Dossier

ABC van de fotografie

14 juli 2015
ABC foto

Raadpleeg ons lexicon van technische termen uit de fotografie! Verkopers zullen u niet meer om het even wat wijsmaken.

Alles wat u moet weten over fototoestellen

Een fototoestel is niet meer het relatief eenvoudige toestel dat het ooit was. Er zijn tal van zaken waarmee u rekening moet houden: het diafragma, de cropfactor, de pixels, de brandpuntsafstand … Al deze factoren zijn bepalend voor de uiteindelijke foto.

Daarnaast staat de techniek ook niet stil, en worden er bijna dagelijks nieuwigheden voorgesteld: live view, 3D, HDR, face detection of gezichtsherkenning, pancake lenzen …

Om ervoor te zorgen dat u het bos door de bomen nog ziet, geven we u een overzicht van de belangrijkste termen uit de fotografie.
 

A   B   C   D   E   F   G   H   I   J   K   L   M   N   O   P   Q   R   S   T   U   V   W  X  

 

3

 

3D: Ook bij fotocamera’s bestaan er ondertussen 3D mogelijkheden. Fujifilm biedt zelfs al de tweede versie van de Real3D aan. Deze camera heeft 2 volwaardige lenzen en sensoren en bewaart dus echte 3D beelden. Panasonic heeft als enige fabrikant een 3D lens (voor het micro four thirds of MFT systeem). Sommige systeem- en compactcamera’s hebben een sweep 3D mogelijkheid . De 3D beelden van deze camera’s worden opgeslagen in het MPO-bestandsformaat.  

top

A

Active D-Lighting: Functie op Nikon-camera’s die ervoor zorgt dat alvorens het beeld wordt opgeslagen de details in de schaduwzones en de extra lichte delen worden geaccentueerd.  Andere cameramerken hebben gelijkaardige functies met andere namen (Shadow Adjustment Technology).

AE lock: Deze functie bevriest de belichtingsinstellingen (diafragma en sluitersnelheid) om zo verschillende opnames met exact dezelfde belichting te kunnen maken.Vaak zullen dergelijke beelden later gecombineerd worden tot één beeld (panorama).

Alpha (A) bajonet: De naam van één van de twee lenssystemen voor Sony systeemcamera’s. Alpha is de naam van de grotere lenzen voor reflexcamera’s. Veel van deze lenzen zijn nog ontworpen door Minolta dat werd overgekocht door Sony in 2006. Sony’s meer recente systeem voor de systeemcamera’s zonder spiegel heet E-mount. Lenzen met DT in hum benaming hebben een kleinere beeldcirkel en passen enkel op APS-C sensor camera’s (1,6x crop factor).

AI Servo: zie Autofocus tracking

Aperture priority of diafragmavoorkeuze:  Laat u toe de diafragma waarde van de foto vast te leggen. Het belichtingssysteem (metering) zal de andere parameters (sluitersnelheid en ISO-waarde) zo kiezen dat een correcte belichting het resultaat is. Diafragmavoorkeuze laat u toe de scherptediepte zelf in de hand te houden (binnnen de geboden mogelijkheden van de lens natuurlijk). Zo zult u voor een portretopname een kleine scherptediepte (groot diafragma) verkiezen terwijl voor panorama’s een grote scherptediepte (klein diafragma) gewenst is.

APS-C: Meest populaire sensorformaat bij systeemcamera’s. De cropfactor voor een APS-C sensor bedraagt 1,6x (Canon, Sony) of 1,5x (Nikon).

Autofocus: Met de autofocus wordt de lens automatisch scherpgesteld. Elk fototoestel heeft deze functie. Op de echt geavanceerde toestellen is het ook mogelijk om ze uit te schakelen, zodat u zelf kunt scherp stellen.

Autofocus tracking of AI Servo: Volgt onderwerpen die door het beeld bewegen (bv. een kind op een schommel).

AVCHD: Filmformaat van hoge kwaliteit in combinatie met relatief kleine bestandsgroottes. Het is ook compatibel met de meeste media renderers (TV’s, settopboxen, mediaspelers …). Enige nadeel is dat u, om AVCHD video te herbewerken, een zeer snelle computer nodig hebt met moderne software.

top

B

Back Illuminated sensor: Laatste nieuwe generatie sensoren waarbij de pixels groter zijn doordat ze op de achterkant van de chip worden aangebracht, terwijl de verwerkingslogica aan de voorkant blijft zitten. Dit resulteert in betere lichtgevoeligheid (en dus betere beelden) voor eenzelfde sensorgrootte. Belangrijker blijft echter de absolute sensorgrootte te vergelijken. Deze zal nog steeds het grootste effect hebben op de beeldkwaliteit.

Bajonet: De schroefverbinding tussen camera en lens bij systeemcamera’s is verschillend voor elke fabrikant waardoor bv. een Nikon lens niet zal passen op een Canon camera. Elke fabrikant heeft zijn eigen bajonet. Enkel de (micro) Four Thirds lenzen van Panasonic en Olympus zijn onderling verwisselbaar.

