Onze kinderen en vervuiling

Inleiding
Men vermoedt nu dat veel ziekten (kanker, hart- en vaatziekten, auto-immuunziekten en neurodegeneratieve ziekten), en ook bepaalde voortplantingsproblemen worden veroorzaakt door milieufactoren zoals vervuiling (lucht, water, bodem), onze voeding en onze verslavingen (tabak, alcohol, drugs).
Het probleem van de chemische verontreiniging is bijzonder groot en ingewikkeld, net als de gevolgen ervan voor de gezondheid, onder meer omdat chemische stoffen in ons lichaam op elkaar inwerken: zij breken af (en soms zijn de producten van hun afbraak nog gevaarlijker), zij worden met elkaar gecombineerd (“cocktaileffect”), sommige raken gemakkelijker verwijderd dan andere.
We worden allemaal getroffen in uiteenlopende mate
Bovendien zijn bepaalde bevolkingsgroepen gevoeliger voor vervuiling. Dat geldt onder meer voor zwangere vrouwen en hun foetussen, baby's en kinderen, adolescenten, ouderen en mensen met een verzwakt immuunsysteem en/of chronische aandoeningen – aandoeningen van de luchtwegen (allergieën, astma, de longziekte COPD), hart- en vaatziekten, diabetes, enz. Elk organisme reageert anders als het wordt geconfronteerd met dezelfde verontreinigende stoffen: bij gelijke blootstelling vertoont ieder van ons een meer of mindere gevoeligheid voor een bepaalde stof, en ons lichaam reageert op zijn eigen manier.
Onze tests om deze vervuiling op te sporen
In 2019 hebben wij de blootstelling van kinderen aan bepaalde pesticiden onderzocht door de aanwezigheid van deze stoffen in urinestalen na te gaan. Aangezien deze chemische moleculen uit het lichaam worden verwijderd, gaat het hier om een blootstelling en niet om een besmetting.
Dit jaar hebben wij de chronische blootstelling aan en dus de besmetting van kinderen met 1 800 organische verontreinigende stoffen (polluenten) geanalyseerd aan de hand van een ander soort biomonitoring, via een haarlok.
Over de vervuiling waaraan onze kinderen worden blootgesteld, bespreken we in dit dossier:
- Verschillende verontreinigende stoffen, zoals pesticiden en hormoonverstoorders
- Biomonitoringtests: wat houden ze precies in?
- De resultaten van onze tests: cijfers qua blootstelling en besmetting bij onze kinderen aan of door/met verontreinigende stoffen
- De mogelijke effecten op de gezondheid
- Advies over hoe je blootstelling kunt beperken en jezelf kunt beschermen.
Pesticiden
Deze term omvat landbouwgewasbeschermingsmiddelen en biociden. Pesticiden zijn overal aanwezig en treffen vandaag 100 % van de bevolking.
De door de industrie geproduceerde hoeveelheden waren een halve eeuw geleden oneindig veel kleiner. Sinds 15 jaar is er een probleem: van 3 miljoen ton wereldwijd gebruikte pesticiden in 2001 zijn we naar 4 miljoen gegaan in 2016, een stijging met bijna 50 %. Het probleem is vooral te wijten aan de mondialisering van het voedsel (maar pesticiden worden ook elders gebruikt dan in de landbouw). Elke dag eten we fruit en groenten die uit de hele wereld komen. Hoewel sommige pesticiden in Europa gereglementeerd zijn, mogen we niet vergeten dat ze elders nog steeds toegelaten zijn. Met 22,9 kg pesticiden per hectare landbouwgrond is Costa Rica wereldkampioen op dit gebied. Het spuit bijna tien keer meer op zijn gewassen dan België (dat nochtans het derde Europese land is dat de meeste pesticiden per hectare gewassen gebruikt). Costa Rica is een belangrijk exportland van exotisch fruit (bananen, ananas, meloenen, enz.) en koffie, die alle grote hoeveelheden fungiciden en insecticiden vereisen.
Qua totale waarde verspreidt China de meeste pesticiden ter wereld. De Verenigde Staten komen op de tweede plaats, gevolgd door Brazilië en Argentinië, twee andere grote landen die landbouwproducten uitvoeren.
