Je hypothecaire lening en de fiscus

Inleiding
Het scheelt een slok op een borrel als je via je jaarlijkse belastingaangifte voordeel kunt halen uit je hypothecaire lening.
In dit dossier verneem je meer hierover:
- Wanneer geeft een hypothecaire lening nog belastingvoordeel?
- Hoeveel belastingvoordeel zul je met je leningsuitgaven van dit jaar opstrijken?
Belastingspecialisten verkiezen het neutrale woord "belastingvoordeel" omdat er al naargelang het geval diverse technieken mogelijk zijn (woonbonus, wooncheque, belastingvermindering voor het bouwsparen of voor het langetermijnsparen). Maar in de wandeling spreekt bijna iedereen over de "fiscale aftrek" van een hypothecaire lening.
Wanneer geeft een hypothecaire lening nog belastingvoordeel?
Als je een hypothecaire lening hebt lopen, kun je mits je aan bepaalde voorwaarden voldoet, aanspraak maken op belastingvoordeel. Dat zal nu eens door het gewest worden toegekend, dan weer door de federale overheid. En je staat er veel beter voor als je woonkrediet niet je eigen woning betreft, maar een andere woning.
Het belastingvoordeel wordt via het gewest geregeld als het woonkrediet de “eigen” woning betreft. De voorwaarden voor het gewestelijke belastingvoordeel worden bepaald door het gewest waar je op 1 januari van het aanslagjaar je domicilie hebt. Voor de leningsuitgaven betaald in 2022 telt dus je officieel adres op 1/1/2023. Wanneer je in de loop van een jaar naar een ander gewest verhuist, verandert daardoor ook het gewest dat bevoegd is voor de invulling van het belastingvoordeel met die leningsuitgaven.
Er zijn aanzienlijke verschillen tussen de gewesten:
- In het Vlaams Gewest brengt een lening aangegaan sinds 1/1/2020 echter geen belastingvoordeel meer op en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dat zelfs al het geval voor leningen sinds 1/1/2017.
- In het Waals Gewest geldt sinds 2016 de zogenoemde wooncheque als systeem van belastingvoordeel. Die is vooral interessant voor lage inkomens. Voor middelhoge inkomens is het minder interessant dan vroeger en de hoge inkomens vallen helemaal uit de boot.
De federale overheid is daarentegen nog altijd bevoegd voor het belastingvoordeel voor hypotheekleningen voor een andere woning dan de eigen woning. Dat voordeel werd niet afgeschaft.
In wat volgt, lichten we toe wanneer er voor de fiscus precies sprake is van een eigen woning.
Hoeveel belastingvoordeel zul je met je leningsuitgaven van dit jaar opstrijken?
De spelregels voor het belastingvoordeel verschillen niet alleen volgens dat de lening betrekking had op je eigen woning of op een andere woning, maar ook het jaar waarin je het krediet aanging en soms of je al eigenaar was van een andere woning.
In wat volgt, zul je kunnen lezen aan welke voorwaarden je moet voldoen om met je afbetalingen in 2022 recht te hebben op belastingvoordeel en welk bedrag precies in aanmerking komt:
Tot slot belichten we ook het geval wanneer je in 2022 van eigen woning verandert omdat je je leningsuitgaven dan over twee posten moet verdelen in je belastingaangifte.
Het scheelt een slok op een borrel als je via je jaarlijkse belastingaangifte voordeel kunt halen uit je hypothecaire lening.
In dit dossier verneem je meer hierover:
- Wanneer geeft een hypothecaire lening nog belastingvoordeel?
- Hoeveel belastingvoordeel zul je met je leningsuitgaven van dit jaar opstrijken?
Belastingspecialisten verkiezen het neutrale woord "belastingvoordeel" omdat er al naargelang het geval diverse technieken mogelijk zijn (woonbonus, wooncheque, belastingvermindering voor het bouwsparen of voor het langetermijnsparen). Maar in de wandeling spreekt bijna iedereen over de "fiscale aftrek" van een hypothecaire lening.
Wanneer geeft een hypothecaire lening nog belastingvoordeel?
Als je een hypothecaire lening hebt lopen, kun je mits je aan bepaalde voorwaarden voldoet, aanspraak maken op belastingvoordeel. Dat zal nu eens door het gewest worden toegekend, dan weer door de federale overheid. En je staat er veel beter voor als je woonkrediet niet je eigen woning betreft, maar een andere woning.
Het belastingvoordeel wordt via het gewest geregeld als het woonkrediet de “eigen” woning betreft. De voorwaarden voor het gewestelijke belastingvoordeel worden bepaald door het gewest waar je op 1 januari van het aanslagjaar je domicilie hebt. Voor de leningsuitgaven betaald in 2022 telt dus je officieel adres op 1/1/2023. Wanneer je in de loop van een jaar naar een ander gewest verhuist, verandert daardoor ook het gewest dat bevoegd is voor de invulling van het belastingvoordeel met die leningsuitgaven.
Er zijn aanzienlijke verschillen tussen de gewesten:
- In het Vlaams Gewest brengt een lening aangegaan sinds 1/1/2020 echter geen belastingvoordeel meer op en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is dat zelfs al het geval voor leningen sinds 1/1/2017.
