat op meerdere vlakken.
- Gevaar voor je gezondheid: je ademt de verbrandingsgassen in. Bij een normale verbranding zijn de hoeveelheden onder controle, maar zodra de werking niet meer optimaal is, dreigt er gevaar voor de bewoners. En vaak wordt het lokaal in kwestie sowieso te weinig geventileerd.
- Gevaar voor brandwonden want sommige toestellen kunnen heel erg warm worden.
- Brandgevaar als het toestel te dicht bij brandbare materialen (gordijn, papier…) komt. Als het toestel omvervalt, kan de kerosine zich snel verspreiden en de woning in brand zetten.
Dit soort toestellen bevat doorgaans wel enkele beveiligingen. Zo worden ze automatisch uitgeschakeld als ze omvallen en beschikken ze over een atmosferische beveiliging. Maar het nulrisico bestaat niet.
Deze toestellen zijn vooral bedoeld als bijverwarming in een voldoende groot en voldoende geventileerd lokaal, waar je ze bij gelegenheid en niet permanent inschakelt.
Al bij al vinden wij de eventuele mogelijke besparing niet opwegen tegen de extra gevaren die je met dit soort kacheltjes loopt.