#content#
Schuldvordering: het mes in de extra kosten
21 dec 2015Huidige wet biedt te veel speelruimte
De wet bepaalt dat bij wanbetaling de strafbedingen enkel een vergoeding voor de “voorzienbare schade” mogen inhouden, dus geen bedrag als boete. Maar ze bepaalt niet hoe men kan beoordelen of een bedrag al dan niet in verhouding staat tot de geleden schade. In de praktijk komen er vaak een heleboel overdreven hoge kosten boven op het verschuldigde bedrag: een forfaitaire schadevergoeding, administratiekosten, dossierkosten, rappelkosten, intrest enz. De wet omtrent de minnelijke invordering van schulden uit 2002 moest die praktijken een halt toe roepen. Helaas vereist ze enkel dat de kosten worden gerechtvaardigd door “het onderliggende contract”. Bepaalde leveranciers (energieleveranciers, telecomoperatoren, ziekenhuizen enz.) hebben dan ook uitgebreide strafbedingen opgenomen in hun algemene voorwaarden om te verkrijgen wat de wet net wou vermijden: dat wanbetalers opdraaien voor de kosten van de schuldinvordering door deurwaarders en andere professionele schuldvorderaars.
Vergoedingen moeten worden begrensd
In samenspraak met andere organisaties, en meer bepaald het Steunpunt voor de Diensten Schuldbemiddeling van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, stelt Test-Aankoop voor een artikel toe te voegen aan het Wetboek van Economisch Recht.
- Bij wanbetalingen zou de schuldeiser of degene die de schuld minnelijk invordert (deurwaarder, incassobureau of advocaat) in eerste instantie een ingebrekestelling naar de wanbetaler moeten sturen. Hiervoor zou maximaal een vergoeding van € 7,50 mogen worden aangerekend.
- Als de schuld 15 dagen na de ingebrekestelling nog steeds niet is vereffend, mag de schuldeiser bijkomende kosten aanrekenen die begrensd zijn:
- nalatigheidsintresten tegen de wettelijke intrestvoet (momenteel 2,50 %), vermeerderd met maximaal 10 % (hetzij 2,75 % als conventionele intrestvoet);- een forfaitaire schadevergoeding van maximaal € 25 als het verschuldigde bedrag lager is dan € 250, en 10 % van het bedrag als het hoger is dan € 250, met een maximum van € 50.
De termijn van 15 dagen geeft de schuldenaar de tijd om de factuur, die hij misschien is vergeten te betalen of niet heeft ontvangen, te vereffenen zonder buitensporige kosten. Ook wie de rekening wenst te betwisten of een afbetalingsplan wil vragen, krijgt zo de nodige tijd zonder dat de kosten meteen pieken. De € 52,88 uit het eerder aangehaalde voorbeeld zou volgens deze regeling uiteindelijk € 90 zijn geworden in plaats van € 218,94. Van meer dan een vier keer zoveel tot nog geen twee keer zoveel.