- In het Waals Gewest geldt sinds 2016 de zogenoemde wooncheque als systeem van belastingvoordeel. Die is vooral interessant voor lage inkomens. Voor middelhoge inkomens is het minder interessant dan vroeger en de hoge inkomens vallen helemaal uit de boot.
De federale overheid is daarentegen nog altijd bevoegd voor het belastingvoordeel voor hypotheekleningen voor een andere woning dan de eigen woning. Dat voordeel werd niet afgeschaft.
In wat volgt, lichten we toe wanneer er voor de fiscus precies sprake is van een eigen woning.
Hoeveel belastingvoordeel zul je met je leningsuitgaven van dit jaar opstrijken?
De spelregels voor het belastingvoordeel verschillen niet alleen volgens dat de lening betrekking had op je eigen woning of op een andere woning, maar ook het jaar waarin je het krediet aanging en soms of je al eigenaar was van een andere woning.
In wat volgt, zul je kunnen lezen aan welke voorwaarden je moet voldoen om met je afbetalingen in 2022 recht te hebben op belastingvoordeel en welk bedrag precies in aanmerking komt:
Tot slot belichten we ook het geval wanneer je in 2022 van eigen woning verandert omdat je je leningsuitgaven dan over twee posten moet verdelen in je belastingaangifte.
Het gewest is sowieso alleen bevoegd voor het toekennen van het belastingvoordeel als het een "eigen" woning betreft.
Hoewel de regel voor de meeste mensen is dat ze de woning zelf moeten betrekken (als eigenaar of als vruchtgebruiker), kan het soms anders. Men spreekt ook nog van "eigen" woning als je de woning om een heel specifieke reden niet zelf betrekt, namelijk:
- om een beroepsreden of een reden van sociale aard;
- omdat wettelijke of contractuele belemmeringen het je onmogelijk maken om de woning zelf te betrekken, bv. een huurcontract dat nog loopt;
- omdat de stand van de bouwwerkzaamheden of verbouwingswerkzaamheden het je onmogelijk maken om de woning daadwerkelijk zelf te betrekken.
Soms mag je je woning niet volledig als “eigen” beschouwen, nl.:
- als je een deel gebruikt voor het uitoefenen van je beroepswerkzaamheid en je de kosten voor dat deel bij je werkelijke beroepskosten inbrengt;
- als je een deel verhuurt;
- als je een deel laat betrekken door een persoon die geen deel uitmaakt van je gezin. Eén uitzondering: als de woning in het Vlaams Gewest gelegen is en dat deel van de woning wordt betrokken door een persoon die je in het kader van het “zorgwonen” huisvest, want voor de Vlaamse overheid maakt die persoon toch deel uit van je gezin.
Als de woning niet volledig “eigen” is, moet je de leningsuitgaven opsplitsen over “eigen” en “niet-eigen” want je komt alleen met de leningsuitgaven m.b.t. het deel dat je zelf privé bewoont, in aanmerking voor het belastingvoordeel voor de eigen woning. Alleen dat deel van de leningsuitgaven is dus een gewestelijke bevoegdheid. De rest van de lening moet je beschouwen als een lening voor een andere dan de eigen woning, en dat is een federale bevoegdheid.
Als je meerdere woningen hebt die je zelf betrekt, wordt de woning waar je fiscale woonplaats is gevestigd (in de praktijk: je domicilie) als de “eigen” woning beschouwd. Kun je geen enkele van die woningen om een van de net vermelde redenen zelf betrekken, dan kies je vrij welke woning je als “eigen” woning beschouwt.
Er wordt hoe dan ook van dag tot dag gekeken of de woning het statuut van “eigen” woning heeft of niet. En het is dat statuut op het ogenblik waarop je aan de bank of aan de verzekeringsmaatschappij hebt betaald, dat bepaalt of een leningsuitgave onder de gewestelijke dan wel onder de federale bevoegdheid valt.
Indien je de woning die bij het sluiten van de lening je “eigen” woning was, verlaat en elders een eigen woning betrekt, zul je de leningsuitgaven daarom moeten opsplitsen in:
- uitgaven betaald vóór de verhuizing, toen de woning in kwestie nog je “eigen” woning was, en het belastingvoordeel dus een gewestelijke bevoegdheid is;
- uitgaven betaald vanaf de verhuizing omdat de woning toen niet langer je “eigen” woning was, en dan is het belastingvoordeel een federale bevoegdheid.
Als de hypotheeklening dient voor je “eigen” woning, wordt het belastingvoordeel door het gewest toegekend.
Het voordeel kan voor het inkomstenjaar 2022 verschillen naargelang:
- het al dan niet de enige woning is die je bezit;
- het jaar waarin je de lening hebt aangegaan;
- het gewest waar je je domicilie hebt op 1/1/2023.
Die woning is op 31/12 van het leningsjaar je enige woning
Een lening voor een eigen woning, die op het ogenblik dat de lening begint te lopen, bovendien je enige woning is, dat is wellicht de meest voorkomende situatie. In dat geval kun je eventueel aanspraak maken op de gewestelijke woonbonus.
Voor de voorwaarden die moeten zijn voldaan qua lening, woning en verzekeringspremies, verwijzen we naar onze Belastinggids 2022.
Alvast dit:
- Vlaanderen paste reeds enkele jaren geleden een forse verlaging toe van het belastingvoordeel voor leningen en heeft voor alle leningen gesloten vanaf 1/1/2020 het belastingvoordeel volledig afgeschaft.
