Zo maak je betere foto's

Een familiekiekje kan iedereen schieten, maar een geslaagde foto maken in moeilijke omstandigheden zet velen al meer onder druk. Geen nood, wij helpen je op weg om met je compact- of systeemcamera prachtige beelden te maken.
Beweging in de achtergrond
Beweging in je foto krijgen, is niet altijd gemakkelijk. Een voorbijrijdende auto of een sportman in volle actie komen beter uit als je het bewegende doelwit met je camera volgt terwijl je afdrukt. Het resultaat: alleen de achtergrond is wazig, terwijl het onderwerp scherp blijft. Dat geeft een indruk van beweging en snelheid.
Probeer vooral om het onderwerp op dezelfde plaats in het scherm te houden en volg het door je romp te draaien. Om de achtergrond iets meer of minder wazig te krijgen, kun je de sluitertijd aanpassen. Vermijd een te korte sluitertijd, want dan wordt de hele foto scherp en verlies je alle effect van snelheid. Zoom je te veel in, dan loop je weer het risico een te wazige foto te krijgen.
Meer details in donkere zones
Wanneer je bijvoorbeeld een landschap in de schaduw tegen een zonnige hemel wilt fotograferen, volstaat het de helderheid aan te passen bij het scherpstellen. Druk de knop niet volledig in, maar halverwege, zodat de camera scherpstelt. Herkadreer het beeld en maak de foto terwijl je de focus behoudt. Door op een donkere plek scherp te stellen, zal de camera meer licht opnemen en de details in die zone beter laten uitkomen.
Minder harde flitser
Om een warme en natuurlijke omgeving te behouden, maak je beter geen gebruik van de flitser, maar soms is die nu eenmaal nodig. Om koude en bleke kleuren te vermijden, dikwijls het gevolg van een direct flitslicht, kun je de externe flitser naar het plafond richten.
Je kunt ook gebruik maken van een diffuser (verspreider). Dat is een plastic omhulsel dat je op de flitser zet en die het licht met dezelfde intensiteit in alle richtingen verspreidt. Die kost ongeveer € 30. Je kunt ook gewoon een wasbol voor de wasmachine over de flitser plaatsen. Veel goedkoper en je bereikt hetzelfde effect.
Natuurlijkere kleuren
Soms lijken de kleuren van een foto onnatuurlijk. Dat kan te wijten zijn aan een slechte regeling van de witbalans op je fototoestel. Dit kan nog worden versterkt door neonlicht of blauw- of rozeachtig licht.
Met de meeste toestellen kun je de witbalans echter manueel kalibreren. Je moet dan een witte zone fotograferen (bv. een muur of een blad) bij de verlichting die problematisch blijkt en vervolgens de manuele regeling kiezen in het menu. Bij sommige toestellen is het andersom: eerst de instelling kiezen en dan de witte zone fotograferen. Hoe dan ook kun je nadien bij problematische verlichting foto's maken met natuurlijke kleuren.
Het geheim van een professioneel portret
Een helder en zuiver portret van iemand maken lijkt simpel, maar voor een echt goed resultaat zijn er toch enkele dingen die je moet weten. Zo is het belangrijk dat je het diafragma van je toestel op een zo groot mogelijke opening instelt. Hiervoor kies je de laagste waarde (vaak 3,5). Daarnaast moet je de grootste telestand (maximaal ingezoomd) gebruiken. Hoe groter de brandpuntsafstand, hoe meer diepte het beeld zal hebben.
Een telelens is altijd het meest geschikt voor portretfoto's, omdat de verhoudingen van het gezicht dan het best worden gerespecteerd. De achtergrond zal met een telelens ook meer effen zijn.
Sommige toestellen hebben een automatische portretfunctie, te herkennen aan het pictogram met het hoofd van een vrouw. Met deze modus blijft het diafragma automatisch zo ver mogelijk open. Vaak voegt de camera zelf rode of roze huidtinten toe.
Beweging in de achtergrond
Beweging in je foto krijgen, is niet altijd gemakkelijk. Een voorbijrijdende auto of een sportman in volle actie komen beter uit als je het bewegende doelwit met je camera volgt terwijl je afdrukt. Het resultaat: alleen de achtergrond is wazig, terwijl het onderwerp scherp blijft. Dat geeft een indruk van beweging en snelheid.
Probeer vooral om het onderwerp op dezelfde plaats in het scherm te houden en volg het door je romp te draaien. Om de achtergrond iets meer of minder wazig te krijgen, kun je de sluitertijd aanpassen. Vermijd een te korte sluitertijd, want dan wordt de hele foto scherp en verlies je alle effect van snelheid. Zoom je te veel in, dan loop je weer het risico een te wazige foto te krijgen.
Meer details in donkere zones
Wanneer je bijvoorbeeld een landschap in de schaduw tegen een zonnige hemel wilt fotograferen, volstaat het de helderheid aan te passen bij het scherpstellen. Druk de knop niet volledig in, maar halverwege, zodat de camera scherpstelt. Herkadreer het beeld en maak de foto terwijl je de focus behoudt. Door op een donkere plek scherp te stellen, zal de camera meer licht opnemen en de details in die zone beter laten uitkomen.
Minder harde flitser
Om een warme en natuurlijke omgeving te behouden, maak je beter geen gebruik van de flitser, maar soms is die nu eenmaal nodig. Om koude en bleke kleuren te vermijden, dikwijls het gevolg van een direct flitslicht, kun je de externe flitser naar het plafond richten.
Je kunt ook gebruik maken van een diffuser (verspreider). Dat is een plastic omhulsel dat je op de flitser zet en die het licht met dezelfde intensiteit in alle richtingen verspreidt. Die kost ongeveer € 30. Je kunt ook gewoon een wasbol voor de wasmachine over de flitser plaatsen. Veel goedkoper en je bereikt hetzelfde effect.
Natuurlijkere kleuren
Soms lijken de kleuren van een foto onnatuurlijk. Dat kan te wijten zijn aan een slechte regeling van de witbalans op je fototoestel. Dit kan nog worden versterkt door neonlicht of blauw- of rozeachtig licht.
Met de meeste toestellen kun je de witbalans echter manueel kalibreren. Je moet dan een witte zone fotograferen (bv. een muur of een blad) bij de verlichting die problematisch blijkt en vervolgens de manuele regeling kiezen in het menu. Bij sommige toestellen is het andersom: eerst de instelling kiezen en dan de witte zone fotograferen. Hoe dan ook kun je nadien bij problematische verlichting foto's maken met natuurlijke kleuren.
Het geheim van een professioneel portret
Een helder en zuiver portret van iemand maken lijkt simpel, maar voor een echt goed resultaat zijn er toch enkele dingen die je moet weten. Zo is het belangrijk dat je het diafragma van je toestel op een zo groot mogelijke opening instelt. Hiervoor kies je de laagste waarde (vaak 3,5). Daarnaast moet je de grootste telestand (maximaal ingezoomd) gebruiken. Hoe groter de brandpuntsafstand, hoe meer diepte het beeld zal hebben.
Een telelens is altijd het meest geschikt voor portretfoto's, omdat de verhoudingen van het gezicht dan het best worden gerespecteerd. De achtergrond zal met een telelens ook meer effen zijn.
Sommige toestellen hebben een automatische portretfunctie, te herkennen aan het pictogram met het hoofd van een vrouw. Met deze modus blijft het diafragma automatisch zo ver mogelijk open. Vaak voegt de camera zelf rode of roze huidtinten toe.