In Europa heeft de Commissie in mei 2020 het plan opgevat om het gebruik van pesticiden tegen 2030 te halveren. Volgens gegevens (2018) van de Voedsel- en Landbouworganisatie van de VN (FAO) zijn Nederland en Cyprus de grootste gebruikers van pesticiden in de EU, net voor België (8,5 kg/hectare teelt). Uit een studie van het Europees burgerinitiatief (EBI) is ook gebleken dat België een land is dat bijzonder veel last heeft van pesticiden. Uit de analyse van de aanwezigheid van 30 bestrijdingsmiddelen in woningen blijkt dat ze hier het meest voorkomen, in het stof van slaapkamers (in gebieden met intensieve landbouw): 23 pesticiden van de 30 geanalyseerde, tegen gemiddeld 8 in de 21 bestudeerde landen. Onder de opgespoorde stoffen bevonden zich kankerverwekkende stoffen, cholinesteraseremmers (insecticiden die ernstige vergiftiging kunnen veroorzaken) en hormoonverstorende stoffen.
Tal van epidemiologische studies hebben een verband aangetoond tussen de nabijheid van landbouwgebieden en de incidentie van bepaalde ziekten en gezondheidsproblemen zoals kanker, onvruchtbaarheid, miskramen, geboorteafwijkingen en hormonale stoornissen. Pesticiden komen in de lucht terecht wanneer ze worden toegepast, maar ook bij de oogst, wanneer ze opnieuw in de lucht komen en soms vrij ver van de plaats waar ze oorspronkelijk werden verspreid, terug te vinden zijn. Baby's bijvoorbeeld, die over de grond kruipen en veel dingen in hun mond stoppen, worden op het platteland via stof voortdurend blootgesteld aan pesticiden die door de lucht zijn verspreid en in huizen zijn neergeslagen.
Wat is een hormoonverstoorder?
Ongeveer 20 jaar geleden ontstond bezorgdheid over de hormoonverstoorders (EDC's). Hormoonverstoorders zijn chemische stoffen of mengsels, natuurlijk of door de mens gemaakt, die ons hormonale systeem kunnen verstoren. Veel chemische verontreinigende stoffen die in ons lichaam terechtkomen, kunnen de plaats innemen van onze hormonen; zij kunnen zich vastzetten op receptoren in menselijke cellen in plaats van op onze eigen moleculen.
Het endocriene systeem
Het endocriene systeem bestaat uit alle hormonen die in ons lichaam rondgaan. Het regelt alle biologische processen van de conceptie tot de volwassenheid (ontwikkeling van de hersenen; van het zenuwstelsel, de groei, de werking van het voortplantingssysteem, het metabolisme, de bloedsuikerspiegel, ...). De hypofyse, de schildklier en de bijnieren, de eierstokken en de teelballen zijn belangrijke componenten van dit endocriene systeem.
Hormonen werken als chemische boodschappers. Ze circuleren door ons hele lichaam, maar alleen doelcellen met compatibele receptoren kunnen erop reageren. Bij de mens en andere gewervelde dieren zijn meer dan 50 hormonen geïdentificeerd. Zij controleren en reguleren een groot aantal biologische processen, hoewel zij vaak in uitzonderlijk kleine hoeveelheden in het lichaam worden geproduceerd. Net als het mechanisme dat een slot en een sleutel op elkaar afstemt, werken veel hormonen door zich te binden aan receptoren in onze cellen; eenmaal gebonden voert de receptor de instructies van het hormoon uit, hetzij door bestaande eiwitten in de cel te wijzigen, hetzij door genen te activeren die nieuwe eiwitten bouwen. Deze hormoon-receptorcombinatie activeert of deactiveert specifieke en essentiële biologische processen in cellen, weefsels en organen.
Vervuiling bedriegt ons lichaam
Receptoren zijn als sloten en boodschappers als sleutels. Wanneer een chemische verontreinigende stof zich voordoet als een boodschapper van onze eigen moleculen, kan een receptor om de tuin geleid worden. De perfecte afstemming tussen de twee zet een actie in gang in het orgaan dat onze hormonen regelt. Een verkeerde interpretatie van het doelorgaan kan op lange termijn leiden tot reacties die zeer gevaarlijk zijn voor het lichaam. Dit wordt “endocriene verstoring” genoemd, die dus nadelige gevolgen kan hebben voor essentiële functies als de voortplanting, de groei, de ontwikkeling, het metabolisme en de immuniteit. Deze effecten treffen niet alleen mensen die rechtstreeks worden blootgesteld, maar in sommige gevallen ook hun nakomelingen.
De toxiciteit van verscheidene stoffen is reeds gedocumenteerd. Bijvoorbeeld bisfenol A, waarvan de blootstelling in verband wordt gebracht met een verhoogd risico op bepaalde kankers, stofwisselingsstoornissen of verminderde vruchtbaarheid. Of bepaalde ftalaten die de voortplanting nadelig kunnen beïnvloeden.