- Wallonië heeft zijn systeem van belastingvoordeel in 2016 herzien,
- Sinds 2017 kent Brussel geen belastingvoordeel meer toe voor nieuwe leningen. En voor leningen gesloten vanaf 2016 is enige woning niet langer een voorwaarde in Vlaanderen, maar dat maakt wel nog een verschil uit voor de grootte van het voordeel.
Vlaams Gewest
Voor een lening gesloten na 2019
Er wordt geen belastingvoordeel meer toegekend.
Voor een lening gesloten in de periode 2016-2019
Je komt met het totaal van je leningsuitgaven van 2022, dus intresten, kapitaalaflossingen en premies van de bijbehorende schuldsaldoverzekering, in aanmerking voor belastingvoordeel via de woonbonus.
Er wordt een belastingvermindering van 40 % toegekend.
Maar het bedrag waarop die vermindering wordt berekend, is begrensd. Voor het inkomstenjaar 2022 komt het maximum per belastingplichtige neer op € 1 520 + eventueel een toeslag van € 760 indien de woning in kwestie op 31/12/2021 nog altijd je enige eigendom is + eventueel een toeslag van € 80 indien je drie kinderen ten laste had op 1/1 ná het leningsjaar. Na 10 jaar zal het maximum nog slechts hooguit € 1 520 bedragen.
Als je de woning met zijn tweeën hebt gekocht, de lening samen hebt gesloten en allebei aan de voorwaarden van de woonbonus voldoet, heb je allebei recht op dat maximum. Maar weet dat je niet veel moet lenen om dat maximum te bereiken: met een lening gespreid over 20 jaar tegen een vaste rentevoet van 2 % zit je, indien je drie kinderen ten laste hebt, de eerste 10 jaar reeds aan het maximum met een krediet van ongeveer € 77 900.
Het maximale belastingvoordeel per jaar bedraagt de eerste 10 jaar € 1 010 per belastingplichtige (1 520 + 760 + 80 x 40 %) en dat bedrag zakt vanaf het 11e jaar naar € 650.
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Voor een lening gesloten na 2016
Er wordt geen voordeel meer toegekend via de belastingaangifte. Het gewest kent voor bepaalde woningen wel een verlaging toe van de registratierechten die bij de aankoop moeten worden betaald, ongeacht of een lening wordt gesloten of niet.
Voor een lening gesloten in 2016
Het gewest past nog altijd de zeer hoge woonbonus toe die nog dateert van toen de federale Staat het belastingvoordeel toekende voor hypotheekleningen.
Je komt met het totaal van je leningsuitgaven van 2021, dus intresten, kapitaalaflossingen en premies van de bijbehorende schuldsaldoverzekering, in aanmerking voor belastingvoordeel via de woonbonus.
Er wordt een belastingvermindering van 45 % toegekend.
Maar het bedrag waarop die vermindering wordt berekend, is begrensd. Voor het inkomstenjaar 2022 komt het maximum per belastingplichtige neer op € 2 560 + eventueel een toeslag van € 850 indien de woning in kwestie nog altijd je enige eigendom is op 31/12/2022 + eventueel een toeslag van € 90 indien je drie kinderen ten laste had op 1/1 na het leningsjaar. Na 10 jaar of als je ondertussen eigenaar bent geworden van een tweede woning, zal het maximum nog slechts hooguit € 2 560 bedragen.
Als je de woning met zijn tweeën hebt gekocht, de lening in 2016 samen hebt gesloten en allebei aan de voorwaarden van de woonbonus voldoet, heb je allebei recht op dat maximum. Maar weet dat je niet veel moet lenen om dat maximum te bereiken: met een lening gespreid over 20 jaar tegen een vaste rentevoet van 2 % zit je, indien je drie kinderen ten laste hebt, de eerste 10 jaar reeds aan het maximum met een krediet van ongeveer € 110 500.
Het maximale belastingvoordeel per jaar bedraagt de eerste 10 jaar € 1 575 per belastingplichtige (2 560 + 850 + 90 x 45 %) en dat bedrag zakt vanaf het 11e jaar naar € 1 192.
Waals Gewest
Je komt met het totaal van je leningsuitgaven van 2022, dus intresten, kapitaalaflossingen en premies van de bijbehorende schuldsaldoverzekering, in aanmerking voor belastingvoordeel via de wooncheque.
Dat voordeel is in principe alleen mogelijk bij nieuwbouw of bij de aankoop van een bestaande woning, niet bij renovatie.
Ook wordt de wooncheque in principe alleen toegekend als de woning in kwestie op 31/12 van het leningsjaar je enige woning is.
Er wordt meer bepaald een belastingvermindering toegekend volgens je inkomen en het aantal kinderen ten laste, waardoor het voordeel elk jaar kan variëren. Als het inkomen stijgt, zal de wooncheque dus verkleinen.
Het basisbedrag van de vermindering bedraagt de eerste 10 jaar, per belastingplichtige:
- bij een netto belastbaar inkomen van minder dan € 23 653: € 1 520;
- bij een inkomen tussen € 23 653 en € 91 232: een variabel bedrag, nl. € 1 520 – ((belastbaar netto inkomen – 23 653) x 1,275 %).
Per kind ten laste komt daar € 125 bij (dat bedrag wordt verdeeld over beide ouders).