Beeldstabilisator: Compenseert de beweging van de fotograaf. Handen trillen altijd in min of meerdere mate. Een mechanische beeldstabilisator zal dit effect proberen te neutraliseren waardoor er bij langere belichtingstijden of grote brandpuntsafstanden (zoom) geen onscherpte optreedt. Een beeldstabilisator is een heel belangrijk onderdeel van een camera, zeker bij de superzooms. Gelukkig hebben ondertussen de meeste camera’s een stabilisator aan boord. Voor de systeemcamera’s is dit minder evident vermits daar de stabilisator vaak enkel ingebouwd zit in de duurdere lenzen. Deze zijn te herkennen aan volgende benamingen: IS voor Canon, VR voor Nikon, OIS voor Panasonic en Samsung, OSS voor Sony NEX, OS voor Sigma en tenslotte VC voor Tamron. Sony Alpha, Olympus en sommige Pentax camera’s hebben een gestabiliseerde sensor, dit wil zeggen dat elke lens die gemonteerd wordt op het toestel automatisch gestabiliseerd is. Deze oplossing is technisch niet inferieur noch superieur aan een gestabiliseerde lens. De performantie hangt van het model zelf af.

Belichtingslogica of metering: De belichtingslogica zal de hoeveelheid licht bepalen om de opname te maken. Ze verzorgt de instellingen voor sluitersnelheid en diafragma. Geavanceerde camera’s laten u toe om te kiezen tussen verschillende programma’s: Matrix metering, Center-Weighted average metering en Spotmeting.

Bokeh: Bokeh beschrijft het uitzicht van de onscherpe delen van de foto. Zo zal bv. de constructie van de sluiter bepalen welke vorm onscherpe lichtpunten krijgen. Maar ook vele andere eigenschappen van de lens bepalen haar bokeh. De term bokeh zal steeds worden gebruikt om beelden van systeemcamera’s te beschrijven,. Omdat de compacts door hun kleine sensoren geen heel onscherpe achtergronden hebben, is er per definitie geen sprake van enig bokeh.

Bracketing: Bracketing is enkel beschikbaar op de meer geavanceerde camera’s. Als bracketing wordt geactiveerd zal de camera bij het afdrukken meer dan één opname doen. Meestal worden er drie foto’s snel na elkaar genomen waarbij elke foto met enigszins andere instellingen wordt genomen. De meest gebruikte bracketing is de belichtingsbracketing, waarbij, naast een normale opname, ook één opname wordt gemaakt die iets meer belicht is en eentje die iets donkerder is. Het is de bedoeling op deze manier zeker één perfect belichte foto te hebben omdat de automatische belichting soms een beetje verkeerd kan kiezen. Minder gebruikelijke bracketing modes zijn de focus bracketing (voor een perfecte focus), de witbalans bracketing (voor perfecte kleur), de scherptedieptebracketing (voor een perfecte focus diepte).

Brandpuntsafstand: De brandpuntsafstand is de afstand tussen de lens en de sensor. Hoe korter die is, hoe breder het beeld (breedhoek). Hoe groter de brandpuntsafstand is, hoe kleiner het beeld zal zijn (zoals bij een telelens).

Breedhoek: Een lens die dit kenmerk heeft, heeft een "brede" kijkhoek en de fotograaf moet dus minder afstand nemen om het kader van zijn foto te kunnen verbreden.

top

C

Center-weighted average metering: Meest gebruikte belichtingsmeetmethode (metering mode) waarbij de camera de belichting (hoeveelheid licht) zal bepalen aan de hand van de gemiddelde waarde over het gehele beeld met een extra gewicht voor het midden van het beeld.

Crop-factor of Focal length multiplier: Systeemcamera’s hebben sensoren die doorgaans wat kleiner zijn dan de klassieke filmgrootte (36x24mm). Enkel de zogenaamde Full Frame camera’s hebben een dergelijke grote sensor. Bij al de kleinere systeemcamera’s zal de kleinere sensor maar een deel van het beeld van de lens opvangen. Het lijkt dus alsof de foto met een soort zoom is genomen. Daarom berekent men voor systeemcamera’s het 35mm-equivalent van de meegeleverde lens. Door alles naar de oude beeldgrootte om te rekenen blijven lenzen vergelijkbaar. Een voorbeeld:
De cropfactor van Panasonic is 2x (de kleinste sensor in een systeemcamera), de meegeleverde lens is 12-42, wat resulteert in een (2x(12-42)) 24-84 mm (35mm equivalent).
De cropfactor van Nikon is 1,5x (de grootste sensor in een instapsysteemcamera), de meegeleverde lens is een 18-55, wat resulteert in een (1,5x(18-55)) 27-82mm (35mm equivalent).
Beide camera’s hebben dus ongeveer dezelfde netto fotografische mogelijkheden qua beeldhoek.

top

D

Diafragma (sluiter): Dit is het bewegende onderdeel in de camerabody die open gaat en weer sluit om licht door te laten. Bij de meer geavanceerde toestellen kunt u de grootte van de opening en de snelheid waarmee het diafragma open en dicht gaat, de sluitertijd, zelf instellen.