Deze stoffen zitten overal, in huizen, kantoren, winkels, via de lucht, het water en de voeding. Ook in producten voor kinderen, elektronische apparatuur, voedselverpakkingen, cosmetica, kleding, bouwmaterialen, enz. Er zijn zo'n 84 000 chemische stoffen in de handel. Consumenten denken vaak dat als een product te koop wordt aangeboden, het wel veilig moet zijn voor hun gezondheid ... Niet noodzakelijk: slechts 1 % van deze duizenden stoffen is getest op hormoonverstoring.
De Europese REACH-verordening (Registration, Evaluation, Authorization and restriction of CHemicals) die in 2007 werd ingevoerd om de gezondheid van de mens en het milieu te beschermen, lijkt helaas niet zo doeltreffend te zijn als we hadden gewild. Normaliter moeten bedrijven de chemische stoffen die zij op de markt brengen, registreren bij het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA). Maar gezien het enorme aantal nieuwe stoffen zou het ECHA slechts 5 % ervan controleren. Als gevolg daarvan worden elk jaar stoffen op de markt gebracht waarvan de gevolgen voor de gezondheid onbekend zijn en die nu in onze consumptiegoederen terug te vinden zijn.
Biomonitoring is het opsporen van stoffen (of hun metabolieten) in het menselijk lichaam, met name door het nemen van stalen van bloed, weefsel, navelstreng, haar en urine, om de blootstelling van een bevolking aan deze stoffen vast te stellen. Het geeft een reële en globale inschatting van de blootstelling van mensen aan chemische stoffen, alle bronnen en manieren van blootstelling samen. In dit opzicht is biomonitoring bijzonder nuttig voor het monitoren van stoffen die wijd verspreid zijn in het milieu, zowel binnen als buiten (in water, lucht, bodem), maar ook in voedsel en producten uit het dagelijkse leven (allerlei materialen, schoonmaakmiddelen, speelgoed, enz.).
- In 2019 hebben wij de blootstelling van kinderen aan bepaalde pesticiden onderzocht via hun aanwezigheid in urinestalen. Dit waren chemische moleculen die uit het lichaam werden verwijderd, dus ging het om een blootstelling en niet om een besmetting.
- In 2021 hebben wij de chronische blootstelling (= besmetting) van kinderen aan 1 800 organische verontreinigende stoffen (waaronder pesticiden, parabenen, ftalaten, bisfenol, brandvertragers, enz.) via de aanwezigheid in hun haar geanalyseerd met behulp van de techniek van vloeistofchromatografie gekoppeld aan massaspectrometrie. Bij elk kind werd een haarlok van 3 cm lang en 1 mm in doorsnee (d.w.z. ongeveer 50 tot 70 haren) genomen vanaf de wortel. Dit komt overeen met ongeveer 3 maanden blootstelling aan verontreinigende stoffen, ervan uitgaand dat een haar gemiddeld 1 cm per maand groeit. Residuen van wegverkeeremissies zoals polycyclische aromatische koolwaterstoffen, formaldehyde en koolmonoxide vallen niet onder de analyse, aangezien andere methoden nodig zijn om deze op te sporen.
Waarom in een haar ?
Haar is een soort “biologisch geheugen” dat een mogelijke blootstelling aan een of meer giftige stoffen kan identificeren en dateren. Het is de enige matrix die geschikt is voor het bestuderen over een lange periode van de blootstelling aan verontreinigende stoffen. Waarom is dat zo? Omdat het haar bloed gebruikt (het heeft zijn eiwitten nodig) om te groeien. Verontreinigende stoffen, die door ons lichaam worden opgenomen, worden door ons bloed getransporteerd. Het haar gebruikt bloed om te groeien. De verontreinigende stoffen die in het bloed circuleren, worden automatisch gecapteerd door de structuur van het haar tijdens de groei en zetten zich daar aan vast.
Om louter de aanwezigheid van verontreinigende stoffen in de haarstructuur te analyseren, wordt een voorafgaande wasbeurt in de analyseprocedure opgenomen. Die ontdoet het haar van alle externe verontreinigende stoffen, zoals luchtverontreiniging of het gebruik van anti-luizenproducten. Alleen de verontreinigende stoffen die in het lichaam zijn rondgegaan, worden zo opgespoord. We kunnen dus spreken van een besmetting met deze verontreinigende stoffen en niet alleen van een chronische blootstelling.
Deze verontreiniging kan leiden tot chronische toxiciteit voor de gezondheid van de kinderen. Chronische toxiciteit is het gevolg van de herhaalde toediening van een verontreinigende stof op een niet-toxisch niveau. Op lange termijn is het meest waargenomen effect hormoonverstoring. Organische en anorganische verontreinigende stoffen interfereren met de miljoenen enzymsystemen die door de hormonen van het lichaam worden gereguleerd. De afweermechanismen (immuunsysteem) zullen verzwakken of zelfs veranderen. Dan komen de klinische effecten: mutageen (effecten op genetisch materiaal) tot carcinogeen (kankers), auto-immuunziekten, reprotoxisch (vruchtbaarheidsstoornissen), neurotoxisch (effecten op het zenuwstelsel).
