Koopwijzer ziekenfondsen

Alles wat je moet weten

Terug naar de koopwijzer ziekenfondsen

A. Wat wij denken over het aanbod van de ziekenfondsen

De “aanvullende verzekering” (zie vraag 6) gaat bij veel ziekenfondsen erg ver. Soms te ver naar onze mening. Wij vinden dat de aangeboden voordelen verband moeten houden met de gezondheidsbevordering, wat de maatschappelijke taak is van de ziekenfondsen, en niet louter worden toegevoegd om nieuwe leden te werven (zoals dat bv. geldt voor een geboortepremie of een saunabezoek). Hoewel die voor leden een mooie besparing kunnen opleveren, horen zulke diensten volgens ons niet thuis bij een ziekenfonds.

Financiële tegemoetkomingen moeten voor ons ook wetenschappelijk onderbouwd zijn. Alleen doeltreffende behandelingen, op basis van de recentste wetenschappelijke studies, zouden door ziekenfondsen moeten worden terugbetaald.

B. De wereld van de ziekenfondsen

1. Wat doet een ziekenfonds?

Een ziekenfonds is een instelling met als voornaamste taak de uitvoering van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering voor haar leden. Via het ziekenfonds krijg je dus het volledige bedrag of een deel terug van wat je betaalt voor onder meer een consultatie bij de huisarts, geneesmiddelen en een opname in het ziekenhuis. Ook wanneer je arbeidsongeschikt bent en loon verliest door ziekte, heb je recht op een uitkering via het ziekenfonds.

De meeste ziekenfondsen bieden daarnaast nog andere diensten aan: enerzijds een verplichte dekking die men meestal de “aanvullende verzekering” noemt (zie vraag 6), anderzijds diverse facultatieve dekkingen zoals de hospitalisatieverzekering.

2. Hoeveel ziekenfondsen zijn er?

De kans is groot dat je alleen de ziekenfondsen kent die eigenlijk privé-instellingen zijn. Er zijn er momenteel 46 in totaal en ze worden overkoepeld door vijf erkende nationale instanties. Drie daarvan zijn politiek gebonden, de twee andere niet: aan de ene kant zijn er de Landsbond der Christelijke Mutualiteiten, de Landsbond van Liberale Mutualiteiten en het Nationaal Verbond van Socialistische Mutualiteiten, aan de andere kant zijn er de Landsbond van de Neutrale Ziekenfondsen en de Landsbond van de Onafhankelijke Ziekenfondsen.

Daarnaast is er echter ook een overheidsinstantie, de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV). Het HZIV heeft 10 gewestelijke diensten en daarnaast ook een 30-tal permanenties.

Voor het spoorwegpersoneel geldt een bijzondere regeling via de Kas der geneeskundige verzorging van HR Rail. Daarvan zijn er 5 gewestelijke centra. Aangezien dat de automatische keuze is voor het spoorwegpersoneel, komt dat ziekenfonds niet aan bod in deze koopwijzer.

3. Wat is de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering?

Dat is de overheidsversie van de ziekenfondsen. Anders dan de overige ziekenfondsen komt die instantie alleen tussen bij prestaties die onder de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering vallen.

De aansluiting bij de Hulpkas is volledig gratis doordat dit ziekenfonds geen “aanvullende verzekering” aanbiedt. Daardoor is dat de beste keuze voor wie helemaal niet wil betalen voor het pakket aan aanvullende voordelen en diensten dat een ander ziekenfonds sowieso oplegt.

4. Wat kost de aansluiting bij een ziekenfonds?

De aansluiting bij de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering is volledig gratis.

Bij de gewone (privé)ziekenfondsen daarentegen zul je sowieso een bijdrage moeten betalen. De aansluiting louter voor het gedeelte verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering is nochtans ook daar gratis. Je betaalt omdat die ziekenfondsen zich niet tot die functie beperken.

Zij bieden namelijk altijd een bepaald pakket aan aanvullende diensten en voordelen aan, de “aanvullende verzekering” zoals men in de wandeling vaak zegt (zie vraag 6). Dat gedeelte is niet gratis, maar je bent verplicht het erbij te nemen. In principe bepaalt elk ziekenfonds zelf de samenstelling van het voordelenpakket en de bijdrage ervoor. Op 1/2/2019 schommelde de bijdrage per "titularis" tussen € 70,80 en € 156 per jaar. Personen met een "verhoogde tegemoetkoming" (zie vraag 9) betalen een lagere bijdrage.