Diafragma waarde: Drukt de hoeveelheid licht uit die op de sensor valt. De maximale diafragma opening is rechtstreeks afhankelijk van de grootte van de lens. Die opening wordt aangeduid met een “f”-waarde. Hoe lager het diafragma-getal, hoe groter de lens. (bv. een f2.8 lens laat 2x meer licht door dan een f4.0 of 4x meer licht dan een f5.6 lens). Vaak worden er twee waarden opgesomd voor één lens. (bv. f3.5-5.6 betekent dat het maximale diafragma in breedhoekpositie (f3.5) groter is dan in telepositie (5.6)). Een groter diafragma (lager cijfer) draagt niet alleen bij tot kortere sluitersnelheden (hoe lichtsterker de lens hoe korte de benodigde sluitertijd voor eenzelfde belichting), maar ook tot een kleinere scherptediepte.

Dual Image Stabilisation: Dit is een pure marketingterm. De enige goede beeldstabilisatie is een mechanische stabilisatie van de lens of de sensor. De dual slaat op de verhoging van de ISO, iets wat een goede camera sowieso zelf moet doen in situaties met weinig licht om bewegingsonscherpte te vermijden.

DX lenzen: Speciale serie lenzen van Nikon die een kleinere beeldcirkel heeft en dus enkel gebruikt kan worden op systeemcamera’s van Nikon met een APS-C formaat sensor (1,5x cropfactor).

Dynamic Photo: Functie op Casio camera die een bewegend onderwerp uit een film kan knippen en het op een andere achtergrond kan plaatsen (een beetje zoals bluescreen technologie). Grappig om mee te spelen, maar verder geen indrukwekkende resultaten.

Dynamisch bereik: Het dynamisch bereik drukt het verschil uit tussen het kleinste signaal dat de camera nog kan onderscheiden (het donkerste grijs) en het hoogste signaal uit een beeld (het helderste stuk van het beeld). Een groter dynamisch bereik betekent dat er minder onder- en overbelichte delen op de foto zullen staan, wat resulteert in meer natuurlijke beelden (omdat het dynamisch bereik van onze ogen nog steeds groter is dan dat van camera’s doen sommige beelden met een groot contrast soms onnatuurlijk aan). Hoe hoger de gevoeligheid van de sensor (ISO instelling) wordt opgedreven, hoe meer hij gaat ruisen en hoe lager het dynamisch bereik zal zijn. Systeemcamera’s hebben een groter dynamisch bereik dan compact camera’s dankzij hun lichtgevoeligere grotere sensoren. Ook al is 100 vaak de laagste ISO-waarde, toch zullen de meeste camera’s op ISO 200 het hoogste dynamisch bereik opleveren omdat ze ontworpen zijn om rond ISO 200 optimaal te functioneren.

top

E

EF(-S) bajonet: Canon’s lenzen systeem. EF lenzen bestaan sinds 1987 en kunnen op alle digitale en analoge spiegelreflexcamera’s van Canon worden gebruikt. EF-S lenzen zijn iets kleiner (want gebouwd voor camera’s met een cropfactor van 1,6x) en geoptimaliseerd voor digitale camera’s. Buiten Canon zelf maken ook Sigma, Tamron, Tokina en Carl Zeiss optica voor het EF systeem.

E-mount: Sony’s nieuwste lenzensysteem voor de NEX-camera’s. Alpha lenzen passen op NEX-camera’s mits het gebruik van een adaptor. Praktisch is het echter niet, want u verliest de autofocus.

EV compensatie: Belangrijke functie die aanwezig is op elke digitale camera. Ze laat toe de inschatting van de belichtingslogica bij te sturen. Als u de EV-compensatie op +1.0EV instelt zal de camera meer (dubbel zoveel) licht opnemen dan in normale toestand (0EV). Dit kan goed zijn om onderbelichte onderwerpen toch goed te gaan belichten. U kunt ook negatieve EV instellen om de opname express donkerder te maken. Dit laatste kan bv. nuttig zijn bij avondscènes die door de meeste camera’s artificieel licht worden opgenomen.

EVIL camera’s: Engelstalige afkorting van "Electronic Viewfinder Interchangeable Lens", soms ook MILC camera genoemd (Mirrorless Interchangeable Lens Camera). Het betekent zoveel als systeemcamera (afneembare lens) zonder spiegelhuis. Dit zijn de nieuwste, compactere systeemcamera’s zonder optische zoeker, zoals de Micro Four Thirds camera’s en de Sony NEX-serie.

EXIF: In een JPEG-bestand kan EXIF (Exchangeable Image File)-informatie verborgen zitten. Deze is uit te lezen met beeldverwerkingssoftware en bevat een aantal gegevens over de opname (camera instelling, tijd, datum en in de camera’s met GPS ook de plaats waar de foto is genomen). 
 

top

F

F bajonet: De naam van het lenssysteem van Nikon. Doordat F-lenzen sinds 1959 worden gemaakt, is dit het meest uitgebreide lenzensysteem ter wereld met meer dan 400 verschillende lenzen. Naast Nikon zelf produceren tal van andere fabrikanten voor dit systeem: Sigma, Tamron, Carl Zeiss, Tokina, Schneider, Vivitar … Nikon-lenzen met ook een DX in de naam zijn enkel geschikt voor camera’s met APS-C sensor (1,5x cropfactor).