De vermindering zal tot de helft worden teruggebracht:
- zodra blijkt dat de woning op 31/12 van het inkomstenjaar niet langer je enige woning is;
- na 10 jaar.
Je kunt de wooncheque tijdens je leven gedurende maximaal 20 jaar krijgen.
Het maximale belastingvoordeel per belastingplichtige dat voor die belastingvermindering geldt, komt dus neer op € 1 520 + € 125 per kind ten laste zolang je in de eerste 10 jaar van de lening bent, en vanaf het 11e jaar zakt het naar de helft daarvan, dus € 760.
Goed om te weten:
- Wanneer je onvoldoende belasting betaalt om de belastingvermindering volledig te kunnen genieten, kent de fiscus je een zogenoemd terugbetaalbaar belastingkrediet toe, waardoor je het niet-genoten voordeel toch opstrijkt.
- Er wordt geen wooncheque meer toegekend bij een inkomen van ten minste € 91 232.
Vlaams Gewest
Je komt met het totaal van je leningsuitgaven van 2022, dus intresten, kapitaalaflossingen en premies van de bijbehorende schuldsaldoverzekering, in aanmerking voor belastingvoordeel via de woonbonus.
Er wordt een belastingvermindering van 40 % toegekend.
Maar het bedrag waarop die vermindering wordt berekend, is begrensd. Voor het inkomstenjaar 2022 komt het maximum per belastingplichtige neer op € 1 520 + eventueel een toeslag van € 760 indien de woning in kwestie nog altijd je enige eigendom is op 31/12/2022 + eventueel een toeslag van € 80 indien je drie kinderen ten laste had op 1/1/2016. Vanaf 2025, als de lening reeds 10 jaar loopt of als je ondertussen eigenaar bent geworden van een tweede woning, zal het maximum nog hooguit € 1 520 bedragen.
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Je komt met het totaal van je leningsuitgaven van 2022, dus intresten, kapitaalaflossingen en premies van de bijbehorende schuldsaldoverzekering, in aanmerking voor belastingvoordeel via de woonbonus.
Er wordt een belastingvermindering van 45 % toegekend.
Maar het bedrag waarop die vermindering wordt berekend, is begrensd. Voor het inkomstenjaar 2022 komt het maximum per belastingplichtige neer op € 2 560 + eventueel een toeslag van € 850 indien de woning in kwestie nog altijd je enige eigendom is op 31/12/2022 + eventueel een toeslag van € 90 indien je drie kinderen ten laste had op 1/1/2016. Vanaf 2025, als de lening reeds 10 jaar loopt of als je ondertussen eigenaar bent geworden van een tweede woning, zal het maximum nog hooguit € 2 560 bedragen.
Waals Gewest
Je komt met het totaal van je leningsuitgaven van 2022, dus intresten, kapitaalaflossingen en premies van de bijbehorende schuldsaldoverzekering, in aanmerking voor belastingvoordeel via de woonbonus.
Er wordt een belastingvermindering van 40 % toegekend.
Maar het bedrag waarop die vermindering wordt berekend, is begrensd. Voor het inkomstenjaar 2022 komt het maximum per belastingplichtige neer op € 2 290 + eventueel een toeslag van € 760 indien de woning in kwestie nog altijd je enige eigendom is op 31/12/2022 + eventueel een toeslag van € 80 indien je drie kinderen ten laste had op 1/1/2016. Vanaf 2025, als de lening reeds 10 jaar loopt of als je ondertussen eigenaar bent geworden van een tweede woning, zal het maximum nog hooguit € 2 290 bedragen.
Ongeacht het gewest kom je met het totaal van je leningsuitgaven van 2022, dus intresten, kapitaalaflossingen en premies van de bijbehorende schuldsaldoverzekering, in aanmerking voor belastingvoordeel via de woonbonus.
Er wordt een belastingvermindering toegekend tussen 30 en 50 % volgens je marginale aanslagvoet, met 30 % als minimum.
Maar het bedrag waarop die vermindering wordt berekend, is begrensd, en daar is wel een verschil al naargelang het gewest. Voor het inkomstenjaar 2022 komt het maximum per belastingplichtige neer op:
- in het Vlaams Gewest: € 2 280 zolang je in de eerste 10 jaar van de lening bent + eventueel een toeslag van € 760 indien de woning in kwestie nog altijd je enige eigendom is op 31/12/2022 + eventueel een toeslag van € 80 indien je drie kinderen ten laste had op 1/1 ná het leningsjaar, en na 10 jaar of als je ondertussen eigenaar bent geworden van een tweede woning nog op hooguit € 2 280;
- in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: € 2 560 zolang je in de eerste 10 jaar van de lening bent + eventueel een toeslag van € 850 indien de woning in kwestie nog altijd je enige eigendom is op 31/12/2022 + eventueel een toeslag van € 90 indien je drie kinderen ten laste had op 1/1 ná het leningsjaar, en na 10 jaar of als je ondertussen eigenaar bent geworden van een tweede woning nog op hooguit € 2 560;
- in het Waals Gewest: € 2 290 zolang je in de eerste 10 jaar van de lening bent + eventueel een toeslag van € 760 indien de woning in kwestie nog altijd je enige eigendom is op 31/12/2022 + eventueel een toeslag van € 80 indien je drie kinderen ten laste had op 1/1 ná het leningsjaar, en na 10 jaar of als je ondertussen eigenaar bent geworden van een tweede woning nog op hooguit € 2 290.