De gezinnen van de kinderen die aan de biomonitoring hebben deelgenomen, moesten ook een vragenlijst invullen met vragen over eventuele symptomen, de voedingsgewoonten, de blootstelling aan bepaalde producten en de woonsituatie, om na te gaan of er een mogelijk verband bestaat tussen de gezondheid, het gedrag en het milieu en de opgespoorde verontreinigde stoffen in onze test.
Uit de resultaten blijkt dat alle kinderen besmet zijn met een cocktail van chemische stoffen (behalve 3 van de 101, bij wie slechts één verontreinigende stof werd aangetroffen). Zelfs kinderen van amper 3 jaar kunnen al besmet zijn met verschillende moleculen. Er werd een grote verscheidenheid aan potentieel schadelijke verontreinigende stoffen aangetroffen:
- In totaal werden 261 verschillende stoffen aangetroffen, waarvan 56 bij meer dan 2 kinderen;
- 23 verboden stoffen werden opgespoord;
- Gemiddeld vond het lab 5 à 6 verontreinigende stoffen per kind;
- Een derde van de kinderen (31 %) is besmet met meer dan 7 verontreinigende stoffen (tot 12). Deze profielen komen overeen met profielen van hoge chronische toxiciteit, die dus toezicht vereisen, maar dit is geen alarmdrempel (deze ligt op minstens 20 verontreinigende stoffen);
- Een derde van de kinderen (29 %) had een laag chronisch toxiciteitsprofiel (van 1 tot 3 verontreinigende stoffen).
- 39 stoffen werden aangetroffen in concentraties van meer dan 5 miljoen (wat gemiddeld overeenkomt met 1 nanogram stof per gram haar). Vanaf deze waarde bestaat er gevaar voor besmetting van het lichaam door de stof. Onder deze stoffen werden er 15 gedetecteerd op meer dan 10 miljoen plaatsen, wat overeenkomt met een significatieve vervuiling door verontreinigende stoffen, en dus met traceerbare moleculen (waarvan de oorsprong kan worden achterhaald door de levensstijl en het milieu van het kind te bestuderen, om ze te elimineren).
Pesticiden die in Europa verboden zijn, werden aangetroffen in producten afkomstig van buiten de Europese Unie. Onze organismen worden ook vervuild door chemische verbindingen die niet rechtstreeks in de handel worden gebracht, maar worden gebruikt in de synthese van andere producten. Deze analyses tonen aan dat onze leefomgeving en onze organismen op grote schaal zijn verontreinigd.
Binnen eenzelfde gezin zien we dat verschillende verontreinigende stoffen worden opgespoord, zelfs bij (eeneiige) tweelingen. Hoewel hun omgeving vergelijkbaar is, heeft elk kind zijn eigen gewoonten, lievelingseten of -drinken, school, kleren, enz. De giftige impregnatie is heel vaak verschillend voor elk kind in eenzelfde gezin. Bovendien kan elk kind anders reageren op een blootstelling aan dezelfde toxische stoffen. Dit hangt af van de eigen gevoeligheid van het kind voor de verschillende chemische stoffen.
Belangrijkste gevonden stoffen
Een fytohormoon (1-Naftylazijnzuur), een plantengroeiregulator die onder meer wordt gebruikt voor de teelt van appelen, olijven, aardappelen en sinaasappelen, werd bij het grootste aantal kinderen aangetroffen (16).
Bij 13 kinderen werd een synthetisch tussenproduct (tri-iso-butylfosfaat) gevonden; dit wordt gebruikt in de textiel- en kleefstoffenindustrie als weekmaker en antischuimmiddel. Het zit voornamelijk in vlamvertragers, in huishoudelijke schoonmaakproducten en meubelstoffering. Maar ook in kunststoffen, textiel, kleefband, kleurstoffen, verfadditieven.
Een herbicide (fluometuron, 12 kinderen): gebruikt voor onkruidbestrijding, vooral in de katoen- en suikerrietteelt.
Een molluscide (metaldehyde, 11 kinderen) dat wordt gebruikt voor de bestrijding van slakken in sier- en landbouwgewassen (avocado, citrusvruchten, bessen, broccoli, kool, artisjokken). Metaldehyde is gerangschikt als een stof met aanwijzingen voor carcinogeniteit, maar onvoldoende om het carcinogeen potentieel bij de mens te beoordelen. Bij muizen werd een hogere incidentie van goedaardige levertumoren waargenomen. Slakkenbestrijdingsmiddelen met een metaldehydeconcentratie van 3 % of meer worden tegenwoordig door Europa bestempeld als kankerverwekkend, mutageen en giftig voor de voortplanting.