Four Thirds systeem: Camerasysteem gebruikt in de zwaardere systeemcamera’s van Olympus en in sommige oudere systeemcamera’s van Panasonic (L10 en L1). De cropfactor bedraagt net als Micro Four thirds 2x. De ontwikkeling van dit lenssysteem staat op een laag pitje sinds de introductie van Micro Four Thirds.

Front LCD: Samsung is nog steeds het enige merk dat op een aantal van zijn camera’s een tweede display inbouwt aan de voorkant van de camera. Hierdoor is het makkelijker om zelfportretten te maken (al lukt dit met een kantelbaar LCD-scherm ook aardig).

Full Frame camera’s: Systeemcamera’s die een sensor hebben die zo groot is als een origineel kleinbeeldnegatief (36x24mm). De cropfactor van een dergelijke camera is dus 1x. Deze camera’s worden enkel geproduceerd door Canon, Nikon en sinds kort ook Sony en richten zich op de professionele markt met prijzen van meer dan € 2000 voor een toestel.

Full Manual Exposure Mode: Een camera waarbij de automatische belichting volledig uit te schakelen is en de belichtingsparameters (diafragma, sluitertijd, ISO-waarde) volledig manueel kunnen worden ingesteld. Sommige camera’s hebben nog manuele modes voor andere parameters (witbalans, focus …)

top

G

Gezichtsherkenning of face detection: Deze functie zal op zoek gaan naar menselijke gezichten in de foto en zal ervoor zorgen dat de focus zo gekozen wordt dat deze scherp zijn. Meer gesofisticeerde gezichtherkenningsalgoritmes herkennen ook gezichten die in profiel zijn gemaakt en kunnen meerdere gezichten tegelijk herkennen. Sommigen zullen tenslotte niet alleen de scherpte van het gezicht optimaliseren maar ook zorgen voor een goede uitlichting van het gezicht.

GPS-functie: Met een GPS-functie kunt u aan een bestand toevoegen waar de foto werd genomen. Dit kan handig zijn als u op vakantie veel verschillende locaties aandoet. Met sommige programma’s kunt u de foto’s combineren met een kaart van de afgelegde reisweg.

top

H

HDMI-verbinding: Dit is enkel nodig wanneer u een video hebt gemaakt in HD en u die ook in HD wilt afspelen op tv of wanneer u een slideshow van uw foto’s wilt afspelen. Daarvoor moet u natuurlijk een HDMI-kabel gebruiken, maar die is helaas nooit bijgeleverd bij het fototoestel.

HDR: High Dynamic Range opnames ontstaan door het samenvoegen van meerdere opnames met verschillende belichting van eenzelfde scène. Op die manier wordt het mogelijk het dynamisch bereik van een toestel virtueel te vergroten. Dit werkt natuurlijk enkel met scènes die stilstaan, want u hebt de tijd nodig om verschillende opnames te maken. Sony heeft dit proces ondertussen geautomatiseerd. Wanneer HDR actief wordt gezet, zal wanneer nodig de camera meerdere opnames maken en deze tot één foto combineren. We zijn zeer te spreken over de resultaten van deze optie. Bijvoorbeeld voor buitenfoto’s waarbij de luchten vaak volledig wit zijn, zal deze camera er toch in slagen om blauwe luchten te tonen.

HD video-opname mogelijkheid: Het opnemen van video wordt steeds belangrijker omdat de kwaliteit hiervan alsmaar beter wordt. De betere camera’s leveren zelfs prestaties die met deze van camcorders te vergelijken zijn (dankzij de scherptediepte-effecten zijn de opnames zelfs te vergelijken met deze van semi-professionele modellen). Maar deze goede prestatie is niet gegarandeerd, ook al claimen veel camera’s in HD op te nemen. Het is belangrijk na te kijken of de camera blijft focussen tijdens een videoopname, of het nog mogelijk is te zoomen en of deze bewerkingen geen parasietgeluiden doen ontstaan in de geluidsopname. Verder laat ook de (mono) geluidskwaliteit nog vaak te wensen over.

Histogram: Een histogram toont de verdeling van de schakeringen binnen de foto. Links staan de donkere gebieden en rechts de meest heldere. Hoe hoger het histogram in een van deze delen is, hoe meer deze tinten aanwezig zijn. Een goede opname heeft een gelijkmatige verdeling van de heldere en donkere stukken. Daarom laten sommige camera’s toe een "live"-histogram te tonen tijdens de opname.

Hoge snelheidsvideo’s: Al een tijdje aangeboden op de Casio camera’s, maar nu ook beschikbaar op sommige modellen van Nikon en Samsung. Deze functie laat toe video’s op te nemen aan extreme snelheden tot 6000 beelden per seconde. Deze worden dan later in een vloeiende slow motion afgespeeld, wat dan vaak mooie effecten oplevert (vooral van natuurfenomenen die anders te snel zijn voor ons oog: aansteken lucifer, neervallen regendruppels), maar door de lage resolutie verder niet heel bruikbaar.

top

I

 i-Function lens: Een optie op de nieuwste Samsung systeemcamera’s. De i-lensen laten toe om via een toets en een draairing camera instellingen te wijzigen. Een intelligente oplossing en handige oplossing, want bij alle andere merken blijft de lens een passief element (op de focus en zoom setting na).

