Gezien de inflatie neem je voor je aanvullend pensioen nu beter wat meer risico
Als het aanvullend pensioen waarvoor je spaart, een gegarandeerd rendement biedt, compenseert dat de inflatie niet. Stap daarom beter over naar een product met een dynamischer profiel. Zeker als je pensioen nog niet voor meteen is.

Niet alleen met een spaarrekening moet je je vandaag de dag tevredenstellen met een miniem rendement, dat geldt ook voor bepaalde plannen voor een aanvullend pensioen. We denken daarbij aan de contracten voor een levensverzekering van "tak 21" waarin je belegt in het kader van het pensioensparen of het langetermijnsparen. Je hebt met zo'n contract wel de zekerheid van een minimumrendement, maar dat haalt het totaal niet tegen de almaar stijgende inflatie. Volgens het Planbureau zal de inflatie in 2021 immers afklokken op 2,10 % en in 2022 op 2,80 %.
Denk vooral niet dat de winstdeelneming redding zal brengen. Verzekeraars zijn nooit verplicht om die toe te kennen en als ze het wel doen, is het bedrag zeer variabel en tegenwoordig hoe dan ook zeer bescheiden.
Overstappen naar iets met meer risico
Als je wilt dat het rendement op z'n minst de inflatie compenseert, zal er niets anders op zitten dan over te stappen op een belegging die iets meer risico inhoudt maar waar je op lange termijn normaliter méér opbrengst aan zou moeten overhouden:
- In het kader van het pensioensparen kun je voortaan een storting doen in een pensioenspaarfonds dat door een bank wordt beheerd, het liefst de neutrale versie (fiftyfifty belegd in aandelen en obligaties) of de dynamische (aandelen vormen de hoofdmoot).
- Je kunt in het kader van het pensioensparen en het langetermijnsparen voortaan een storting doen op een levensverzekering van "tak 23" of "tak 44". Bij tak 23 gaat het om fonds beheerd door een verzekeraar. Tak 44 is een verzekering met twee verschillende componenten – enerzijds een tak 23-contract, anderzijds een tak 21-contract – waardoor je binnen dat contract de keuze hebt om met of zonder risico te beleggen.
Als je eenmaal in een pensioenspaarfonds van een bank hebt belegd, kun je binnen datzelfde contract van de ene versie van het fonds naar de andere switchen, dus bijvoorbeeld van de dynamische naar de neutrale versie. Ook met een tak 44-contract van een verzekeraar kun je van tak 21 naar tak 23, en omgekeerd.
Wat je daarentegen niet kunt, is het kapitaal dat je binnen de formule van het pensioensparen al hebt opgebouwd via een levensverzekering overdragen naar een pensioenspaarfonds van een bank, of omgekeerd. Je zult het bijeengespaarde kapitaal evenmin kunnen meenemen wanneer je beslist om niet langer aan langetermijnsparen te doen maar aan pensioensparen, of omgekeerd.
Voor meer details verwijzen we je graag naar ons dossier over pensioensparen.
NAAR ONS DOSSIER OVER PENSIOENSPAREN
Toch moet niet iedereen overstappen
Overstappen naar een belegging met iets meer risico is iets voor mensen die nog veel jaren te gaan hebben vóór ze met pensioen gaan. Als je bijvoorbeeld nog een prille veertiger bent, mag je je zeker wat risico veroorloven. Het gaat immers om een belegging voor de lange termijn, je moet ervan uitgaan dat je geld sowieso vast zit tot je 60e.
Maar ben je de 55 al gepasseerd, dan laat je beter alles zoals het is.