Een ander synthetisch tussenproduct (P-kresol, 10 kinderen): onder meer gebruikt bij de synthese van andere chemische stoffen. Gebruikt in ontsmettingsmiddelen, deodorants, houtconserveringsproducten. Het kan worden aangetroffen in voedsel (ontsmettingsproduct of smaakstof), hout, tabaksrook, ruwe olie, teer. Cresolen zijn aangetroffen in een grote verscheidenheid van voedingsmiddelen en dranken, waaronder eieren, fruit, groenten, zuivelproducten, meelproducten, diverse sappen, ... . Potentieel kankerverwekkend en verstoring van het centrale zenuwstelsel. Chronische intoxicatie kan schade aan lever, nieren en alvleesklier veroorzaken.
Een afbraakproduct van een insecticide van de carbamatenfamilie (carbofuran-3-OH-7-fenol, 10 kinderen). Dit bestrijdingsmiddel carbofuran, dat in Europa verboden is, wordt gebruikt tegen insecten op gewassen (aardappelen, tarwe, rijst, sojabonen, citrusvruchten, druiven, groenten, katoen, luzerne). Carbofuran is vermoedelijk een hormoonverstorende stof. Het zou onvruchtbaarheid kunnen veroorzaken en/of de ontwikkeling van de foetus veranderen. Maar het is ook neurotoxisch en kan pathologieën veroorzaken (chronisch vermoeidheidssyndroom, ziekte van Parkinson).
Een fungicide en een derde synthetisch tussenproduct komen daarna op de lijst van de meest aangetroffen stoffen (8 kinderen). Dodine wordt gebruikt voor zijn werking tegen schurft, bladvlekkenziekte en andere bladziekten op appels, peren, perziken, kersen, aardbeien, walnoten, uien en rozen. Toegestaan, maar vermoedelijk reprotoxisch. Indool wordt gebruikt door de parfumindustrie, als bestanddeel van veel bloemengeuren (zoals oranjebloesem en jasmijn). Maar het is ook een voedingsadditief. Toegestaan en niet gevaarlijk.
Het insecticide diazinon (Dimpylate) werkt tegen zuigende en vretende insecten (bladluizen, mijten, spinnen). Gebruikt bij: appels, peren, pruimen, suikerriet, rijst, erwten, uien. Cholinesteraseremmer (verminderde neurologische ontwikkeling bij de foetus en zuigelingen, chronisch vermoeidheidssyndroom, ziekte van Parkinson). Mogelijk hormoonverstorend (effecten op oestrogeen en op de voortplanting). Veroorzaakt vermoeidheid, zwakte, prikkelbaarheid, depressie. Verboden in Europa sinds 2007 en opgenomen in de IARC-lijst van kankerverwekkende stoffen (groep 2A) in 2017.
Het insecticide Pirimicarb werkt ook tegen bladluizen (tarwe, aardbeien, appelen, citrusvruchten, aardappelen, bieten, katoen, tabak, grasgewassen). Toegestaan, maar onder toezicht.
Het fungicide en antibioticum “streptomycine” komt zeven keer voor. Oorsprong: medische behandelingen met antibiotica (bij de mens en voor diergeneeskundig gebruik, bv. tegen darminfecties bij kalveren en varkens), landbouwbehandelingen (fruitbomen, boomgaarden, wijngaarden, o.a. ter bestrijding van bacterievuur). Verboden als pesticide in Europa sinds 2004.
Een ander herbicide (Ethiozin) voor de bestrijding van grassen en sommige breedbladige onkruiden in graangewassen. Toegestaan, maar kan neurotoxisch zijn, en wordt ervan verdacht kankerverwekkend en mutageen te zijn. Kan ook het maagdarmstelsel verstoren.
Een diergeneesmiddel (Sulfaquinoxaline), gebruikt als antibioticum voor de preventie en behandeling van ziekten bij varkens, koeien, schapen, kippen en kalkoenen. Risico op lever- en niertoxiciteit (besmet via vleesvoer).
Een antiseptisch en schimmelwerend middel (Fenylacrylzuur - Kaneelzuur) dat door de chemische industrie wordt gebruikt als tussenproduct bij de synthese, door de voedingsindustrie als smaakstof en door de cosmetische industrie als geurmolecule. Aanwezig in parfums en voedingsmiddelen, maar niet gevaarlijk.