Interpolatie: Interpolatie (soms ook "resampling" genoemd) is een manier om het aantal pixels in een beeld te verhogen of te verminderen. Sommige camera’s gebruiken interpolatie om een groter beeld te creëren dan de sensor kan leveren of om digitale zoom te implementeren. Zo goed als alle beeldverwerkingsprogramma’s bezitten één of meerdere interpolatiealgoritmen. Hoe vloeiend de resulterende beelden zijn hangt of van de complexiteit van het algoritme.

ISO-gevoeligheid: Deze waarde geeft aan hoe gevoelig de sensor is voor licht. Hoe groter de ISO-waarde is, des te gevoeliger is het toestel. Zo heeft een sensor met ISO 200 twee keer minder licht nodig dan een sensor met ISO 100, en een sensor met ISO 400 vier keer minder.
Maar opgelet bij eenvoudige compact camera’s: als de ISO-waarde hoger dan 800 ligt, wordt de kwaliteit van de foto minder goed. Hoge ISO-waarden zijn dus eerder een verkoopsargument dan een echte meerwaarde.

top

J

JPEG: Meest gebruikte bestandsformaat voor het opslaan van digitale beelden. Probleem met JPEG is dat het een verlieslatend formaat is. Bepaalde gegevens over de foto gaan verloren. Daarom is het belangrijk tijdens het bewerken van foto’s in een ander formaat op te slaan (anders gaat er bij elke operatie beeldkwaliteit verloren) en enkel JPEG te gebruiken voor de laatste stap: distributie van de file.

top

K

KAF bajonet: De naam van het bajonetsysteem van Pentax, DA-lenzen en de hogere kwaliteit DA*- lenzen.

Kussenvervorming of pincushion distortion: Lensfout waarbij het hele beeld uitholt. Rechte lijnen aan de zijkanten van het beeld worden naar het midden toe getrokken (omgekeerde vervorming van tonvervorming). Sommige camera’s corrigeren de kussenvervorming digitaal.

top

L

LCD: Alle camera’s hebben tegenwoordig een LCD (Liquid Crystal Display) -scherm waarop de menu-instelling, maar vaak ook het zoekerbeeld (bij afwezigheid van een aparte zoeker) wordt afgebeeld. Een camera met groter en helderder LCD is aangenamer te bedienen.

Lens: Dit is het "oog" van het toestel. Deze kan van het toestel worden genomen bij een reflexcamera, maar meestal is ze ingebouwd in de body van het toestel.

Live view: Live view is een functie die er bij spiegelreflexcamera’s voor zorgt dat het zoekerbeeld op het LCD-schermpje wordt afgebeeld, zodat u niet meer door de optische zoeker moet kijken. Dit heeft als voordeel dat u de camera ook van u weg kunt bewegen en originelere standpunten kunt innemen, maar de focus wordt veel trager. Enkel Sony camera’s (en in mindere mate Panasonic) hebben een snelle focus in Live view modus omdat ze hiervoor een aantal extra systemen hebben ingebouwd.

L series lenzen: Speciale reeks van Canon’s EF-lenzen. De L lenzen zijn een pak duurder en van betere kwaliteit dan de normale EF(-S) lenzen. Er bestaan geen L lenzen in het EF-S formaat om te vermijden dat L lenzen niet zouden werken op de professionele full frame camera’s. In tegenstelling tot de instapklasse wordt bij L lenzen een hoes en zonnekap meegeleverd.

top

M

Matrix or Evaluative metering: Meest complexe van alle belichtingsprogramma’s. De camera zal eerst de gehele scène trachten te herkennen (luchtpartij met mensen ervoor, panorama, gebouw …) en daaruit opmaken wat de beste belichting is.

Megapixel: zie pixel

Micro Four Thirds systeem (MFT): Nieuwste camerasysteem voor sommige camera’s van Olympus en Panasonic. MFT lenzen zijn de kleinste lenzen op de markt omdat ze gemaakt zijn voor camera’s zonder spiegelhuis en een crop-factor van 2x. Micro Four Thirds camera’s zijn mits een goedkope adapter (+/- € 150) ook compatible met Four thirds systeemlenzen. Voorlopig is het aantal beschikbare soorten lenzen voor Micro Four Thirds eerder beperkt met een 6-tal lenzen.

MILC camera: zie EVIL camera.

Motion/Sweep or Incamera Panorama: Nieuwe manier om panoramabeelden op te nemen. Vroeger werden afzonderlijke opnames gemaakt en moesten deze handmatig aan elkaar worden geplakt op de computer. Dit proces is nu geautomatiseerd en gebeurt in de camera zelf. Na opname van een dergelijk panorama staat er maar één foto op uw geheugenkaart. Een indrukwekkende en zeer interessante functie die vaak spectaculaire beelden oplevert!