Voor de personen ten laste (zie vraag 21) moet meestal niet worden betaald, maar wanneer je dat wel moet doen, komt de bijdrage per persoon ten laste in het slechtste geval neer op € 48 per jaar.

Bij een gewoon ziekenfonds kun je echter ook nog van andere diensten gebruikmaken. Het gaat bv. over een hospitalisatieverzekering of een tandzorgverzekering. Dat zijn echter facultatieve dekkingen, waar je dus apart voor moet betalen.

5. Wat dekt de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering?

Dankzij de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering heb je recht op een financiële tegemoetkoming voor de kosten voor geneeskundige verzorging.

Dat is onder meer het geval wanneer je naar de huisarts of een arts-specialist gaat, een kinesitherapeut of een tandarts. Maar ook bij een opname in het ziekenhuis of wanneer je in een rust- en verzorgingstehuis of een revalidatiecentrum wordt verzorgd. Idem dito wanneer je een prothese, een implantaat of een rolstoel nodig hebt.

Er is eveneens een tegemoetkoming in de prijs van geneesmiddelen, zowel magistrale bereidingen, farmaceutische specialiteiten als generische geneesmiddelen.

Ook wanneer je arbeidsongeschikt bent en loon verliest door ziekte, ouderschap, een ongeval of invaliditeit, kun je aanspraak maken op een uitkering.

Er gelden officiële tarieven voor die tegemoetkomingen.

6. Wat biedt een privéziekenfonds aan via zijn “aanvullende verzekering”?

De “aanvullende verzekering” wordt alleen aangeboden door de privéziekenfondsen, niet door het overheidsziekenfonds (Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering).

Het gaat bv. om een financiële tegemoetkoming voor lenzen, osteopathie, orthodontie, het lidgeld van een sportclub, alternatieve geneeskunde, niet-dringend ziekenvervoer … Bij alle ziekenfondsen vormt de geboortepremie het grootste voordeel.

Het aanbod kan echter sterk verschillen van ziekenfonds tot ziekenfonds.

Er kunnen zelfs regionale verschillen zijn. Dat geldt bv. wanneer je koos voor een ziekenfonds van liberale of socialistische strekking: het is niet omdat je bent aangesloten bij “het socialistische ziekenfonds in Gent” dat je in het kader van de “aanvullende verzekering” dezelfde voordelen zult genieten als iemand die lid is van “het socialistische ziekenfonds van Oostende”. Vroeger was dat ook het geval bij de Christelijke Mutualiteiten, maar daar is verandering in gekomen sinds 2019: alleen de Brusselse en Waalse afdelingen kunnen nog eigen accenten leggen voor het voordelenpakket; alle Vlaamse CM-ziekenfondsen van hun kant bieden nu een identieke “aanvullende verzekering” aan. Ook als je bent aangesloten bij een ziekenfonds van neutrale of onafhankelijke strekking, zullen alle leden die bij het ziekenfonds met die bewuste naam zijn ingeschreven (bv. Symbio, Partenamut), voor de “aanvullende verzekering” op identiek dezelfde voordelen aanspraak kunnen maken, ongeacht waar het ziekenfonds zich bevindt.

7. Welke zijn de andere diensten die de ziekenfondsen aanbieden?

Naast de dekking voor de ziekteverzekering, die bij wet werd opgelegd, en de “aanvullende verzekering”, die de privéziekenfondsen zelf verplicht hebben gesteld, zijn er bij een privéziekenfonds ook nog andere diensten te verkrijgen. Het gaat bv. over een hospitalisatieverzekering, een tandzorgverzekering, een verzekering voor ambulante zorg, voorhuwelijkssparen (jongerensparen). Dat zijn facultatieve dekkingen, waar je apart voor moet betalen.

8. Hoe verloopt de tegemoetkoming op grond van de verplichte ziekteverzekering?

Aangezien de financiële tegemoetkomingen voor medische kosten in het kader van de wettelijke ziekte- en invaliditeitsverzekering wettelijk zijn vastgelegd, zul je overal evenveel opstrijken, ongeacht bij welk ziekenfonds je bent aangesloten.