Een weekmaker (octicizer) voor voedselverpakking, en tevens een vlamvertrager. Kan worden aangetroffen in papierfolies (vleesverpakkingen), vloerbekledingen, schuimrubberen zetels, textiel, beddengoed. Neurotoxisch.
Volgend daarna: Blasticidin S (antibioticum, 5 kinderen), Destomycine A en Ftalofyne (diergeneesmiddel), Metamitron-desamino (onkruidverdelger), TTPA (weekmaker, brandvertrager), Aldimorf (fungicide, vermoedelijk PE), Benfluralin (onkruidverdelger), Butopyronoxyl (insecticide), DNOP (ftalaat verboden in speelgoed en kinderverzorgingsartikelen), Fenazaquin (insecticide/acaricide/miticide), Indaziflam (herbicide), senecionine, Potasan (CPB-insecticide), Pyrocatechol (synthetisch tussenproduct en chemische precursor), Quintiofos (insecticide), strychnine (rodendicide), Triaziflam (herbicide), DNOC (insecticide dat sinds 1999 verboden is).
Waar komen deze verontreinigende stoffen vandaan?
Verontreiniging kan afkomstig zijn van voedsel (residuen van bestrijdingsmiddelen op fruit en groenten, diergeneesmiddelen in vlees en zuivelproducten), drinkwater, inademen, inslikken en contact met de huid bij gebruik van producten thuis, in de tuin of van bestrijdingsmiddelen in de lucht in woongebieden dichtbij landbouwgebieden.
De aanwezigheid van geneesmiddelen voor diergeneeskundig gebruik, zoals ontwormingsmiddelen of antibiotica, in het geanalyseerde haar kan in verband worden gebracht met een groot verbruik van vlees en dierlijke producten (kaas, melk, enz.). Deze producten worden door dierenartsen gebruikt om dieren te behandelen. Ook sommige dierlijke insecticiden (tegen vliegen, teken, vlooien, enz.) kunnen afkomstig zijn van voedsel.
Alle belangrijke graangewassen (tarwe, gerst, koolzaad, enz.) worden op grote schaal behandeld tegen insecten, parasieten en ziekten om een hoge opbrengst te vrijwaren. Ook graan wordt in op opslagplaatsen behandeld, vanwege het risico van schimmelvorming.
De keuze van voedsel beïnvloedt het gehalte aan verontreinigende stoffen in het lichaam. Maar een bewuste, kwaliteitsvolle, lokale en/of biologische voeding garandeert niet dat het lichaam weinig toxines zal opnemen. Naast voedsel komen chemische stoffen ook via de huid of de ademhaling in de bloedbaan terecht. Ook de woonplaats heeft een grote invloed op de blootstelling aan verontreinigende stoffen. Op het platteland wonen, kan gevaarlijk zijn: recente studies over de verspreiding van pesticiden in de lucht tonen aan dat sproeistoffen door de wind kilometers ver worden verspreid.
Bovendien worden veel giftige stoffen slechts zeer langzaam afgebroken in het milieu. Dit betekent dat residuen zelfs jaren nadat zij verboden zijn, nog in de bodem, het water en de lucht aanwezig kunnen zijn. Dit worden persistente organische verontreinigende stoffen (POP's) genoemd. Twee voorbeelden van zeer persistente pesticiden zijn DNOC en atrazine, die al jaren verboden zijn. Deze twee stoffen behoren tot de chemische stoffen die het labo heeft opgespoord. Door hun hoge persistentie worden POP's overal in het milieu aangetroffen (bodem, lucht, water, sedimenten), zelfs jaren nadat het gebruik ervan is gestopt (historische verontreiniging), en indirect via voedsel wanneer we vetrijk voedsel eten zoals zuivelproducten, eieren, vlees en sommige vissoorten, maar ook via het water, de bodem en stof die ook residuen van deze historische verontreinigende stoffen bevatten.
Ten slotte kunnen de producten die in onze woningen worden gebruikt (zie ons advies) hun aandeel aan verontreinigende stoffen meebrengen, of het nu gaat om schoonmaakmiddelen, doe-het-zelfproducten, cosmetica, materialen voor de wooninrichting, meubilair, elektronische toestellen, enz.
Gezondheidseffecten
Het gezondheidsrisico is niet onmiddellijk, maar chronisch. Dit betekent dat het gevaar zit in de langdurige blootstelling aan deze stoffen. En hoe groter het aantal chemische stoffen waaraan je wordt blootgesteld, hoe groter het risico op ziekte als gevolg van het cocktaileffect (zie hieronder). Bij chronische toxiciteit is het niet de dosis op zich die giftig is, maar de frequentie van de blootstelling aan toxische verontreinigende stoffen.