MPO: Bestandsformaat voor 3D-beelden, o.a. gebruikt door de FujiFilm Real3D camera’s en Sony camera’s. Ander belangrijk 3D-bestandsformaat is .JPS (JPEG stereo).

top

N

Neutrale densiteitsfilter: Een voorzetfilter (grootte uitgedrukt in mm, bestaat zowel voor de systeemcameralenzen als voor sommige compactcamera’s) om het beeld donkerder te maken. Bij opnames in erg lichte omgevingen (bv. tijdens de middag in de zomer, zeker in landen dichter bij de evenaar), is de snelste sluitersnelheid van de camera vaak niet snel genoeg om overbelichte foto’s te vermijden. Een dergelijke filter biedt dan hulp.

NFC: Near Field Communication of kortweg NFC is een protocol dat een draadloze verbinding op korte afstand mogelijk maakt. Het werd ontwikkeld in 2003 door Philips en Sony, en werkt met radiogolven. Met deze functie kunt u gegevens uitwisselen tussen twee toestellen, voorzover die compatibel zijn en zeer dicht bij elkaar. Zo zou u bijvoorbeeld een parking kunnen binnenrijden door uw smartphone bij een NFC-toestel aan de ingang te houden.
Voor foto’s kunt u met NFC de verbinding maken tussen uw compact camera en uw smartphone, zonder dat ze daadwerkelijk met elkaar verbonden zijn. Enkel de NFC-logo’s moeten op enkele millimeter van elkaar worden gehouden, en dan wordt de verbinding gemaakt via wifi of Bluetooth. Op deze manier wordt het gemakkelijker om iets over te zetten van het ene toestel naar het andere, aangezien u niet meer door allerlei menu’s moet bladeren. Momenteel zijn er nog weinig toestellen met NFC, maar de techniek lijkt aan een opmars bezig.

top

O

Optische/digitale zoom: Een echte zoom is een optische zoom. Een digitale zoom is enkel een softwarematige bewerking van een foto die de indruk geeft dat er zoom is gebruikt, maar met een lagere resolutie als gevolg. Meestal gaat het om een zuiver verkoopsargument.

top

P

Pancake lens: Een "pannenkoek" lens is een heel dunne lens (vaak niet dikker dan 1 centimeter). Deze lenzen hebben geen zoommogelijkheid. Het zijn altijd lenzen met vaste brandpuntsafstand.

PictBridge: Dit is een speciale verbinding om een fototoestel rechtstreeks met een printer te verbinden. Zo kunt u foto’s afdrukken zonder dat u daarvoor een computer nodig hebt.

Pixel: Het kleinste deeltje waaruit een beeld bestaat. Zowel de sensoren als de fotobestanden bestaan uit pixels. Pixels in een beeld moeten klein genoeg zijn (er moeten genoeg pixels zijn) opdat de kijker geen "pixellatie-effect" zou zien. Als er genoeg pixels zijn (de pixels zijn klein genoeg) dan zal de kijker een vloeiend beeld zien zonder de individuele pixels. Een menselijk oog kan ongeveer 6 miljoen pixels scherp zien. Dus camera’s met meer pixels zijn niet echt nodig, tenzij u grote stukken van het beeld wilt gaan wegknippen.

Polarisatiefilter: Een voorzetfilter (grootte uitgedrukt in mm, bestaat zowel voor de systeemcameralenzen als voor sommige compactcamera’s) om gepolariseerd licht te blokkeren. Hierdoor zullen foto’s met veel weerkaatst licht meer diepte krijgen. Hemels worden blauwer, water en ramen worden transparanter.

top

Q

 

top

R

RAW: Vervanger voor JPEG. Bij RAW verliest men niets van de beeldinformatie. Alle informatie afkomstig van de sensor wordt opgeslagen. Daarom is het mogelijk in de digitale donkere kamer (RAW beeldverwerkingsprogramma) de witbalans en zelfs de belichting enigszins aan te passen met een veel kleiner beeldkwaliteitsverlies dan bij JPEG. Een optimalisatie van het beeld vanuit RAW is veel krachtiger dan vanuit JPEG.

Reflexcamera’s of spiegelreflexcamera’s: Fototoestellen van dit type zijn uitgerust met een afneembare lens en zijn vooral bestemd voor echte liefhebbers en professionals. Ze danken hun naam aan de spiegel die in de body is ingebouwd. Deze draaiende spiegel zendt het binnenvallende beeld eerst naar het oog van de fotograaf en vervolgens naar de sensor op het moment dat de foto wordt genomen. Dit maakt deze toestellen theoretisch sneller dan andere.

Release Priority: Een focusinstelling die ervoor zorgt dat bij volledig doorduwen van de ontspanner de camera onmiddellijk een foto zal nemen zonder te wachten op een accurate focus.

Resampling: zie Interpolatie

Resolutie: Dit wordt uitgedrukt in het aantal pixels van een foto die met het toestel is genomen. Ligt dit aantal hoog, dan kunt u afdrukken van grote afmetingen maken. Het best is als de resolutie van een beeld precies overeenkomt met die van de sensor. Is dit niet zo, dan moet het toestel een interpolatie doen.