Bepaalde medische kosten worden volledig terugbetaald, andere slechts ten dele.

En er zijn er ook medische kosten die volledig voor je eigen rekening blijven. Dat geldt bv. voor heel wat tandzorgbehandelingen (kronen, bruggen en implantaten …). Ook brilglazen worden maar heel beperkt terugbetaald. De supplementen die je moet betalen, worden evenmin terugbetaald op grond van de wettelijke ziekte- en invaliditeitsverzekering. Bij een verblijf in een ziekenhuis is dat van toepassing als je kiest voor een eenpersoonskamer, en dan zowel voor de kamer als voor het ereloon van de artsen. Ook daarbuiten kunnen artsen die niet “geconventioneerd” zijn, een supplement aanrekenen op hun ereloon.

Voor bepaalde onderzoeken en behandelingen heb je vooraf het akkoord van het ziekenfonds nodig om aanspraak te kunnen maken op een financiële tegemoetkoming. Een adviserend geneesheer gaat dan na of je aan alle voorwaarden voldoet.

Voor de uitkering van de tegemoetkoming zijn er twee systemen:

  • Ofwel moet je eerst zelf de volle pot betalen en betaalt het ziekenfonds je achteraf een deel terug.
  • Ofwel volstaat dat je meteen alleen de som die sowieso voor jouw rekening blijft – het zogenoemde remgeld –, op tafel legt, zonder dat je dus eerst een deel moet voorschieten (het ziekenfonds betaalt de zorgverlener dan rechtstreeks). Die tweede formule wordt de derdebetalersregeling genoemd.

9. Wie heeft recht op een “verhoogde tegemoetkoming”?

Het is wettelijk vastgelegd wie in het kader van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering recht heeft op een verhoogde tegemoetkoming. Het gaat om personen met een laag inkomen, die een specifieke uitkering trekken (bv. leefloon, inkomensgarantie voor ouderen of gewaarborgd inkomen voor bejaarden, integratietegemoetkoming voor personen met een handicap) en weduwnaars/weduwen.

Het ziekenfonds moet voor hen een lagere bijdrage aanrekenen en moet hen méér vergoeden.

10. Wat betekent het “remgeld”?

Het remgeld is de som die na aftrek van wat je via het ziekenfonds hebt teruggekregen van je medische kosten, overblijft en dus volledig voor jouw rekening is.

11. Wat houdt de “derdebetalersregeling” in?

De derdebetalersregeling betekent dat je voor de medische kosten alleen de som op tafel moet leggen die sowieso voor jouw rekening blijft na aftrek van de tegemoetkoming van de verplichte ziekteverzekering (het zogenoemde remgeld). Dus zonder dat je eerst een deel moet voorschieten, het ziekenfonds betaalt de zorgverlener dan rechtstreeks.

Die formule moet in deze gevallen worden toegepast:

  • voor alle kosten in het kader van een ziekenhuisopname (dus ook voor de erelonen van artsen-specialisten);
  • in de meeste gevallen voor je geneesmiddelen bij de apotheker;
  • wanneer je recht hebt op een verhoogde tegemoetkoming (zie vraag 9), voor een raadpleging bij een huisarts en ook voor een technische prestatie tijdens de raadpleging, bv. een ingegroeide nagel verwijderen (die regel geldt dus niet bij een huisbezoek).

12. Wat houdt de maximumfactuur (MAF) in?

De verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering heeft het systeem van de maximumfactuur (MAF) ingevoerd. Daardoor moeten sommige personen per jaar niet méér dan een bepaald maximumbedrag uitgeven aan medische kosten.

Je kunt daarvoor in aanmerking komen op basis van je inkomen, je sociaal statuut (recht op de verhoogde tegemoetkoming), of het feit dat je chronisch ziek bent of onder de 19 jaar bent. Het ziekenfonds weet welk systeem voor jou van toepassing is en houdt automatisch je medische kosten bij.

Let wel: ook al heb je recht op de extra terugbetaling dankzij de MAF, er kunnen nog altijd veel kosten zijn die sowieso voor je rekening blijven. Lang niet alle uitgaven tellen namelijk mee, de wet schrijft zeer precies voor om welke kosten het gaat. Voor meer info: ons dossier De maximumfactuur voor medische kosten.