Je hebt op 31/12 van het leningsjaar naast die woning nog een andere woning
In dat geval kom je mogelijk in aanmerking voor een gewestelijk belastingvoordeel dat gebaseerd is op wat wij tot nog toe "het oude fiscale systeem" noemden (de regeling voor lening van vóór 2005), maar met enkele wijzigingen.
Niet alleen het jaar waarin de lening werd gesloten, maakt een verschil uit, maar ook het gewest waar je je domicilie hebt op 1/1/2023 (1/1/2022 voor de uitgaven van 2021).
De lening kan in principe alleen nog in het Vlaams Gewest belastingvoordeel opleveren en in het Waals Gewest alleen in speciale omstandigheden.
Vlaams Gewest
Voor een lening gesloten na 2019
Er wordt geen belastingvoordeel meer toegekend.
Voor een lening gesloten in de periode 2016-2019
Ook al was je reeds eigenaar van een woning en leen je dus voor een tweede woning, je komt met het totaal van je leningsuitgaven, dus intresten, kapitaalaflossingen en premies van de bijbehorende schuldsaldoverzekering, in aanmerking voor belastingvoordeel via de woonbonus, mits je bij de betaling van de leningsuitgaven in de woning in kwestie woont.Het gewest hanteert nog slechts één systeem voor het belastingvoordeel voor de eigen woning, men spreekt van de "geïntegreerde" woonbonus.
Er wordt een belastingvermindering toegekend van 40 %.
Maar het bedrag waarop die vermindering wordt berekend, is begrensd. Voor het inkomstenjaar 2022 komt het maximum per belastingplichtige neer op € 1 520. Aangezien het niet om je enige woning gaat, heb je alleen recht op het basisbedrag, en niet op eventuele toeslagen. Daardoor zul je minder belastingvoordeel opstrijken dan vroeger het geval zou zijn geweest.
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
Voor een lening gesloten ten vroegste in 2017
Er wordt geen voordeel meer toegekend via de belastingaangifte. Het gewest kent voor bepaalde woningen wel een verlaging toe van de registratierechten die bij de aankoop moeten worden betaald, ongeacht of een lening wordt gesloten of niet.Voor een lening gesloten in 2016
- ofwel de belastingvermindering voor het bouwsparen tegen 45 %;
- ofwel de belastingvermindering voor het langetermijnsparen tegen 30 %.
- Er telt hooguit € 76 780 mee van het leningsbedrag.
- Het bedrag waarop de vermindering wordt berekend, is daarnaast hoe dan ook begrensd tot een persoonlijk maximum volgens de nettoberoepsinkomsten. Voor het inkomstenjaar 2022 komt het per belastingplichtige neer op € 192,60 + 6 % van de nettoberoepsinkomsten, met € 2 560 als absoluut maximum.
De intresten kunnen, al naargelang de voorwaarden die vervuld zijn, gedurende maximaal 12 jaar recht geven op een belastingvoordeel, meer bepaald het bijkomend voordeel in de vorm van een belastingvermindering tegen 45 %. Meestal is dat alleen mogelijk als je de lening voor renovatiewerkzaamheden hebt aangegaan en je moet nog een lening hebben lopen van vóór 2005.
Waals Gewest
Wanneer de woning in kwestie op 31/12 van het leningsjaar niet je enige woning is, kun je geen belastingvoordeel (meer) genieten met je lening.Tenzij er sprake is van een van de drie uitzonderingen. In drie gevallen zal de lening voor die woning namelijk worden gelijkgesteld met een lening voor de enige woning, meer bepaald als je de andere woning:
- ofwel uit een erfenis hebt verkregen en nu mede-eigenaar bent of blote eigenaar of vruchtgebruiker;
- ofwel te koop had aangeboden op 31/12 van het leningsjaar én ze het daaropvolgende jaar op 31/12 daadwerkelijk was verkocht (indien ze niet was verkocht, gaat de belastingvermindering verloren vanaf het jaar volgend op het leningsjaar);
- ofwel verhuurt via een sociaal verhuurkantoor.
In die drie gevallen is de Waalse wooncheque van toepassing precies zoals indien je geen andere woning had gehad en moet je dus de info in die bewuste rubriek lezen.
Het gewestelijk belastingvoordeel wordt opgesplitst over de kapitaalaflossingen en de premies van de bijbehorende schuldsaldoverzekering enerzijds en de intresten anderzijds.
Vlaams Gewest
De kapitaalaflossingen en de verzekeringspremies kunnen, al naargelang de voorwaarden die zijn vervuld, samen recht geven op de belastingvermindering voor het langetermijnsparen tegen 30 %.
Met deze limieten evenwel:
- Er telt hooguit € 76 110 mee van het leningsbedrag.
- Het bedrag waarop de vermindering wordt berekend, is daarnaast hoe dan ook begrensd tot een persoonlijk maximum volgens de nettoberoepsinkomsten. Voor het inkomstenjaar 2022 komt het per belastingplichtige neer op € 171 + 6 % van de nettoberoepsinkomsten, met € 2 280 als absoluut maximum.