Ruis: Hoe hoger de ISO-instelling van de camera, hoe meer ruis het beeld zal gaan bevatten. De foto wordt hierdoor vlakker van kleur en diepte, minder natuurlijk. Grotere sensoren hebben een veel lagere ruis, omdat de pixels die het licht opvangen veel groter zijn. De beelden zijn daardoor helderder en meer natuurlijk.

top

S

Scherptediepte of DOF: Scherpediepte is de afstand waarover de foto scherp is. Hoe groter de sensor en de lens, hoe ondieper de scherptediepte. Dit maakt dat slechts een bepaald gedeelte van de foto scherp zal zijn, alles wat voor en achter het scherptegebied ligt is onscherp en zal het oog niet afleiden. Met een beperkte scherptediepte kunt u één onderwerp in de kijker zetten. Het geeft een rustgevende foto, met een groot diepteeffect waarnaar het gemakkelijk kijken is. Opnieuw is er eigenlijk enkel sprake van een scherptediepte-effect bij systeemcamera’s omdat door het kleine optische systeem van de compacts het gehele beeld altijd min of meer scherp is.

Sensor: De beeldsensor is het centrale onderdeel van de camera. De sensor zet via photovoltaïsche cellen licht om in elektrische signalen. Een sensor is voor een digitale camera wat film was voor de analoge camera. Sensors van compact camera’s zijn veel kleiner (diameter tussen 8 mm en 16 mm) dan deze van systeemcamera’s (diameter van 33 mm tot 45 mm). Er bestaan verschillende technologieën om een sensor te bouwen (CCD en CMOS), maar dit beïnvloedt de kwaliteit verder niet.

SLT: Single Lens Translucent camera’s. Nieuwe reflexcameratechnologie van Sony die toelaat om een heel snelle autofocus te combineren met Live view én vooral met HD video-opname.

Sluitertijd: Dit is de snelheid waarmee het diafragma van een fototoestel zich opent en weer sluit. Meestal wordt de sluitertijd uitgedrukt in delen van een seconde waarbij enkel het cijfer onder de breukstreep wordt vermeld (bv. 50 betekent 1/50 seconde, 500 betekent 1/500 seconde). Hoe korter de sluitertijd, hoe minder kans op een bewogen foto. Om bewegingsonscherpte door handtrillingen te vermijden moet de sluitersnelheid korter zijn dan 1/brandpuntsafstand. Zo hebt u bij het nemen van teleopnamen met een 400 mm brandpuntsafstand zonder stabilisator een sluitertijd nodig van 1/400. Om de beweging van een mens in rust te fixeren is de minimum sluitertijd 1/50, voor de meeste sporten is een sluiter van minimum 1/200 nodig omdat deze mensen snellere bewegingen maken.

Sluitertijdvoorkeuze: Laat toe de sluitertijd vast te leggen voor de volgende opname. De belichtingslogica zal de andere belichtsparameters (diafragma en ISO-waarde) zo aanpassen dat, in de mate van het mogelijke, toch een goede belichting plaatsvindt.

Spotmeting: Belichtingsmode waarin de camera de hoeveelheid licht (belichting) zal laten afhangen van slechts één enkele zone in het beeld (meestal het midden). Deze zone zal perfect belicht zijn, terwijl de rest van het beeld sterk over- of onderbelicht kan zijn (in tegenstelling tot bij Center weighted average metering). Spotmeting is te verkiezen als u te doen hebt met grote contrasten in het beeld en slechts één onderwerp echt belangrijk is.

Sweep 3D: Sony camera’s hebben de mogelijkheid om 3D beelden te synthetiseren uit meerdere opnames gemaakt terwijl men de camera van links naar rechts over de scene beweegt. De resultaten zijn goed te noemen. Deze methode werkt natuurlijk niet wanneer er bewegende onderwerpen gefotografeerd worden.

Systeemcamera: Deze categorie bevat niet alleen de reflexcamera’s, maar ook de recente compactere toestellen waarvan de lens ook verwisselbaar is. Deze toestellen zijn geen reflexcamera’s omdat ze geen ingebouwde spiegel hebben. Ze zijn vooral sneller dan compact camera’s.

top

T

Tonvorming of barrel distortion: Lensfout waarbij het hele beeld een beetje bol staat. Rechte lijnen aan de zijkanten van het beeld gaan afbuigen, zeer vervelend en duidelijk bij opnames van gebouwen. Sommige camera’s corrigeren de tonvorming digitaal.

Touchscreen: Sommige modellen beschikken over een touchscreen. Dit laat toe kleinere camera’s te bouwen omdat er minder toetsen nodig zijn. Een ander voordeel is dat dankzij de grotere schermen de camera’s meer info op het scherm tonen, waaronder vaak ook nuttige achtergrond informatie bij de desbetreffende functie. Groot nadeel is echter dat wanneer er een felle zon staat de camera lastig te bedienen is en dat een touchscreen niet zo snel werkt als bediening via fysieke toetsen.