13. Wat te denken van de hospitalisatieverzekering van de ziekenfondsen?

Contracten voor een hospitalisatieverzekering zijn niet alleen te verkrijgen bij de privéverzekeraars, maar ook bij de ziekenfondsen.

Je kunt alleen zo’n contract sluiten als je ook bij dat ziekenfonds bent aangesloten, en daar dus dekking geniet voor de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering en de “aanvullende verzekering”.

Je betaalt een hogere premie naarmate je ouder bent op het ogenblik dat je het contract sluit.

Als je later van ziekenfonds wilt veranderen, zal je hospitalisatieverzekering noodzakelijkerwijze ook stoppen.

Door de band zijn de ziekenfondsen goedkoper dan de verzekeraars.

Wanneer je op het ogenblik dat je het contract wilt sluiten, al een bepaalde aandoening hebt, kunnen de privéverzekeraars je een hogere premie aanrekenen, de dekking beperken of weigeren om je te verzekeren. Met dat doel laten ze je vooraf een lijst met medische vragen invullen (later eventueel aangevuld met een medisch onderzoek). In dat opzicht ben je beter af bij een ziekenfonds. Sommige bieden in dat geval zonder probleem dekking. Andere weigeren alleen de supplementen in een eenpersoonskamer terug te betalen, en dat dikwijls gedurende hooguit drie of vijf jaar. Dat is een grote troef. Een diabeticus die een hospitalisatieverzekering bij zijn ziekenfonds wil nemen en genoegen neemt met een tweepersoonskamer, hoeft zich dus geen zorgen te maken. Je ontsnapt bij slechts zeer weinig ziekenfondsen aan de medische vragenlijst. Die weinige ziekenfondsen zullen je dus niet weigeren of maatregelen nemen specifiek voor jouw aandoening. Maar ook hun contracten leggen algemene beperkingen op voor een opname in het ziekenhuis naar aanleiding van je bestaande aandoening.

Zie ook ons dossier De hospitalisatieverzekering.

Voor een vergelijking van de hospitalisatieverzekeringen: zie onze Koopwijzer hospitalisatieverzekeringen.

Naar de koopwijzer hospitalisatieverzekeringen

 

In deze koopwijzer geven wij aan wanneer een ziekenfonds over een kwaliteitsvolle hospitalisatieverzekering beschikt.

14. Wat te denken van de tandzorgverzekering van sommige ziekenfondsen?

Dat is een verzekering waar je apart voor moet betalen aan het ziekenfonds. Je betaalt een hogere premie naarmate je bij de aanvang ouder bent.

Aangezien de kosten voor heel wat tandzorgbehandelingen niet door de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering zijn gedekt en dus volledig voor je eigen rekening blijven, kan een aantrekkelijke tandzorgdienst een goede reden zijn om voor een bijkomende tandzorgverzekering van een bepaald ziekenfonds te kiezen.

Het blijft evenwel belangrijk om de andere voordelen van je huidig ziekenfonds niet uit het oog te verliezen. Des te meer omdat je na de ondertekening van het contract lang moet wachten vooraleer de terugbetaling van kosten interessant wordt (gewoonlijk is er een wachttijd van zes maanden of meer en geniet je pas vanaf het derde jaar een maximale terugbetaling) en je je contract daarom ongetwijfeld een aantal jaren wilt behouden.

Lees ook ons dossier Tandzorgverzekeringen.

15. Wat houdt een verzekering voor ambulante zorg bij een ziekenfonds in?

Die verzekering biedt dekking voor de medische kosten die je maakt buiten de opname in een ziekenhuis. Ze is bij almaar meer ziekenfondsen mogelijk, maar de dekking verschilt.

Het is een verzekering waar je apart voor moet betalen. De premie ligt hoger naarmate je bij de aanvang ouder bent.

Volgens het onderzoek dat wij in 2016 deden, beantwoorden de contracten van de ziekenfondsen evenwel niet aan de verwachtingen van een goede verzekering.

Meer info over de verzekering voor ambulante zorg: zie ons artikel Duur of te beperkt (Budget & Recht 249 van november/december 2016; pdf-bestand).

16. Wat houdt het voorhuwelijkssparen (jongerensparen) bij een ziekenfonds in?

Het voorhuwelijkssparen werd vroeger door alle ziekenfondsen aangeboden, maar dat is niet langer het geval. Het is een dienst waar je apart voor moet betalen.

