Hoe testen wij honing?

Samenstelling
Honing bestaat hoofdzakelijk uit glucose en fructose, maar het gehalte hangt af van de botanische oorsprong van de honing. Honing van bijen die bijvoorbeeld tuk zijn op koolzaad, bevat meer glucose dan die van bijen die verzot zijn op acacia.
De optelsom van glucose + fructose noemen we invertsuiker. Is die hoeveelheid lager dan 60 %, dan gaat men ervan uit dat de honing versneden is. Honing kan ook wel maltose, melizitose en sacharose (bieten- of rietsuiker) bevatten, maar het percentage sacharose mag niet hoger zijn dan 5 %. Ook dan vermoedt men een onnatuurlijke toevoeging van suiker.
Het individuele gehalte van deze suikers kan enkel in een laboratorium worden vastgesteld.