De intresten kunnen, al naargelang de voorwaarden die vervuld zijn, recht geven op een belastingvoordeel, meer bepaald het basisvoordeel in de vorm van een belastingvermindering tegen 40 % op maximaal een bedrag dat neerkomt op het nettobedrag van al je onroerende inkomsten behalve die van je eigen woning, plus eventueel een belastingvermindering tegen 12,5 % op maximaal een bedrag dat neerkomt op het geïndexeerde kadastraal inkomen van de eigen woning.
Brussels Hoofdstedelijk Gewest
De kapitaalaflossingen en de verzekeringspremies kunnen, al naargelang de voorwaarden die zijn vervuld, samen recht geven op een belastingvermindering:
- meestal de belastingvermindering voor het langetermijnsparen tegen 30 %;
- uitzonderlijk de belastingvermindering voor het bouwsparen tegen 45 %.
Met deze limieten evenwel:
- Er telt hooguit € 76 360 mee van het leningsbedrag.
- Het bedrag waarop de vermindering wordt berekend, is daarnaast hoe dan ook begrensd tot een persoonlijk maximum volgens de nettoberoepsinkomsten. Voor het inkomstenjaar 2022 komt het per belastingplichtige neer op € 192,60 + 6 % van de nettoberoepsinkomsten, met € 2 560 als absoluut maximum.
De intresten kunnen, al naargelang de voorwaarden die vervuld zijn, recht geven op een belastingvoordeel, meer bepaald het bijkomend voordeel in de vorm van een belastingvermindering tegen 45 %. Meestal is dat alleen mogelijk als je de lening voor renovatiewerkzaamheden hebt aangegaan en je moet nog een lening hebben lopen van vóór 2005.
Waals Gewest
De kapitaalaflossingen en de verzekeringspremies kunnen, al naargelang de voorwaarden die zijn vervuld, samen recht geven op een belastingvermindering:
- meestal de belastingvermindering voor het langetermijnsparen tegen 30 %;
- uitzonderlijk de belastingvermindering voor het bouwsparen tegen 40 %.
Met deze limieten evenwel:
- Er telt hooguit € 76 360 mee van het leningsbedrag.
- Het bedrag waarop de vermindering wordt berekend, is daarnaast hoe dan ook begrensd tot een persoonlijk maximum volgens de nettoberoepsinkomsten. Voor het inkomstenjaar 2022 komt het per belastingplichtige neer op € 171,90 + 6 % van de nettoberoepsinkomsten, met € 2 290 als absoluut maximum.
De intresten kunnen, al naargelang de voorwaarden die vervuld zijn, recht geven op een belastingvoordeel, meer bepaald het bijkomend voordeel in de vorm van een belastingvermindering tegen 40 %. Meestal is dat alleen mogelijk als je de lening voor renovatiewerkzaamheden hebt aangegaan en je moet nog een lening hebben lopen van vóór 2005.
Het gewestelijk belastingvoordeel wordt opgesplitst over de kapitaalaflossingen en de premies van de bijbehorende schuldsaldoverzekering enerzijds en de intresten anderzijds.
De kapitaalaflossingen en de verzekeringspremies kunnen, al naargelang de voorwaarden die zijn vervuld, samen recht geven op een belastingvermindering:
- meestal de belastingvermindering voor het langetermijnsparen tegen 30 %;
- uitzonderlijk de belastingvermindering voor het bouwsparen tegen 30 à 50 % volgens je marginale aanslagvoet, met 30 % als minimum.
Met deze limieten evenwel:
- Er is een maximum voor het leningsbedrag dat meetelt. Meestal verschilt dat volgens het jaar waarin je de lening hebt gesloten, en uitzonderlijk speelt ook het aantal kinderen ten laste een rol.
- Het bedrag waarop de vermindering wordt berekend, is daarnaast hoe dan ook begrensd tot een persoonlijk maximum volgens de nettoberoepsinkomsten. Dat verschilt volgens het gewest. Voor het inkomstenjaar 2022 komt het per belastingplichtige neer op:
– in het Vlaams Gewest: € 171 + 6% van de nettoberoepsinkomsten, met € 2 280 als absoluut maximum;
– in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest: € 192,60 + 6 % van de nettoberoepsinkomsten, met € 2 560 als absoluut maximum;
– in het Waals Gewest: € 171,90 + 6 % van de nettoberoepsinkomsten, met € 2 290 als absoluut maximum.
De intresten kunnen, al naargelang de voorwaarden die vervuld zijn, eveneens recht geven op een belastingvoordeel:
- het basisvoordeel. Dat bestaat uit een belastingvermindering tegen 30 à 50 %, volgens je marginale aanslagvoet, op maximaal een bedrag dat neerkomt op het nettobedrag van al je onroerende inkomsten buiten die van je eigen woning, plus eventueel een belastingvermindering tegen 12,5 % op maximaal een bedrag dat neerkomt op het geïndexeerde kadastraal inkomen van de eigen woning;
- er is eventueel een bijkomend voordeel, dat bestaat uit een belastingvermindering tegen 30 à 50 %, volgens je marginale aanslagvoet.
Als de hypotheeklening dient voor een andere dan je"eigen" woning, is de federale overheid bevoegd.
In dat geval maakt het een verschil uit of de lening van vóór 2014 dateert of niet.