Het is een manier voor (groot)ouders om voor hun (klein)kinderen te sparen, vanaf het ogenblik dat die 14 jaar zijn tot ze gaan trouwen. De inleg is gering, maar het rendement mag er zijn, zeker voor een totaal risicoloze belegging. Al blijft het eindkapitaal veeleer bescheiden.

Het verschil qua rendement tussen de diverse ziekenfondsen kan wel flink oplopen.

De naam “voorhuwelijkssparen” is hoe dan ook achterhaald. Het kapitaal wordt immers ook uitgekeerd als het kind voor wie wordt gespaard, gaat samenwonen. En als er evenmin sprake is van samenwonen, kan het sparen bij alle ziekenfondsen gewoon doorlopen tot het kind 30 wordt. Op die eindleeftijd wordt dan eveneens een kapitaal uitgekeerd, dat echter iets lager zal uitvallen dan bij een huwelijk of samenwonen, maar toch nog interessant blijft. Daarom spreekt men vandaag de dag vaak van “jongerensparen”.

17. Waar situeert de zorgkas zich ten opzichte van het ziekenfonds?

Een zorgkas is een instantie die in opdracht van de Vlaamse overheid de zogenoemde zorgverzekering organiseert. Die verzekering bestaat voorlopig alleen in Vlaanderen. Wallonië zal normaliter binnen afzienbare tijd volgen.

Heel wat mensen weten die zorgverzekering niet goed te plaatsen omdat de instantie die hen ervoor laat betalen, meestal deel uitmaakt van het ziekenfonds waarbij ze zijn aangesloten. Maar in feite is dat een heel ander verhaal.

De officiële naam van de zorgverzekering in Vlaanderen is “Vlaamse sociale bescherming”. Ze kent een maandelijks zorgbudget toe aan mensen die gedurende een lange periode veel zorg nodig hebben. Daarmee wordt een bijdrage geleverd voor de kosten van bv. een woonzorgcentrum, een rolstoel, thuiszorg of andere hulp. Die bescherming kan dankzij het solidariteitsprincipe worden geboden: al wie ouder is dan 25 jaar en in Vlaanderen woont, is verplicht om elk jaar een zorgpremie te betalen aan een zorgkas. In 2019 gaat het om € 52 per jaar voor elk gezinslid (€ 26 voor wie recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming); het bedrag wordt elk jaar geïndexeerd.

De Vlaamse overheid heeft een eigen zorgkas, de Vlaamse Zorgkas genaamd. Maar ook elk Vlaams ziekenfonds heeft een zorgkas (bij CM bv. heet die CM-Zorgkas). Dat verklaart waarom de zorgverzekering voor sommige mensen één pot nat is met de verplichte ziekteverzekering.

In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest bestaat op dit ogenblik geen zorgverzekering en dus ook geen verplichting om een zorgpremie te betalen. Brusselaars hebben wel de mogelijkheid om vrijwillig bij de Vlaamse Zorgkas aan te sluiten.

18. Wat houdt de Waalse “Assurance Autonomie” in?

Dat is een formule die kan worden vergeleken met de Vlaamse zorgverzekering (zie vraag 17). Ze zal binnen afzienbare tijd in het Waals Gewest worden ingevoerd.

Alle Walen vanaf 26 jaar zullen een jaarlijkse bijdrage van € 36 moeten betalen (€ 18 voor wie recht heeft op de verhoogde tegemoetkoming). De bijdrage zal door de ziekenfondsen worden geïnd.

De praktische modaliteiten staan nog niet op punt.

19. Komt het ziekenfonds ook tussen als ik medische kosten heb in het buitenland?

Wanneer je voor een korte periode in het buitenland op vakantie bent of daar voor een langere periode verblijft, bv. omdat je in een zonnig oord gaat overwinteren, is het niet uitgesloten dat je ter plaatse ziek wordt of in het ziekenhuis belandt. Als je “medisch noodzakelijke” zorg nodig hebt, zul je dan dankzij je aansluiting bij een Belgisch ziekenfonds aanspraak kunnen maken op terugbetaling door een buitenlands ziekenfonds. Volgens dezelfde voorwaarden evenwel als de mensen in het land in kwestie. Het is dus niet zeker dat je gratis zult worden geholpen, alles hangt af van het zorgstelsel van dat land. Een andere optie is dat je het geld voorschiet maar je facturen bijhoudt en ze achteraf bij je Belgisch ziekenfonds indient.

