Het onderhoud van je gazon? Zo pak je het aan

Om je gazon mooi te houden, is er wel wat onderhoud nodig. Je moet het gras maaien, bemesten, kalk toevoegen, af en toe verticuteren ... Maar door dit geregeld en op de juiste manier te doen, houd je het werk binnen de perken en geniet je altijd van een groene grasmat.
Welk gazontype?
Als je een tuin hebt, dan maakt een gazon daar vaak deel van uit. Ideaal voor als je kinderen of huisdieren hebt, mooi om naar te kijken. Maar om die grasmat mooi te houden, moet je er wel wat tijd in steken. Wat je allemaal moet doen, vind je in dit dossier.
Engels of sportiever?
Wat je moet doen om je gazon te onderhouden, hangt ook af van het type grasmat dat je hebt. De befaamde Engelse gazons bestaan uit fijne, kwetsbare grassen die niet geschikt zijn om te worden platgelopen. Ze vergen onophoudelijk verzorging en moeten zeer vaak en zeer kort worden gemaaid. Dergelijke gazons zijn niet geschikt als je kinderen hebt of vaak in de tuin wilt barbecuen.
In onze contreien vind je daarom meestal een zogenaamd sportgrasperk met grovere, sterkere grassoorten, eventueel aangevuld met klaver. Dit type gras kan er beter tegen dat er over wordt gelopen. De tips in het vervolg van dit dossier gaan dan ook vooral over dit soort gras.
Wil je meteen aan de slag? Hier vind je een overzicht van koopwijzers om buiten aan de slag te gaan, met onder meer de grasmaaiers, robotmaaiers en grastrimmers.
Als je een tuin hebt, dan maakt een gazon daar vaak deel van uit. Ideaal voor als je kinderen of huisdieren hebt, mooi om naar te kijken. Maar om die grasmat mooi te houden, moet je er wel wat tijd in steken. Wat je allemaal moet doen, vind je in dit dossier.
Engels of sportiever?
Wat je moet doen om je gazon te onderhouden, hangt ook af van het type grasmat dat je hebt. De befaamde Engelse gazons bestaan uit fijne, kwetsbare grassen die niet geschikt zijn om te worden platgelopen. Ze vergen onophoudelijk verzorging en moeten zeer vaak en zeer kort worden gemaaid. Dergelijke gazons zijn niet geschikt als je kinderen hebt of vaak in de tuin wilt barbecuen.
In onze contreien vind je daarom meestal een zogenaamd sportgrasperk met grovere, sterkere grassoorten, eventueel aangevuld met klaver. Dit type gras kan er beter tegen dat er over wordt gelopen. De tips in het vervolg van dit dossier gaan dan ook vooral over dit soort gras.
Wil je meteen aan de slag? Hier vind je een overzicht van koopwijzers om buiten aan de slag te gaan, met onder meer de grasmaaiers, robotmaaiers en grastrimmers.
Om je gazon netjes te houden, moet het geregeld worden gemaaid. Hoe hoog precies, dat bepaal je natuurlijk zelf. Maar die keuze heeft wel gevolgen.
Liefst niet te kort
Veel mensen maaien hun gazon kort, omdat ze dat het mooist vinden en omdat het netjes oogt. Maar het is geen goed idee om je gras te kort te maaien, d.w.z. op minder dan 3 cm. Doe je dit wel, dan zal het gras verzwakken en krijgen onkruid en mos vrij spel. Als je gras erg kort is en het blijft een langere tijd droog, dan wordt je bodem ook meer blootgesteld aan warmte en zonnestraling dan wanneer het gras hoger staat, en zal de bodem dus sneller uitdrogen.
Laat je het gras te lang, dan zullen de grofste grassen zich het sterkst ontwikkelen, ten koste van de fijnere. Het gazon krijgt dan meer en meer de aanblik van een weide.
De ideale hoogte hangt af van het seizoen: ongeveer 5 cm bij het begin en het einde van het groeiseizoen en tussen 3 en 4 cm in volle zomer. Siergazon wordt iets korter gemaaid dan speel- en sportgazon.
Wij hebben de meest recente grasmaaiers getest, zowel op benzine, op batterij als met een snoer. In onze koopwijzer kun je beslissen welk type en welk model het meest op jouw maat is aan de hand van de testresultaten.
Naar de koopwijzer grasmaaiers
Wil je dat je gazon piekfijn is gemaaid, zonder al het harde labeur. Check dan hier welke robotmaaiers onze aanraders zijn.