Deze blootstelling en besmetting kunnen leiden tot ziekten zoals kanker of bepaalde lichaamsfuncties aantasten (voortplantingsstoornissen, ontwikkeling van de foetus). De effecten van de meeste van deze stoffen op de mens zijn nog niet bestudeerd. De wetenschap is gewoon nog niet in staat de gevolgen van de meeste van deze producten voor de mens te beoordelen. Bij gebrek aan precieze antwoorden over de gevaren van elk product wordt de consument aan zijn verantwoordelijkheid overgelaten.
Wat is het "cocktaileffect"?
Dagelijks worden we blootgesteld aan meerdere stoffen: geneesmiddelen, bestrijdingsmiddelen, hormoonverstoorders, verontreinigende stoffen, vluchtige organische stoffen, enz. Hoewel sommige van deze stoffen wetenschappelijk nog zeer slecht gekend zijn, zijn de gezondheidseffecten van al deze stoffen op elkaar totaal onbekend. Tot voor kort bestudeerden toxicologen die apart. Maar deze aanpak is ontoereikend: in feite hebben sommige moleculen bij combinatie, zelfs in kleine doses, sterkere en schadelijkere effecten. Sommige combinaties kunnen onverwacht schadelijke gevolgen hebben. Dit staat bekend als het cocktaileffect.
Zo kunnen hormoonverstoorders potentieel schadelijker worden wanneer zij zich in het menselijk lichaam vermengen en op elkaar inwerken. Wetenschappers van Inserm, de universiteit van Montpellier en het CNRS (Centre nationale de la recherche scientifique) hebben begin 2021 in het wetenschappelijke tijdschrift PNAS (Proceedings of the National Academy of Sciences) een studie gepubliceerd die meer inzicht geeft in het cocktaileffect van hormoonverstoorders, waarvan onder meer wordt beweerd dat zij te maken hebben met de ontwikkeling van bepaalde kankers en vruchtbaarheidsproblemen.
Ook andere stoffen die afzonderlijk misschien niet gevaarlijk zijn voor de mens, kunnen schadelijk worden wanneer zij met elkaar worden vermengd. Zo kunnen 17α-ethinylestradiol (in de samenstelling van bepaalde anticonceptiepillen) en TNC (een verboden organochloorbestrijdingsmiddel dat in de bodem achterblijft) zich gelijktijdig binden aan dezelfde receptor (PXR) die in de celkern aanwezig is. Deze receptor controleert de expressie van verschillende genen die betrokken zijn bij de regulering van diverse fysiologische functies. Door zich aan deze receptor te binden, trekt elk van deze twee hormoonverstoorders de andere aan. Daardoor neemt de hoeveelheid gebonden product toe. Dit wordt een "synergetisch effect" genoemd.
De studies, die in vitro, in het labo en op proefdieren zijn uitgevoerd, maken het in dit stadium niet mogelijk de reële gevolgen van de combinaties voor de gezondheid van de mens te voorspellen. De studies zitten nog maar in een beginstadium. En de onderzoekers moeten nog aan de slag, onder meer met behulp van kunstmatige intelligentie, om zoveel mogelijk combinaties van chemische stoffen te bestuderen.
Een gezonde levensstijl, d.w.z. een evenwichtige, biologische en lokale voeding, regelmatige lichaamsbeweging, een keuze van niet-giftige consumptiegoederen en een niet-verontreinigde omgeving, kan de blootstelling aan verontreinigende stoffen tot op zekere hoogte beperken. Zoals uit onze resultaten blijkt, is het echter onmogelijk om ze volledig te vermijden omdat verontreinigende stoffen overal aanwezig zijn. Daarom moeten we proberen onze blootstelling eraan zoveel mogelijk te beperken.
Als consumenten kunnen wij dit doen voor zover we in alle transparantie veiligere producten kunnen kiezen, maar op andere vlakken is het aan de politiek om in te grijpen. Het lijkt duidelijk dat de huidige wetgeving en de grenswaarden niet volstaan om de bevolking doeltreffend tegen deze verontreinigende stoffen te beschermen. Veel pesticiden moeten worden verboden en de controles op producten die de EU binnenkomen, moeten worden verscherpt om te voorkomen dat verboden stoffen binnendringen. Blootstelling aan pesticiden kan onder meer leiden tot chronische ziekten en voortplantingsproblemen, en is een volksgezondheidskwestie.
Dit kun je zelf doen
Thuis:
- Ventileer de woning om verontreinigende stoffen uit de binnenlucht af te voeren. Zet de ramen twee keer per dag 15 minuten wijd open. Maar ook telkens bij het schoonmaken, wanneer je veel elektronica gebruikt (bv. op kantoor), een kamer hebt gerenoveerd of nieuwe meubels of een nieuwe matras hebt gekocht ...