Meestal moet je bepaalde documenten kunnen voorleggen om te bewijzen dat je in orde bent met de Belgische wettelijke ziekteverzekering. Informeer daarom vooraf bij je ziekenfonds over de procedures en de terugbetaling. Als je binnen de EU blijft, of reist naar Australië, IJsland, Macedonië, Noorwegen, Liechtenstein of Zwitserland, moet je bv. je Europese ziekteverzekeringskaart meenemen. Elk gezinslid dat in het buitenland wenst te verblijven, moet een eigen kaart hebben.

Of je daarnaast op reisbijstand kunt rekenen, bv. voor de repatriëring, hangt af van de “aanvullende verzekering” het ziekenfonds in kwestie. Maak je beter geen illusies. Die dekking is helemaal niet te vergelijken met die van een reisverzekering bij een verzekeraar. Het ziekenfonds betaalt veel minder terug. Het biedt ook niet overal ter wereld dekking en kent geen terugbetaling toe voor bepaalde kosten, zoals die van een reddingsteam. En uiteraard dekt het ziekenfonds ook geen autoschade.

Meer info over reisbijstandsverzekeringen bij de verzekeraars: zie ons artikel Zorgeloos op reis (Budget &Recht 250 van januari/februari 2017; pdf-bestand) en www.testaankoopverzekeringen.be

Naar Test Aankoop verzekeringen

C. Mijn plaats in de wereld van de ziekenfondsen

20. Ben ik verplicht om aan te sluiten bij een ziekenfonds ?

Ja, iedereen in ons land moet bij een ziekenfonds zijn aangesloten. Dat is de manier waarop je gebruik kunt maken van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering.

Je moet je in je eigen naam inschrijven als je begint te werken, een werkloosheidsuitkering ontvangt of nog studeert of stage loopt maar al ten minste 25 jaar oud bent. Elke persoon met een inkomen krijgt zo het statuut van titularis. Kinderen en niet-werkende partners worden in de regel als persoon ten laste ingeschreven bij het gezinshoofd (zie vraag 21).

Maar je hebt de keuze om je daarvoor te wenden tot de overheidsinstantie, de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering, of tot een privéziekenfonds. Alleen het statutaire personeel van de NMBS heeft geen keuze omdat de NMBS een eigen ziekenfonds heeft (zie vraag 2).

21. Moet elk gezinslid zich apart inschrijven?

Ja, behalve in deze gevallen:

  • Kinderen worden tot 25 jaar automatisch als persoon ten laste ingeschreven bij een van de ouders, tenzij ze eerder fiscaal onafhankelijk worden. Als ze na hun 25e nog studeren of nog geen werk hebben gevonden, kunnen ze hooguit ten laste blijven tot 31 december van hun 26e levensjaar.
  • Ook een niet-werkende partner wordt als persoon ten laste ingeschreven bij het gezinshoofd.

22. Kan een ziekenfonds mij verplichten om te betalen voor de” aanvullende verzekering”?

Ja, de privéziekenfondsen hebben de “aanvullende verzekering” in 2012 verplicht gemaakt, je kunt er niet voor kiezen om dat onderdeel te laten vallen.

Als je echter wilt beperken tot de dekking van de verplichte ziekte- en invaliditeitsverzekering en dus niet wenst te betalen voor bijkomende voordelen, kun je aansluiten bij de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (zie vraag 3).

23. Met welke factoren moet ik rekening houden bij de keuze van een ziekenfonds?

De keuze van ziekenfonds maakt geen enkel verschil voor de financiële tegemoetkomingen voor medische kosten in het kader van de wettelijke ziekte- en invaliditeitsverzekering: aangezien die wettelijk zijn vastgelegd, zul je overal evenveel opstrijken.

Zijn er in de pakketten voor de “aanvullende verzekering” totaal geen diensten waar je denkt ooit gebruik van te maken, dan heeft het weinig zin om daarvoor te betalen en dan kun je overwegen om aan te sluiten bij de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (zie ook vraag 3).

Als je wel in die diensten bent geïnteresseerd, moet je beseffen dat de criteria die je een bepaald privéziekenfonds doen kiezen, kunnen veranderen in de tijd. Zo zal een jonge ouder veelal andere accenten leggen (bv. de voordelen voor kinderen kunnen als belangrijk worden aanzien) dan een oudere persoon.