TTL - Through the lens: Staat letterlijk vertaald voor "door de lens". Een flits of een belichtingslogica die "door de lens" meet zal preciezer werken omdat het rechtstreeks op het opgenomen beeld werkt. Dit was vroeger het groter voordeel van spiegelreflexcamera’s waar veel functies door de lens zijn. Omdat bij digitale compact camera’s de meeste beeldinstellingen ook afhangen van het sensorsignaal doen compacts tegenwoordig ook aan TTL-metingen.

top

U

Ultrasone scherpstelling: Sommige lenzen voor systeemcamera’s zijn uitgerust met extra snelle focusmotoren (ultrasone motoren) die deze lenzen toelaten tot 10 keer sneller te focussen dan goedkopere instaplenzen. De focusmotor is ook een heel pak stiller. Voor het fotograferen van sport en snelbewegende onderwerpen of in stille omgevingen zijn deze lenzen een must. U kunt ze herkennen aan volgende codering: Canon (USM – Ultrasonic Motor), Nikon (AF-S – Silent Wave Motor), Olympus (SWD – Supersonic Wave Drive), Pentax ( SDM – Supersonic Drive Motor), Sigma (HSM – Hypersonic Motor), Sony (SSM – Supersonic Wave Motor), Tamron (USD – Ultrasonic Silent Drive).

UV-filter: Een voorzetfilter (grootte uitgedrukt in mm, bestaat zowel voor de systeemcameralenzen als voor sommige compactcamera’s) die voor een lens wordt aangebracht. Verandert niets aan de opname, maar beschermd het voorste lensglas tegen schade door vallen, stoten of inkomende projectielen (bv. steenslag). Het is zeker aan te raden meteen een UV-filter te bestellen voor uw duurdere lenzen.

top

V

Vaste brandpuntsafstand lenzen/fix focus lens/prime lens: Allemaal synoniemen voor lenzen zonder zoommogelijkheid. Vaak zijn deze lenzen wel goedkoper dan zoomlenzen, hebben een groter diafragma en betere beeldkwaliteit dan zooms. Dit soort lenzen brengt het beste uit uw systeemcamera naar boven: mooi uitgesneden onderwerpen (veel achtergrondonscherpte), zeer lichtsterk (heldere mooie beelden, ook bij weinig licht) en grote contrasten (door het lager aantal optische onderdelen zijn de beelden zuiverder).

Vignetting: Lensfout waarbij de randen van de opname donkerder zijn dan het midden. Elke lens heeft een zekere mate van vignetting, maar het mag niet zoveel zijn dat het gaat opvallen (best te zien als bv. een egale lucht plots donkerder wordt aan de randen van uw foto). Sommige camera’s compenseren de vignetting digitaal.

Volledig manuele instellingen: Deze instelling is meestal enkel te vinden op reflextoestellen. Het biedt de kans om alle parameters los van elkaar in te stellen. Vanzelfsprekend is hiervoor wel enige kennis van de fotografie nodig. Voor de meeste mensen zal een correct gebruik van deze functie te hoog gegrepen zijn.

top

W

Wifi: Fototoestellen ondervinden steeds meer concurrentie van smartphones, die zijn uitgerust met steeds betere camera’s. Om in te spelen op de vraag van de consument om foto’s snel te kunnen delen, zijn fabrikanten wifi beginnen inbouwen in hun fototoestellen. Dit biedt heel wat mogelijkheden. Zo kunt u foto’s doorsturen naar uw computer zonder met een geheugenkaart te moeten werken, kunt u uw fototoestel vanop afstand bedienen of de kadrering bekijken met behulp van een app, uw beelden afprinten of ze afspelen op een tv zonder kabel, uw kunststukjes op socialenetwerksites plaatsen of per mail versturen, ze opslaan in de cloud … Deze functie is zeker leuk, maar is niet altijd even gebruiksvriendelijk.

Witbalans: Bij veel toestellen kunt u de witbalans manueel instellen. Als u dit doet, geven uw foto’s de kleuren echt weer zoals ze in werkelijkheid zijn. Hierdoor vermijdt u bijvoorbeeld onnatuurlijke huidtinten.

top

X

 

Z

Zoeker: Dit is het onderdeel waarmee u uw foto kunt kadreren. Er zijn twee soorten zoekers: optische en digitale. De recente compact camera’s hebben meestal een digitale of elektronische zoeker. Daarbij doet het schermpje dienst als zoeker. Dit in tegenstelling tot de optische variant, die een samengaan is van lenzen en spiegels.

Zonnekap: Een opzetstuk om te vermijden dat er strooilicht in de lens valt. Strooilicht is licht afkomstig van lichtbronnen buiten het eigenlijke blikveld van de lens. Ook bied de kap een mechanische bescherming tegen stoten of projectielen die anders in het glas terecht zouden komen. Professionele fotografen gebruiken hun zonnekap zelfs binnen om er zo voor te zorgen dat ze enkel het licht opvangen dat nodig is voor de foto en zo een maximaal contrast garanderen. Bij de lenzen van betere kwaliteit wordt de zonnekap dan ook vaak meteen meegeleverd. Nog te vaak zien we mensen fotograferen met de zonnekap naar binnen gedraaid. Er bestaan ook rubberen exemplaren; die zijn compacter om op te bergen, maar beschermen mechanisch minder goed.

Zoom en lenzen: De "lens" wordt gekenmerkt door twee getallen, die de minimum- en de maximumwaarden aangeven van de brandpuntsafstand (bv. 35-105 mm). In dit geval komt dit overeen met 3x zoom.

top