Naar de koopwijzer robotmaaiers
Tips voor bij het maaien
Begin het maaien zodra het gras weer aan het groeien gaat (eind maart, begin april) en ga er mee door tot het einde van de groei (eind oktober, begin november). Neem daarbij de volgende regels in acht:
- Maai nooit een bevroren grasperk, zelfs als er maar een dun rijmlaagje is.
- Het is bij ons onmogelijk altijd te wachten tot het gras droog is, maar vermijd toch het gras te maaien als de grond doornat is: de aarde kan dan op sommige plaatsen worden omgewoeld zodat gaten in het gazon kunnen ontstaan.
- Zorg ervoor dat het mes van de maaier altijd goed geslepen is. Een mes in slechte staat rukt het gras uit in plaats van het te maaien.
- Als de grasmaaier is uitgerust met een mulchfunctie, waardoor de maairesten sterk worden verkleind, kun je het gras op het gazon laten liggen. Dat biedt meerdere voordelen: het verhoogt de concentratie organische stoffen in het gras, maakt het vruchtbaarder en vermindert de natuurlijk vervuiling zoals onkruid. Bovendien is je gazon beter bestand tegen droogte.
Dikke, aaneenklevende stukken maaisel op het gazon laten liggen is echter uit den boze. Die gaan beletten dat licht en water in het gazon doordringen en gaan het gras verstikken. Daarom moet je gras enigszins droog zijn en niet te lang. Mulchen doe je dus het best in de zomer, wanneer je regelmatig het gras afrijdt. Soms is het zelfs beter om de frequentie nog een beetje op te drijven.
Tijdens de andere periodes of wanneer het gras nogal vochtig is, vang je gras maar beter op. De maairesten kunnen dan met ander droog afval worden gecomposteerd.

Af en toe zul je je grasmat moeten verticuteren. Dat is vooral het geval dat er zich veel mos heeft gevormd of na een periode van droogte. Ook moet je geregeld beluchten zodat je gazon voldoende zuurstof krijgt.
Verticuteren tegen mos
In je gazon zal er zich na een tijd een viltlaag vormen uit de grasdeeltjes die zijn achtergebleven na het maaien. Daarop gaan vaak mossen groeien, wat er uiteindelijk voor zorgt dat de bodem geen zuurstof of water meer krijgt.
(Lees verder onder de foto)
Om dit tegen te gaan, moet je de viltlaag gaan openbreken en verwijderen. Ook dit doe je door te verticuteren. Het is wel vaak een intensievere klus dan het verticuteren na droogte. Opnieuw bepaalt de grootte van je gazon of je het handmatig of machinaal aanpakt. Gaat het om enkele vierkante meter, dan volstaat een verticuteerhark. Daarmee dring je ongeveer 5 à 10 mm in de bodem om die open te maken en de viltlaag weg te halen. Afhankelijk van de ernst van de vervilting ga je in één richting dan wel in twee richtingen (horizontaal en verticaal) moeten werken om je bodem terug zuurstof te geven.
Verticuteren na droogte
Na een lange droge periode zal je gras op veel plekken hebben waar het gras dorre en bruine of zelfs kale plekken vertoont. Dat is geen reden om te panikeren: gras is een zeer resistent kruid dat zich bijna altijd herstelt.
Het kan wel nuttig zijn om de natuur een handje te helpen omdat zich in de kale plekken in je grasmat onkruidzaden kunnen nestelen. Eerst en vooral ga je het dode gras verwijderen met een verticuteerhark. Als je ziet dat de graswortels nog goed vastzitten is de kans groot dat het gras opnieuw gaat groeien.
Is het gras echt dood en blijft er na het harken of verticuteren een kale plek, is het best om de grond lichtjes om te harken en om in te zaaien met herstelgazonzaad. Om te voorkomen dat het zaad wegwaait en om het beter te laten kiemen is het best om het te mengen met potgrond of bodemverbeteraar en na het zaaien nog eens goed aandrukken met de voeten. Zaai niet te dik en zaai ook een beetje breder dan de kale plekken.
Besproei het ingezaaide gedeelte en hou de grond vochtig tot het gras 5 cm hoog is. Maai je gazon niet te kort af, want hoe korter het gras hoe groter de kans op onkruid en mos.
Als het gras weer begin te groeien na een lange periode van droogte zal je zien dat het gras vetgroen is. Dat wil zeggen dat er in de bodem nog meer dan voldoende voedingsstoffen zitten en dat je niet extra moet bemesten, ook niet met najaarsgazonmest.
Beluchten
Je moet je gazon ook geregeld beluchten. Dit moet maandelijks of zelfs twee keer per maand gebeuren als je gazon veel wordt belopen en dus "dichtgelopen", of een keer per jaar als dit minder het geval is.