Wanneer een goede dekking in geval van hospitalisatie voor jou belangrijk is omdat je weet welke hoge supplementen je mag verwachten als je voorkeur uitgaat naar een opname in een eenpersoonskamer, hou je daar beter rekening mee in de keuze van privéziekenfonds. Beschik je immers al over een hospitalisatieverzekering –een collectief contract via je werkgever of een individueel contract dat je zelf bij een verzekeraar hebt gesloten – en ben je van plan om die dekking te bewaren als je eenmaal met pensioen bent? Dan volstaat het om een ziekenfonds te kiezen met een “aanvullende verzekering” die nu en in de nabije toekomst nuttig kan zijn voor de noden van je gezin. In het andere geval doe je er goed aan om een ziekenfonds te kiezen waar het mogelijk is om bijkomend – dus tegen betaling van een premie – een hospitalisatieverzekering van goede kwaliteit te sluiten (zie vraag 13). In deze koopwijzer geven wij aan wanneer dat mogelijk is.

Je kunt op elk ogenblik van ziekenfonds veranderen en er een kiezen dat beter op jouw noden is afgestemd. Maar wanneer je reeds een hospitalisatieverzekering hebt lopen bij dat ziekenfonds, verander je toch beter niet te snel. Lees vraag 25).

24. Hoeveel kost het om te veranderen van ziekenfonds?

Daar zijn geen kosten aan verbonden.

25. Is het moeilijk om te veranderen van ziekenfonds?

Neen, dat is slechts een formaliteit: je schrijft je in bij het ziekenfonds van je keuze, waarna de verandering voor je wordt geregeld.

Het zal bv. nagaan of je je bijdrage tijdig hebt betaald. Anders zul je eerst die schuld moeten aflossen en vervolgens een nieuwe aanvraag moeten indienen om te kunnen veranderen.

Je zult ten minste één jaar bij dat nieuwe ziekenfonds aangesloten moeten blijven vóór je opnieuw kunt veranderen.

Je bent niet verplicht om je voor het gekozen ziekenfonds in te schrijven bij de zetel uit jouw regio. Ook al kan dat soms aan te raden zijn. Zo is de terugbetaling voor ziekenvervoer meestal regionaal geregeld. Vaak geldt dat ook voor de oppas voor zieke kinderen. Het voordeel kan dus verschillen al naargelang je in de betrokken regio woont of niet.

Verander evenwel beter niet te snel van ziekenfonds. Stel dat je een interessante hospitalisatieverzekering hebt bij een bepaald ziekenfonds: dan is het wellicht geen goed idee om te veranderen omdat je elders € 10 kunt besparen op de “aanvullende verzekering”. Want als je verandert van ziekenfonds, zal de hospitalisatieverzekering bij dat ziekenfonds automatisch ook worden stopgezet. Maar aangezien de premie van die verzekering afhangt van je leeftijd bij de aanvang, riskeer je dan (veel) meer te moeten betalen voor het nieuwe contract voor de hospitalisatieverzekering, en zo kan de beoogde besparing volledig verloren gaan.

26. Hoe lang duurt het om te veranderen van ziekenfonds?

De eigenlijke overstap zal bij de start van het eerstvolgende trimester gebeuren, dus op 1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober. Stel dat je op 2 april besluit om te veranderen van ziekenfonds en de dag zelf de nodige documenten binnenbrengt: dan zul je pas op 1 juli lid worden van het nieuwe ziekenfonds.

Het nieuwe ziekenfonds mag geen wachttijd opleggen voor de aanvullende diensten en voordelen. Maar wanneer je extra betaalde voor bv. een hospitalisatieverzekering of een tandzorgverzekering, kun je voor die verzekeringen per definitie ook niet langer bij het vorige ziekenfonds blijven en moet je dus ook voor die verzekeringen overstappen. En dan wordt soms wel een wachttijd toegepast. Als je bv. meteen na de verandering in een ziekenhuis wordt opgenomen, zul je vaak nog geen vergoeding krijgen van de nieuwe hospitalisatieverzekering. Voor de tandzorgverzekering is er geen wachttijd als je verandert van ziekenfonds en voordien al zo’n verzekering had.