Je hebt de lening ten vroegste in 2014 aangegaan
Je komt in aanmerking voor een federaal belastingvoordeel dat gebaseerd is op wat wij tot nog toe "het oude fiscale systeem" noemden (de regeling voor lening van vóór 2005) maar met enkele lichte wijzigingen
De kapitaalaflossingen en de verzekeringspremies geven samen recht op de belastingvermindering voor het langetermijnsparen tegen 30 %. Met deze limieten evenwel:
- Er is een maximum voor het leningsbedrag dat meetelt. Dat verschilt dat volgens het jaar waarin je de lening hebt gesloten.
- Het bedrag waarop de vermindering wordt berekend, is daarnaast hoe dan ook begrensd tot een persoonlijk maximum volgens de nettoberoepsinkomsten. Voor het inkomstenjaar 2022 komt het per belastingplichtige neer op € 176,40 + 6 % van de nettoberoepsinkomsten, met € 2 350 als absoluut maximum.
Voor de intresten is alleen de basisaftrek van toepassing, d.w.z. de intresten worden afgetrokken van het totaal van de belastbare onroerende inkomsten (het kadastraal inkomen van je "eigen" woning telt niet mee want die woning is vrijgesteld van belasting). De mogelijkheid van de bijkomende intrestaftrek geldt niet.
Je lening dateert al van vóór 2014
De fiscus onderscheidt twee mogelijkheden.
1. Je had in het verleden al recht op de (federale) woonbonus voor de woning omdat de woning op 31/12 van het leningsjaar je "eigen" woning was. Maar ondertussen is de woning niet meer "eigen".
- Als je de woning reeds vóór 1/1/2016 hebt verlaten, blijft de woonbonus behouden, d.w.z. je geniet met de som van de intresten, kapitaalaflossingen en verzekeringspremies een belastingvermindering tegen 30 à 50 %, volgens je marginale aanslagvoet, met 30 % als minimum. Maar het bedrag waarop die vermindering wordt berekend, is begrensd. Voor het inkomstenjaar 2022 komt het maximum per belastingplichtige neer op € 2 350 zolang je in de eerste 10 jaar van de lening bent + eventueel een toeslag van € 780 indien de woning in kwestie nog altijd je enige eigendom is op 31/12/2022 + eventueel een toeslag van € 80 indien je drie kinderen ten laste had op 1/1 ná het leningsjaar, en na 10 jaar nog op hooguit € 2 350.
- Als je de woning ten vroegste op 1/1/2016 hebt verlaten, kom je in aanmerking voor een belastingvoordeel dat gebaseerd is op wat wij tot nog toe "het oude fiscale systeem" noemden maar met enkele lichte wijzigingen:
– De kapitaalaflossingen en de verzekeringspremies geven samen recht op de belastingvermindering voor het langetermijnsparen tegen 30 %. Met twee limieten evenwel. Er is een maximum voor het leningsbedrag dat meetelt. Dat verschilt dat volgens het jaar waarin je de lening hebt gesloten. Het bedrag waarop de vermindering wordt berekend, is daarnaast hoe dan ook begrensd tot een persoonlijk maximum volgens de nettoberoepsinkomsten. Voor het inkomstenjaar 2022 komt het per belastingplichtige neer op op € 176,40 + 6 % van de nettoberoepsinkomsten, met € 2 350 als absoluut maximum.
– Voor de intresten is alleen de basisaftrek van toepassing, d.w.z. de intresten worden afgetrokken van het totaal van de belastbare onroerende inkomsten (het kadastraal inkomen van je "eigen" woning telt niet mee want die woning is vrijgesteld van belasting). De mogelijkheid van de bijkomende intrestaftrek geldt niet.
2. Je had in het verleden al recht op het (federale) belastingvoordeel via "het oude fiscale systeem".
- Als je de woning vóór 1/1/2016 hebt verlaten, blijft het vroegere voordeel behouden:
– De kapitaalaflossingen en de verzekeringspremies geven samen nog altijd recht op, al naargelang het geval, de belastingvermindering voor het langetermijnsparen tegen 30 % of de belastingvermindering voor het bouwsparen tegen 30 à 50 %, volgens je marginale aanslagvoet, met een minimum van 30 %. Met twee limieten evenwel. Er is een maximum voor het leningsbedrag dat meetelt. Dat verschilt dat volgens het jaar waarin je de lening hebt gesloten. Het bedrag waarop de vermindering wordt berekend, is daarnaast hoe dan ook begrensd tot een persoonlijk maximum volgens de nettoberoepsinkomsten. Voor het inkomstenjaar 2022 komt het per belastingplichtige neer op op € 176,40 + 6 % van de nettoberoepsinkomsten, met € 2 350 als absoluut maximum.
– Voor de intresten blijft de basisaftrek van toepassing, d.w.z. de intresten worden afgetrokken van het totaal van de belastbare onroerende inkomsten (het kadastraal inkomen van je "eigen" woning telt niet mee want die woning is vrijgesteld van belasting). Daarnaast is er eventueel een bijkomende intrestvermindering tegen 30 à 50 %, volgens je marginale aanslagvoet, met een minimum van 30 %.