- Kies eenvoudige producten: producten met een korte ingrediëntenlijst (cosmetica, detergenten, enz.).
- Was beddengoed, kleding en katoenen handdoeken vóór het eerste gebruik. Bij de productie van katoen worden immers veel pesticiden gebruikt.
- Geef de voorkeur aan natuurlijke, onbewerkte, onbehandelde voorwerpen en materialen met een milieukeurmerk.
- Vermijd vervuilde plaatsen en gebieden (de buurt van fabrieken, verbrandingsovens) en ga niet te dicht bij landbouwgebieden, of je er nu woont, sport of wandelt.
- Was jouw handen regelmatig, vooral voor je begint met koken of eten. Zo kun je stoffen verwijderen die via stof en gebruikte producten op jouw handen kunnen zitten.
- Vertrouw op je neus. Komt er een sterke chemische geur uit een voorwerp? Vermijd het dan.
- Was zoveel mogelijk voorwerpen voor je ze de eerste keer gebruikt.
- Kies voor afwisseling (op het vlak van bv. voedsel, cosmetica en kinderverzorgingsartikelen) want zo wordt langdurige blootstelling aan dezelfde giftige stoffen vermeden. Als je hetzelfde product steeds opnieuw gebruikt, word je blootgesteld aan de stoffen die het zou kunnen bevatten.
- Wees op jouw hoede wanneer je online koopt, want sommige producten zijn niet goed gereglementeerd: geef de voorkeur aan een Europese (of zelfs Noord-Amerikaanse) oorsprong waar strengere normen gelden.
- Sigaretten en tabaksrook vermijd je beter vanwege hun effecten op het neuro-endocriene systeem, de schildklier en de voortplantingsorganen. Dit geldt ook voor passief roken.
- Poets regelmatig om vastzittend stof en hormoonverstoorders te verwijderen. Voorzie je stofzuiger van een HEPA-filter om fijne deeltjes op te vangen.
- Richt de babykamer ruim vóór de geboorte in en verlucht hem regelmatig voordat de baby er is. Laat de aanstaande moeder dit niet doen tijdens haar zwangerschap.
- Vermijd ook in de tuin pesticiden (en nog meer in de moestuin).
- Gebruik voor het huishouden een paar eenvoudige en natuurlijke schoonmaakmiddelen (zoals bicarbonaat of azijn) of middelen met een kwaliteitslabel. Vermijd het gebruik van luchtverfrissers en geurverspreiders, zowel thuis, in de auto als op kantoor.
Op gebied van voeding:
Voedsel en voedselrecipiënten kunnen een bron zijn van vele chemische verontreinigende stoffen. Ze komen voor in bepaalde soorten vlees en vis die deze verbindingen tijdens hun groei ophopen, in fruit en groenten die met pesticiden zijn behandeld, in kant-en-klare maaltijden en snacks die rijk zijn aan additieven ... Om nog maar te zwijgen over verpakkingen en keukengerei.
- Varieer zoveel mogelijk de aard en de herkomst van het voedsel. Geef de voorkeur aan biologisch, seizoensgebonden en lokaal fruit en groenten. Vermijd rijst uit Azië.
- Was fruit en groenten grondig voordat je ze met de schil eet.
- Spoel rijst, quinoa en andere granen af alvorens ze te koken.
- Verwijder het vel van vis en het vet van vlees en kook ze op een grill zodat het vet kan uitlekken. Verbrand nooit behandeld of geverfd hout om te barbecueën.
- Gebruik glazen, keramische, porseleinen, roestvrij stalen of onbehandelde houten recipiënten en keukengerei in plaats van plastic (spatels, bewaardozen, enz.). Als je toch plastic gebruikt, breng het dan nooit in contact met sterk zure, vette of verhitte levensmiddelen.
- Vermijd overmatige consumptie van vlees en dierlijke producten.
- Vermijd bereide/ ultrabewerkte maaltijden.
- Koop biologische en volkoren granen. Aangezien de hele graankorrel wordt opgegeten, mag het niet met bestrijdingsmiddelen zijn behandeld (dus geen niet-biologische volkorengranen). Anders dan witte granen behouden volkoren granen hun schil en kiem. Deze delen zijn het rijkst aan vezels en voedingsstoffen, maar bevatten waarschijnlijk ook de meeste pesticiden.
Je hebt het recht op informatie
Als consument kun je jouw recht op informatie uitoefenen. In Europa heeft elke consument het recht contact op te nemen met een fabrikant om te weten te komen of zijn product zeer zorgwekkende chemische stoffen bevat. De fabrikant is verplicht binnen 45 dagen na ontvangst van het verzoek kosteloos te antwoorden.