Om te beluchten gebruik je een graafvork of een riek. Daarmee prik je in de bodem, waarna je de vork wat heen en weer beweegt om de gaten groter te maken. Je kunt ook een speciale verluchtingsvork gebruiken, die holle tanden heeft en daarmee de aarde uit de gaten haalt en zo de gaten groter maakt.
Als je in de lente gaat verluchten, strooi je er vervolgens het best wit zand over. Dit gaat met de regen in de gaten spoelen en voorkomt dat de gaten al te snel weer dichtslibben.
Kalk strooien
Als er veel mos groeit in je gazon, heeft de bodem wellicht ook niet de juiste zuurtegraad. In dat geval is het een goed idee om in de maand november, , ter voorbereiding van het volgende grasseizoen, korrelige kalk op je gazon strooien zodat het langzaam kan intrekken en tegen de lente de ideale zuurtegraad heeft.
Gras heeft voedingsstoffen nodig om te groeien. Die haalt het uit de bodem, maar na een tijd zal die uitgeput geraken waardoor het gras gaat verzwakken. En als het gras verschraalt, steken mos en onkruid sneller de kop op. Het komt er dus op aan de bodem regelmatig te voorzien van de voedingsstoffen die het gras nodig heeft. Dat kan door te mulchen of anders bij te bemesten.
Bemesten in de groeiperiode
De meest aangewezen periode om te bemesten is de groeiperiode van het gras. Als de zomer bijzonder regenachtig is geweest, kan het nuttig zijn om daarbovenop in augustus een nieuwe dosis meststoffen aan te brengen om zo de ontwikkeling van de wortels te stimuleren vóór de winter begint. Je vindt in de handel verschillende soorten meststoffen voor gras: anorganische of chemische en organische.
Er zijn twee types anorganische meststoffen. Sommige hebben een snelle werking en geven het gazon een zweepslag. Maar hun werking is van korte duur, want ze lossen snel op in water. Het deel dat niet onmiddellijk door de planten wordt opgenomen verdwijnt in de ondergrond, zeker als het veel regent. Hierdoor kan bovendien het grondwater worden verontreinigd. Andere anorganische meststoffen werken tegelijk snel en traag en hebben dus niet het voornoemde nadeel. Ze bevatten ingrediënten die minder snel vrij komen en langer actief blijven.
In kleine hoeveelheden
Om verspilling en verontreiniging van het grondwater te vermijden is het beter anorganische meststoffen in kleine dosissen te verspreiden op verschillende momenten van het seizoen, in plaats van één keer een grote dosis bij het begin van het groeiseizoen. Het best doe je dit wel in een periode dat je ook geregeld kunt maaien, dus bij voorkeur niet vlak voordat je drie weken op vakantie vertrekt.
Organische meststoffen zijn van dierlijke of plantaardige herkomst. Ze werken traag en zijn dus geschikt voor een grondige behandeling.
Welk type van meststoffen je ook gebruikt, volg steeds nauwgezet de handleiding en respecteer de opgegeven doses. Verspreid de stoffen op een zeer regelmatige wijze om ervoor te zorgen dat het gazon overal dezelfde kleur heeft. Om de zaak te vergemakkelijken kun je de meststoffen met compost en/of zand vermengen.

Een gezond en krachtig grasperk laat onkruid weinig kans. Toch steken er vaak na verloop van tijd ongewenste plantjes de kop op, bv. madeliefjes, klaver, paardenbloem, weegbree, enz. Die zijn vaak moeilijk weg te krijgen. Om ze uit te schakelen zijn er twee oplossingen.
Met de hand verwijderen
De efficiëntste manier om onkruid te verwijderen is om het met wortel en al uit te trekken. Dit kun je doen met een mes met een lang lemmet of met een lange schroevendraaier. Dit is wel een tijdrovend klusje en onmogelijk toe te passen op een grote oppervlakte.
(Lees verder onder de foto)
Selectieve onkruidverdelgers
Dit soort producten vindt je in tuincentra, de tuinafdeling van supermarkten, drogisterijen enz. Ze werken meestal echter niet goed en hebben ook hun prijs, dus zijn niet echt aan te raden.
Kiezen voor andere planten
Als er veel onkruid en/of mos in je gazon opduikt omdat het te veel in schaduw ligt, dan kies je er misschien beter voor om de grasmat te vervangen door andere plantjes die niet veel schaduw nodig hebben,zoals bv. maagdenpalm. Hierdoor zul je wellicht op termijn minder werk hebben aan onderhoud.