- Als je de woning ten vroegste op 1/1/2016 hebt verlaten, kom je in aanmerking voor een belastingvoordeel dat gebaseerd is op wat wij tot nog toe "het oude fiscale systeem" noemden, maar met enkele lichte wijzigingen:
– De kapitaalaflossingen en de verzekeringspremies geven samen recht op de belastingvermindering voor het langetermijnsparen tegen 30 %. Met twee limieten evenwel. Er is een maximum voor het leningsbedrag dat meetelt. Dat verschilt dat volgens het jaar waarin je de lening hebt gesloten. Het bedrag waarop de vermindering wordt berekend, is daarnaast hoe dan ook begrensd tot een persoonlijk maximum volgens de nettoberoepsinkomsten. Voor het inkomstenjaar 2022 komt het per belastingplichtige neer op op € 176,40 + 6 % van de nettoberoepsinkomsten, met € 2 350 als absoluut maximum.
– Voor de intresten is alleen de basisaftrek van toepassing, d.w.z. de intresten worden afgetrokken van het totaal van de belastbare onroerende inkomsten (het kadastraal inkomen van je "eigen" woning telt niet mee want die woning is vrijgesteld van belasting). De mogelijkheid van de bijkomende intrestaftrek geldt niet.
Zodra je van "eigen" woning verandert, kan een lening voor een bepaald jaar ten dele een gewestelijke en ten dele een federale materie zijn.
Welk gewest bevoegd is, hangt af van de plaats waar je op 1 januari van het aanslagjaar (dus na het inkomstenjaar) je domicilie hebt.
Maar om te weten welke de "eigen" woning is, wordt van dag tot dag geteld, anders gezegd in dat geval is de dag van de domiciliëring bepalend.
Om de opsplitsing van de leningsuitgaven te kunnen maken moeten de fiscale attesten een gedetailleerde opdeling van de aflossing maken, en niet alleen een jaarbedrag vermelden. Contacteer je bank mocht blijken dat er op je attest geen opsplitsing is gemaakt.
Voorbeeld 1: twee leningen en twee woningen
Je woonde in een huis waarvoor je in 2012 een lening had gesloten, die recht gaf op de woonbonus (enige woning op 31/12/2012).
In 2022 koop je een tweede woning, en gaat daarvoor op 1/8/2022 een tweede lening aan.
Je verhuist – en verandert je domicilie – op 1/12/2022 naar de tweede woning en verhuurt de eerste.
Dan zal voor beide leningen de volgende opsplitsing worden gemaakt:
Voor de eerste lening
- De leningsuitgaven van 1/1/2022 tot 31/11/2022 geven recht op gewestelijk belastingvoordeel omdat het om je eigen woning gaat, meer bepaald de woonbonus omdat het tijdens die periode je enige woning is.
- De leningsuitgaven vanaf 1/12/2021 vallen onder de federale bevoegdheid omdat de woning in kwestie niet langer de eigen woning is. Omdat je de eigen woning na 2015 hebt verlaten, zul je alleen in aanmerking komen voor een belastingvermindering tegen 30 % met de kapitaalaflossingen en de premies, en op de basisaftrek met de intresten.
- De leningsuitgaven van 1/8/2022 tot 31/11/2022 geven recht op het federale belastingvoordeel omdat de woning in kwestie op dat ogenblik nog niet voldoet aan de definitie van eigen woning.
- De leningsuitgaven vanaf 1/12/2022 vallen onder gewestelijke bevoegdheid, maar ze geven in geen enkel gewest nog recht op belastingvoordeel.
Voorbeeld 2: twee leningen, twee woningen en twee gewesten
Stel, je woonde in Vlaanderen in een huis waarvoor je in 2012 een lening had gesloten, die recht gaf op de woonbonus (enige woning op 31/12/2012).
In 2022 koop je een tweede woning, dit keer in Wallonië, en gaat daarvoor op 1/8/2022 een tweede lening aan.
Je verhuist – en verandert je domicilie – op 1/12/2022 naar je woning in Wallonië en verhuurt de woning in Vlaanderen.
Dan zal voor beide leningen de volgende opsplitsing worden gemaakt:
Voor de eerste lening
- De leningsuitgaven van 1/1/2022 tot 31/11/2022 geven recht op belastingvoordeel van het Waals Gewest omdat het om je eigen woning gaat en je op 1/1/2022 in Wallonië woont, meer bepaald de Waalse wooncheque omdat het op dat ogenblik je enige woning is.
- De leningsuitgaven vanaf 1/12/2022 vallen onder de federale bevoegdheid omdat de woning in kwestie niet langer de eigen woning is. Omdat de eigen woning na 2015 werd verlaten, kom je met de kapitaalaflossingen en de verzekeringspremies samen in aanmerking voor de belastingvermindering voor het langetermijnsparen tegen 30 % en met de intresten op de basisaftrek.
- De leningsuitgaven van 1/8/2022 tot 31/11/2022 geven recht op het federale belastingvoordeel omdat de woning in kwestie op dat ogenblik nog niet je eigen woning was, d.w.z. je komt met de kapitaalaflossingen en de verzekeringspremies samen in aanmerking voor de belastingvermindering voor het langetermijnsparen tegen 30 % en met de intresten op de basisaftrek.
- De leningsuitgaven vanaf 1/12/2022 vallen onder de bevoegdheid van het Waals Gewest omdat het vanaf dan om je eigen woning gaat, gelegen in Wallonië. Maar omdat je daarnaast nog een andere woning hebt, is de wooncheque niet van toepassing en is er geen belastingvoordeel.